ECLI:NL:GHARL:2020:7458
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake onderbewindstelling en mentorschap van een persoon met Alzheimer
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 17 september 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep over de onderbewindstelling en het mentorschap van [belanghebbende1], die lijdt aan de ziekte van Alzheimer. De zaak is gestart door een verzoek van [verweerder] tot onderbewindstelling en instelling van een mentorschap voor [belanghebbende1]. De kantonrechter in de rechtbank Noord-Nederland heeft op 9 oktober 2019 twee beschikkingen gegeven, waarbij [belanghebbende6] als bewindvoerder en [belanghebbende7] als mentor zijn benoemd. [verzoeker], de echtgenoot van [belanghebbende1], heeft hiertegen hoger beroep ingesteld, waarbij hij verzocht om zelf benoemd te worden als mentor.
Tijdens de mondelinge behandeling op 20 augustus 2020 is gebleken dat [verzoeker] niet meer als bewindvoerder wil optreden en dat het hoger beroep zich enkel richt op de benoeming van de mentor. Het hof heeft vastgesteld dat [belanghebbende1] niet in staat is om haar voorkeur voor een mentor kenbaar te maken, en dat de communicatie tussen [verzoeker] en de betrokken instanties problematisch is. De dochters van [belanghebbende1] hebben aangegeven dat zij het het beste vinden dat de professionele mentor, [belanghebbende7], in functie blijft.
Het hof heeft uiteindelijk geoordeeld dat het in het belang van [belanghebbende1] is dat een professionele mentor wordt benoemd, en heeft de beschikking van de kantonrechter bekrachtigd. Het hof heeft [verzoeker] niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek tot benoeming als mentor, en de benoeming van [belanghebbende7] tot mentor in stand gelaten.