In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 21 juli 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake de uithuisplaatsing van vier minderjarige kinderen. De ouders, verzoekers in hoger beroep, hebben intensieve ondersteuning ontvangen om de terugplaatsing van hun kinderen te faciliteren. De kinderen waren eerder uithuisgeplaatst op basis van een beschikking van de kinderrechter in de rechtbank Noord-Nederland, die de machtiging tot uithuisplaatsing had verlengd tot 3 september 2020. Het hof heeft in zijn uitspraak de beschikking van de kinderrechter bekrachtigd, maar ook aangegeven dat de kinderen, gezien de positieve ontwikkelingen, weer bij hun ouders kunnen wonen.
Het hof heeft vastgesteld dat de gecertificeerde instelling, Stichting Jeugdbescherming Gelderland, goed heeft samengewerkt met de ouders en de betrokken hulpverlening. De ouders hebben intensieve ondersteuning ontvangen, waaronder begeleiding vanuit de WMO, en er is een veiligheidsplan opgesteld om hen te helpen bij het omgaan met spanningen. De ouders hebben geen bezwaren geuit tegen de rapportages van de GI en zijn verheugd over de terugplaatsing van hun kinderen.
De beslissing van het hof houdt in dat de machtiging tot uithuisplaatsing wordt gehandhaafd, maar dat de GI de mogelijkheid heeft om de kinderen voor het einde van de termijn van de machtiging terug te plaatsen. Het hof heeft benadrukt dat er geen verplichting is voor de GI om de machtiging tot 3 september 2020 ten uitvoer te leggen, wat ruimte biedt voor een spoedige terugplaatsing van de kinderen.