In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 8 oktober 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep betreffende de terbeschikkingstelling (TBS) van een terbeschikkinggestelde, geboren in Marokko in 1972. Het hof heeft de beslissing van de rechtbank Oost-Brabant van 23 maart 2020 vernietigd, waarin de rechtbank de TBS-maatregel voor twee jaar had verlengd. Het hof oordeelde dat de situatie van de terbeschikkinggestelde sinds de eerdere beslissing was veranderd en dat er onvoldoende onderbouwing was voor een verlenging van twee jaar. De terbeschikkinggestelde verblijft sinds kort in een nieuwe kliniek en er is nog geen duidelijk behandelplan opgesteld. Het hof heeft daarom besloten de TBS-maatregel met één jaar te verlengen, zodat de kliniek de terbeschikkinggestelde beter kan leren kennen en er meer inzicht kan komen in de benodigde behandeling.
Tijdens de zitting op 24 september 2020 zijn de terbeschikkinggestelde, zijn raadsvrouw mr. S. Marjanovic, en de advocaat-generaal mr. R. Segerink gehoord. De advocaat-generaal pleitte voor vernietiging van de eerdere beslissing en een verlenging van de maatregel met één jaar, omdat er behoefte is aan een nieuw en duidelijk behandelplan. Het hof heeft de argumenten van de verdediging en het openbaar ministerie gewogen en geconcludeerd dat de verlenging van de maatregel noodzakelijk is voor de veiligheid van de terbeschikkinggestelde en de maatschappij.
Het hof heeft vastgesteld dat de terbeschikkinggestelde lijdt aan een persoonlijkheidsstoornis en alcoholproblematiek, en dat er een risico op recidive bestaat. De terbeschikkinggestelde heeft in het verleden niet altijd de nodige stappen gezet om zijn problemen aan te pakken, wat de noodzaak voor een zorgvuldige en langdurige behandeling onderstreept. Het hof heeft de beslissing van de rechtbank vernietigd en de TBS-maatregel met één jaar verlengd, met de opmerking dat de ontwikkelingen in de behandeling van de terbeschikkinggestelde op korte termijn opnieuw beoordeeld zullen worden.