ECLI:NL:GHARL:2020:6332
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- O. Anjewierden
- M.C. Fuhler
- L.G. Wijma
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkverklaring van de officier van justitie in hoger beroep wegens niet tijdige indiening appelschriftuur
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 10 juli 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Nederland. De officier van justitie had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van 13 mei 2019, maar het hof kon niet vaststellen dat de officier van justitie tijdig een appelschriftuur had ingediend. Volgens artikel 416, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering kan een hoger beroep niet-ontvankelijk worden verklaard als de appelschriftuur niet op de juiste wijze en binnen de gestelde termijn is ingediend. Het hof heeft vastgesteld dat er geen bewijs was dat de appelschriftuur binnen veertien dagen na het instellen van het hoger beroep was ingediend. De advocaat-generaal kon dit niet aannemelijk maken, en de interne e-mail waaruit hij citeerde, was onvoldoende om te concluderen dat de schriftuur tijdig was ingediend. Gezien deze omstandigheden heeft het hof besloten de officier van justitie niet-ontvankelijk te verklaren in het hoger beroep, waarbij het hof ook rekening heeft gehouden met het feit dat er geen zwaarwegende maatschappelijke belangen waren die een inhoudelijke behandeling van de zaak rechtvaardigden.