ECLI:NL:GHARL:2020:8893
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in hoger beroep voor openlijk geweld en mishandeling na onvoldoende bewijs
In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 2 november 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Midden-Nederland. De verdachte was eerder veroordeeld tot een taakstraf van 40 uren en een schadevergoeding aan de benadeelde partij. Het hof heeft het hoger beroep ingesteld door zowel de verdachte als de officier van justitie. Tijdens de zitting op 19 oktober 2020 is het bewijs tegen de verdachte besproken, waarbij de advocaat-generaal een taakstraf van 50 uren en een schadevergoeding van € 201,31 eiste.
Het hof heeft vastgesteld dat er onvoldoende wettig bewijs is voor de tenlastegelegde openlijke geweldpleging en mishandeling. De verklaringen in het dossier waren inconsistent en er was geen bewijs dat de verdachte opzet had op de geweldshandelingen. Hierdoor kon het hof niet vaststellen dat de verdachte schuldig was aan de tenlastegelegde feiten. Het hof heeft daarom het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van alle beschuldigingen.
De benadeelde partij had in eerste aanleg een vordering tot schadevergoeding ingediend, maar omdat de verdachte niet schuldig werd bevonden, werd de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering. De kosten van het geding werden op nihil begroot, aangezien de benadeelde partij in het ongelijk werd gesteld. Het arrest is uitgesproken door de meervoudige kamer voor strafzaken van het hof, met mr. J. Hielkema als voorzitter.