ECLI:NL:GHARL:2020:585
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot wraking van een raadsheer in een artikel 12 Sv-procedure
Op 23 januari 2020 heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden uitspraak gedaan in een wrakingsprocedure. De verzoeker, die klager is in een artikel 12 Sv-procedure, heeft verzocht om wraking van raadsheer mr. L.G. Wijma. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat de verzoeker ontvankelijk is in zijn wrakingsverzoek. De door de gewraakte raadsheer genomen procedurele beslissingen zijn niet zodanig onbegrijpelijk dat ze enkel op vooringenomenheid kunnen wijzen. De opmerkingen van mr. Wijma zijn niet voldoende om vooringenomenheid aan te nemen. De vrees van de verzoeker is niet objectief gerechtvaardigd, en het verzoek tot wraking is afgewezen. De wrakingskamer heeft echter wel geconstateerd dat er sprake is geweest van een ongelukkige gang van zaken en een onvolledige behandeling in raadkamer. De wrakingskamer beveelt aan dat de klacht van verzoeker opnieuw in raadkamer wordt behandeld, en adviseert de meervoudige kamer om deze behandeling aan een ander lid van het hof op te dragen. De beslissing is genomen door de wrakingskamer, bestaande uit mrs. J.H. Kuiper, M.E.L. Fikkers en L.T. Wemes, en is openbaar uitgesproken op 23 januari 2020.