In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 15 juli 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Midden-Nederland. De verdachte, geboren in 1978 en thans verblijvende in PI Rijnmond, is veroordeeld voor meerdere ernstige bedreigingen aan het adres van zijn ex-vrouw en haar kinderen. Het hof oordeelt dat de verdachte, ondanks zijn ernstige psychische problemen, een gevaar vormt voor de veiligheid van anderen. De rechtbank had eerder de maatregel van terbeschikkingstelling (tbs) opgelegd, maar het hof heeft deze maatregel gemaximeerd tot vier jaar, omdat niet is aangetoond dat de gedragingen van de verdachte onmiskenbaar gericht zijn tegen de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. Het hof heeft de vordering van de advocaat-generaal om de tbs-maatregel zonder maximale duur op te leggen, afgewezen. De verdachte heeft zich gedurende een jaar schuldig gemaakt aan bedreigingen, waarbij hij expliciet heeft gedreigd met de dood van zijn ex-vrouw en haar nieuwe partner. De deskundigen hebben vastgesteld dat de verdachte lijdt aan een ernstige psychische stoornis, wat zijn gedragingen beïnvloedt. Het hof heeft besloten dat de behandeling van de verdachte voorrang moet krijgen boven een gevangenisstraf, en heeft de maatregel van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege opgelegd. Daarnaast is een maatregel tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking opgelegd, om toekomstige risico's te beheersen. Het hof heeft de zaak grondig onderzocht en de impact van de bedreigingen op de slachtoffers in overweging genomen, evenals de noodzaak van behandeling voor de verdachte.