ECLI:NL:GHARL:2020:8900
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Tussenuitspraak
- Rechtspraak.nl
Tussenarrest inzake geestvermogens verdachte in hoger beroep
In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 2 november 2020 een tussenarrest gewezen in het hoger beroep van een verdachte, geboren in 1964. De verdachte had hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Nederland, dat op 14 november 2019 was uitgesproken. Tijdens de zitting op 19 oktober 2020 heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die strekte tot niet-ontvankelijk verklaring van de verdachte in het hoger beroep. Het hof heeft echter geconstateerd dat het onderzoek niet volledig was en dat er vermoedens bestonden dat de geestvermogens van de verdachte gebrekkig ontwikkeld of ziekelijk gestoord waren. Dit vermoeden leidde tot de conclusie dat de verdachte niet in staat was zijn belangen in het strafproces behoorlijk te behartigen.
Op basis van artikel 509a van het Wetboek van Strafvordering heeft het hof besloten het onderzoek te heropenen en de voorzitter van het gerecht opdracht te geven tot toevoeging van een raadsman aan de verdachte. Mr. W.M. Bierens, advocaat in Assen, is bereid gevonden om als raadsman op te treden. Het hof heeft bepaald dat de griffier een kopie van het dossier aan de toe te voegen raadsman moet verstrekken en dat de verdachte en zijn raadsman voor de nadere terechtzitting moeten worden opgeroepen, met tijdige kennisgeving aan het slachtoffer.
De beslissing van het hof om het onderzoek te heropenen en de verdachte te voorzien van een raadsman is van groot belang voor de waarborging van een behoorlijke belangenbehartiging in het strafproces. Het hof heeft hiermee de nodige stappen ondernomen om ervoor te zorgen dat de verdachte recht kan doen aan zijn verdediging, gezien de vermoedelijke beperkingen in zijn geestelijke vermogens.