ECLI:NL:GHARL:2020:8602

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
8 oktober 2020
Publicatiedatum
23 oktober 2020
Zaaknummer
TBS P20/0120
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging en verlenging van de TBS-maatregel met één jaar

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 8 oktober 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep betreffende de terbeschikkingstelling (TBS) van een terbeschikkinggestelde, geboren in Marokko in 1972. Het hof heeft de beslissing van de rechtbank Oost-Brabant van 23 maart 2020 vernietigd, waarin de rechtbank de TBS-maatregel voor twee jaar had verlengd. Het hof oordeelde dat de situatie van de terbeschikkinggestelde sinds de eerdere beslissing was veranderd en dat er onvoldoende onderbouwing was voor een verlenging van twee jaar. De terbeschikkinggestelde verblijft sinds kort in een nieuwe kliniek en er is nog geen duidelijk behandelplan opgesteld. Het hof heeft daarom besloten de TBS-maatregel met één jaar te verlengen, zodat de kliniek de terbeschikkinggestelde beter kan leren kennen en er meer inzicht kan komen in de benodigde behandeling.

Tijdens de zitting op 24 september 2020 zijn de terbeschikkinggestelde, zijn raadsvrouw mr. S. Marjanovic, en de advocaat-generaal mr. R. Segerink gehoord. De advocaat-generaal pleitte voor vernietiging van de eerdere beslissing en een verlenging van de maatregel met één jaar, omdat er behoefte is aan een nieuw en duidelijk behandelplan. Het hof heeft de argumenten van de verdediging en het openbaar ministerie gewogen en geconcludeerd dat de verlenging van de maatregel noodzakelijk is voor de veiligheid van de terbeschikkinggestelde en de maatschappij.

Het hof heeft vastgesteld dat de terbeschikkinggestelde lijdt aan een persoonlijkheidsstoornis en alcoholproblematiek, en dat er een risico op recidive bestaat. De terbeschikkinggestelde heeft in het verleden niet altijd de nodige stappen gezet om zijn problemen aan te pakken, wat de noodzaak voor een zorgvuldige en langdurige behandeling onderstreept. Het hof heeft de beslissing van de rechtbank vernietigd en de TBS-maatregel met één jaar verlengd, met de opmerking dat de ontwikkelingen in de behandeling van de terbeschikkinggestelde op korte termijn opnieuw beoordeeld zullen worden.

Uitspraak

TBS P20/0120
Beslissing d.d. 8 oktober 2020
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft te beslissen op het beroep van
[naam terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaats] (Marokko) op [geboortedag] 1972,
verblijvende in de [kliniek] .
Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank Oost-Brabant van 23 maart 2020. In deze beslissing heeft de rechtbank de maatregel van terbeschikkingstelling
(hierna: de maatregel)met een termijn van twee jaar verlengd en heeft de rechtbank het verzoek tot het doen onderzoeken van de mogelijkheid van een zorgmachtiging afgewezen.
Het hof heeft gelet op dezelfde stukken als de rechtbank en daarnaast op:
- het proces-verbaal van het onderzoek in eerste aanleg;
- de beslissing waarvan beroep;
- de akte van beroep van de terbeschikkinggestelde van 27 maart 2020;
- het advies van Geestelijke Gezondheidszorg
(hierna: GGZ)Reclassering Limburg van
23 april 2020;
- het Voortgangsverslag van GGZ Reclassering Limburg van 23 april 2020;
- de beslissing van de rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats ’s-Hertogenbosch, van 22 juni 2020 waarin de hervatting van de verpleging van overheidswege wordt gelast;
- de akte afstand beroep tegen de beslissing van 22 juni 2020 van de terbeschikkinggestelde van 25 juni 2020;
- de akte afstand beroep tegen de beslissing van 22 juni 2020 van de officier van justitie van 26 juni 2020;
- de ontslagbrief van de Regionale Instelling voor Beschermd en Begeleid Wonen van
30 juni 2020;
- een e-mail bericht van GGZ Reclassering Limburg van 16 juli 2020;
- de aanvullende informatie van [kliniek] van 15 september 2020, met als bijlage de wettelijke aantekeningen van augustus 2020.
Het hof heeft ter zitting van 24 september 2020 gehoord de terbeschikkinggestelde, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. S. Marjanovic, advocate te 's-Gravenhage, en de advocaat-generaal mr. R. Segerink.

