ECLI:NL:GHARL:2020:7257
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep kort geding
- Rechtspraak.nl
Bestuurdersaansprakelijkheid en misbruik van procesrecht in een geschil over een koopovereenkomst van een bedrijfspand
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden diende, betreft het een hoger beroep in kort geding over een geschil tussen een verkoper en een koper van een bedrijfspand. De verkoper vorderde nakoming van een gestelde koopovereenkomst, terwijl de koper betwistte dat er een koopovereenkomst tot stand was gekomen. De verkoper stelde ook dat de bestuurders van de koper aansprakelijk waren voor schadevergoeding, omdat hen een ernstig verwijt gemaakt kon worden van de niet-nakoming van de overeenkomst. Het hof oordeelde dat het de koper vrijstond om verweer te voeren in de procedure die door de verkoper was aangespannen. Van misbruik van procesrecht was pas sprake als het verweer evident ongegrond was, wat in dit geval niet het geval was. Het hof concludeerde dat er geen voldoende ernstig verwijt aan de bestuurders van de koper kon worden gemaakt. De vrouw, die in hoger beroep de vordering had ingetrokken, werd niet-ontvankelijk verklaard in haar hoger beroep. De uitspraak vond plaats op 15 september 2020.