Op 17 september 2020 heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, een arrest gewezen in het hoger beroep van een verdachte die eerder door de politierechter in de rechtbank Midden-Nederland was veroordeeld. De verdachte was aangeklaagd voor meerdere strafbare feiten, waaronder opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet en diefstal. Het hoger beroep was ingesteld tegen een vonnis van 13 mei 2019, waarin de verdachte was veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 6 weken en een taakstraf van 200 uren, met een proeftijd van 2 jaren.
Tijdens de zitting op 3 september 2020 heeft het hof de zaak behandeld. De advocaat-generaal heeft verzocht om bevestiging van het vonnis van de politierechter. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank bevestigd, maar met een verbetering in de strafmotivering. De rechtbank had vermeld dat de verdachte 1,7 kilo henneptoppen voorhanden had, maar het hof heeft dit gecorrigeerd naar 1,17 kilo, wat het hof als een kennelijke verschrijving beschouwde. Deze correctie heeft de verdediging van de verdachte niet geschaad.
Het hof heeft geconcludeerd dat de rechtbank op juiste wijze heeft beslist en heeft het vonnis bevestigd, waarbij het hof de eerder genoemde verbeteringen in acht heeft genomen. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer voor strafzaken, onder leiding van voorzitter mr. M.C. Fuhler, en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, mr. I.N. Koers.