Overwegingen:

Het standpunt van de terbeschikkinggestelde en zijn raadsvrouw
Het advies van de reclassering om de maatregel te verlengen voor de duur van twee jaar zag op een andere situatie. De terbeschikkinggestelde bevond zich toen nog in het kader van de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege. Mede gelet op het rapport van psychiater Kaiser en de situatie waarin de terbeschikkinggestelde zich momenteel bevindt, is er reden om de verlengingsduur te beperken. De terbeschikkinggestelde verblijft sinds zes weken in een nieuwe kliniek. Omdat de kliniek de terbeschikkinggestelde nog moet leren kennen, zou zorgvuldigheid met zich mee moeten brengen om de situatie over één jaar opnieuw te bekijken. Het advies van de FPK is onvoldoende gemotiveerd om te kunnen zeggen dat een verlengingsduur van twee jaar noodzakelijk is. De afgelopen twee jaar is het traject op veel fronten goed verlopen, totdat de alcoholproblematiek (weer) naar boven kwam. Het probleem bleek hardnekkiger dan in eerste instantie werd gedacht. Inmiddels wordt geconcludeerd dat de alcoholproblematiek (meer) moet worden aangepakt. Hier is geen langdurig kader van de verpleging van overheidswege voor nodig. Daarnaast is niet gebleken dat de alcoholproblematiek van de terbeschikkinggestelde direct verbonden is aan het delictgevaar, nu hij niet is teruggevallen in delictgedrag. Er is op dit moment nog geen duidelijk plan. Het is daarom van belang om over een jaar opnieuw naar de zaak te kijken, zodat de kliniek meer inzicht heeft en zodat duidelijk is welk traject gewenst is in de situatie van de terbeschikkinggestelde. De raadsvrouw heeft daarom verzocht om de maatregel te verlengen voor de duur van één jaar. Daarnaast heeft de raadsvrouw verzocht de reclassering opdracht te geven de mogelijkheden van een (hernieuwde) voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege te onderzoeken en de beslissing omtrent de verpleging van overheidswege hiertoe aan te houden. Hierbij is onder meer van belang dat het ingeschatte recidiverisico niet een hoger beveiligingsniveau dan een FPK vereist.
Het standpunt van het openbaar ministerie
De situatie nu is anders dan ten tijde van de beslissing van de rechtbank. De verpleging van overheidswege is onlangs hervat en de terbeschikkinggestelde is teruggeplaatst in een FPK. Hij heeft op dit moment geen verlof. Terug naar het kader van de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege is op dit moment geen optie. Het is belangrijk dat de kliniek de terbeschikkinggestelde goed leert kennen. Er moet nog een totaalplan komen. De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot vernietiging van de beslissing van de rechtbank en tot verlenging van de maatregel voor de duur van één jaar, omdat de behoefte bestaat aan een nieuw en duidelijk plan voor de terbeschikkinggestelde. De advocaat-generaal verzet zich tegen toewijzing van het verzoek tot aanhouding, teneinde de reclassering opdracht te geven de mogelijkheden van een (hernieuwde) voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege te onderzoeken. De advocaat-generaal acht het te vroeg voor een dergelijk onderzoek, gelet op het stadium waarin de terbeschikkinggestelde zich momenteel bevindt.
Het oordeel van het hof
Vernietiging
Het hof zal de beslissing van de rechtbank vernietigen omdat het tot een andere beslissing komt over de duur van de verlenging.
Indexdelict
Bij arrest van 28 maart 2002 heeft het gerechtshof ’s-Hertogenbosch aan de terbeschikkinggestelde de maatregel van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege opgelegd voor verkrachting. Dit is een misdrijf dat gericht is tegen en/of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van personen.
Stoornis en recidivegevaar
Bij de terbeschikkinggestelde is sprake van een anders gespecifieerde persoonlijkheidsstoornis met narcistische, borderline en antisociale kenmerken. Daarnaast is er sprake van een stoornis in het gebruik van alcohol, in ernstige mate en van een stoornis in het gebruik van stimulantia, in langdurige remissie. Psychiater Kaiser schat in haar rapport van 9 december 2019 het recidivegevaar zonder de TBS-maatregel in als matig. De reclassering schat het recidivegevaar in als matig tot hoog.
Verlenging
Zowel de verdediging als de advocaat-generaal heeft een verlenging van de maatregel bepleit.
Psychiater Kaiser heeft in haar rapport van 9 december 2019, toen er sprake was van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege, geadviseerd de maatregel te verlengen. De terbeschikkinggestelde heeft bij zijn leefstijl nu coping als hij gevoelens van agressie ervaart. Vanuit de narcistische problematiek zoekt hij nu te veel bevestiging in vluchtige seksuele contacten met vrouwen. Het is belangrijk dat hij bevestiging leert ervaren in zijn dagelijkse leven, zoals in werk of club. Tevens zal zijn wijze van omgaan met vrouwen gemonitord moeten worden om te voorkomen dat hij in pre-delictsituaties komt. Gezien de matige kans op herhaling van het indexdelict als hij nu geen tbs kader meer zou hebben, zal de maatregel voortgezet moeten worden. Het komende jaar zou gebruikt kunnen worden om zijn omgang met vrouwen intensief te bespreken en hem bewust te maken van valkuilen daarin aan de hand van concrete situaties.
Van belang is dat hij alcoholabstinentie volhoudt met ondersteuning bij de verslavingszorg. Hij zal daar waarschijnlijk fors gemotiveerd moeten worden. Alcoholgebruik kan bij hem zijn oordeels- en kritische vermogen verzwakken waardoor hij met een vrouw in een
predelictsituatie kan komen.
Uit het verlengingsadvies van GGZ Reclassering Limburg van 27 januari 2020 volgt dat de terbeschikkinggestelde intensief werd gecontroleerd en begeleid, maar dat dat niet leidde tot een gedragsverandering. Het lukte de terbeschikkinggestelde niet om zich te onthouden van middelen. De reclassering gaf op dat moment aan dat als de maatregel zou wegvallen er geen controle en begeleiding meer zou zijn en dat de reclassering dan geen inschatting zou kunnen doen op signalen zoals (overmatig) alcoholgebruik die kunnen leiden tot (seksueel) agressief gedrag, wat tot delictgedrag kan leiden. Alcohol kan het kritisch vermogen van de terbeschikkinggestelde verminderen en daardoor kan hij in een predelictsituatie komen. De behandelvoorwaarden werden als noodzakelijk gezien om de risico’s te kunnen managen.
Op 22 juni 2020 is de verpleging van overheidswege hervat, omdat de terbeschikkinggestelde zich niet aan de bijzondere voorwaarde hield. De terbeschikkinggestelde was niet open over zijn alcoholgebruik. Hierdoor waren de risico’s in een voorwaardelijk kader niet te managen. De kans op recidive werd op dat moment ingeschat als hoog. Op 6 augustus 2020 is de terbeschikkinggestelde in [kliniek] geplaatst.
Uit het advies van [kliniek] van 15 september 2020 volgt dat de alcoholverslaving van de terbeschikkinggestelde een risicofactor is. De terbeschikkinggestelde is zich hiervan bewust. Verder is hij weinig gemotiveerd voor behandeling. Het contact met vrouwen wordt geobserveerd en gerapporteerd. Verder neemt de terbeschikkinggestelde zijn medicatie, maar geeft hij aan deze af te willen bouwen. Hij wil zich niet afhankelijk maken van medicatie om met spanningen om te gaan. De terbeschikkinggestelde heeft baat bij een structurerende omgeving en wordt hier minder getriggerd qua alcoholgebruik.
Gelet hierop is het hof van oordeel dat de veiligheid dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de maatregel eist.
Afwijzen verzoek
Het hof acht zich op basis van de voorhanden zijnde informatie voldoende voorgelicht om te kunnen oordelen op het door de terbeschikkinggestelde ingediende beroep. Het verzoek om de reclassering opdracht te geven de mogelijkheden van het kader van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege te onderzoeken en de zaak hiertoe aan te houden wordt afgewezen, nu de noodzakelijkheid daarvan niet is gebleken. Het hof acht een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege thans prematuur.
Termijn van de verlenging
Vervolgens is de vraag aan de orde met welke termijn de maatregel dient te worden verlengd.
Het hof heeft als uitgangspunt dat, wanneer aannemelijk is geworden dat de behandeling van de terbeschikkinggestelde meer tijd in beslag zal nemen dan de tijd die resteert bij een verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van een jaar, de terbeschikkingstelling verlengd dient te worden met een termijn van twee jaar. Het hof ziet in dit geval echter aanleiding om van dit uitgangspunt af te wijken.
De terbeschikkinggestelde zit pas zeer recent in [kliniek] . De FPK moet de terbeschikkinggestelde nog leren kennen. De terbeschikkinggestelde heeft op dit moment (nog) geen vrijheden en er is nog geen concreet (behandel)plan. Uit de hierboven aangehaalde adviezen blijkt dat er naast de alcoholproblematiek sprake is van meer problematiek. Er dient een nieuw en duidelijk behandelplan te komen, waarbij meer dan alleen de alcoholproblematiek aan de orde komt. Op die manier kan uitgezocht worden welke problematiek aangepakt dient te worden om terugval te voorkomen en het recidiverisico te beperken tot een maatschappelijk aanvaardbaar niveau. Het hof zal in het belang van de terbeschikkinggestelde de maatregel, die al zeventien jaar duurt, op dit moment verlengen met één jaar zodat de ontwikkelingen met betrekking tot de invulling en het verloop van het verdere traject voor de terbeschikkinggestelde op een kortere termijn kunnen worden bezien.
Daarbij wordt opgemerkt dat aan deze verlenging met één jaar niet de verwachting kan worden ontleend dat na verloop van dat jaar de terbeschikkingstelling voorwaardelijk zal worden beëindigd of slechts met een jaar zal worden verlengd.

Beslissing

Het hof:
Wijst afhet verzoek de reclassering opdracht te geven de mogelijkheden van het kader van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege te onderzoeken.
Vernietigtde beslissing van de rechtbank Oost-Brabant van 23 maart 2020 met betrekking tot de terbeschikkinggestelde
[naam terbeschikkinggestelde].
Verlengtde terbeschikkingstelling met een termijn van
één jaar.
Aldus gedaan door
mr. M.E. van Wees als voorzitter,
mr. W.A. Holland en mr. M.J.C. Dijkstra als raadsheren,
en drs. A. Vissers en dr. P.K.J. Ronhaar als raden,
in tegenwoordigheid van mr. K. van Laarhoven als griffier,
en op 8 oktober 2020 in het openbaar uitgesproken.
De raden zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.