Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
Oplegging van straf en/of maatregel
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
2 (twee) weken.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 21 september 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Midden-Nederland. De verdachte, geboren in 1989, was eerder veroordeeld voor winkeldiefstal en meerdere vernielingen. Het hof bevestigde het vonnis van de rechtbank, maar wijzigde de opgelegde straf. De rechtbank had de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier weken, waarvan twee weken voorwaardelijk, met diverse bijzondere voorwaarden. Het hof oordeelde dat de rechtbank op juiste gronden had beslist, maar kwam tot de conclusie dat de opgelegde straf niet meer in verhouding stond tot de feiten. De verdachte werd nu veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee weken, met aftrek van het voorarrest.
Het hof baseerde zijn beslissing op het onderzoek dat had plaatsgevonden tijdens de zitting op 7 september 2020 en de eerdere zittingen. De advocaat-generaal had gevorderd tot een gevangenisstraf van twee weken en de schadevergoeding aan de benadeelde partij. Het hof oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan winkeldiefstal en vernielingen, wat hinder en schade veroorzaakte voor de gedupeerden. De reclassering had in een rapport aangegeven dat het recidiverisico hoog was en dat de verdachte problemen had op verschillende levensgebieden, wat het werken aan gedragsverandering bemoeilijkte.
De beslissing van het hof om de gevangenisstraf te verlagen was mede gebaseerd op de conclusie dat de verdachte zijn leven enigszins leek te hebben gebeterd. Het hof oordeelde dat er geen meerwaarde was in de oplegging van een (deels) voorwaardelijke straf, gezien de houding van de verdachte ten opzichte van eerder reclasseringstoezicht. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer voor strafzaken, met mr. L.J. Bosch als voorzitter.