Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het geding in eerste aanleg
rechtbank), van 14 juli 2017 is, op verzoek van [appellante] , de wettelijke schuldsanerings-regeling op haar van toepassing verklaard.
toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van de uit haar schuldsaneringsregeling voortvloeiende verplichtingen. De rechtbank heeft de toepassing van die regeling beëindigd zonder aan [appellante] de schone lei te verlenen. Het hof verwijst naar dat vonnis.
2.Het geding in hoger beroep
3.3. De motivering van de beslissing in hoger beroep
Op 19 augustus 2017 en op 6 november 2017 heeft [appellante] een verzoek tot (gedeeltelijke) ontheffing van de sollicitatieplicht ingediend bij de rechter-commissaris. Beide verzoeken zijn afgewezen.
heeft ter zitting in hoger beroep verklaard dat zij voor haar depressieve klachten en hartkloppingen onder behandeling staat van een psycholoog.
Voor een verlenging van de regeling van [appellante] zag de rechtbank op grond van het hierna volgende geen reden. [appellante] is verschillende keren door zowel de rechtbank, de rechter-commissaris en de bewindvoerder gewezen op de wijze waarop zij haar verplichtingen moet nakomen. Het is vervolgens aan [appellante] om de regeling tot een goed einde te brengen.
Indien [appellante] zich door haar medische en/of persoonlijke situatie tijdens de schuldsaneringsregeling niet in staat achtte te solliciteren, had zij een met actuele medische gegevens onderbouwd (nieuw) verzoek tot ontheffing van die verplichting bij de bewind-voerder of de rechter-commissaris moeten indienen. Hoewel de bewindvoerder haar bij herhaling op deze mogelijkheid heeft gewezen, heeft [appellante] na twee afwijzingen in augustus en november 2017 geen hernieuwd verzoek gedaan. In verband met haar operatie is [appellante] voor augustus en september 2018 vrijgesteld van haar sollicitatieplicht, maar toen zij aan de bewindvoerder liet weten dat volledig herstel langer zou duren heeft zij, ondanks dat de bewindvoerder haar daarom heeft gevraagd, geen gegevens of medische documentatie aangeleverd die een eventueel verzoek om ontheffing door de rechter-commissaris succesvol zouden hebben kunnen onderbouwen.
4.De beslissing
5 oktober 2020 in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier.