Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De vaststaande feiten
3.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
4.Het geschil in hoger beroep
5.De motivering van de beslissing in hoger beroep
voorts worden niet in de berekening betrokken de door hen ten huwelijk aangebrachte goederen, zoals vermeld op de aan deze akte gehechte en door de comparanten en mij, notaris, ondertekende staat.’in de huwelijkse voorwaarden. Volgens de man blijkt daaruit dat het gehele voorhuwelijkse vermogen buiten de verrekening wordt gehouden, terwijl de vrouw stelt dat enkel buiten de verrekening wordt gehouden hetgeen vermeld is op de aan de huwelijkse voorwaarden gehechte staat van aanbrengsten.
Een vordering in contanten ten laste van mevrouw [geïntimeerde] , groot in hoofdsom
Een schuld in contanten ten behoeve van de heer [appellant] , groot in hoofdsom
f125.000,- die de woning aan het begin van het huwelijk had. Dat verhoudt zich er niet mee dat de gehele waarde van de woning buiten de verrekening zou vallen. Indien, zoals de man stelt, de waarde van de woning geheel buiten de verrekening zou moeten worden gehouden, zou een dergelijke bepaling in de staat van aanbrengsten en een taxatie van de woning immers in het geheel niet nodig en dus onbegrijpelijk zijn geweest. De man heeft ook anderszins niet kunnen toelichten waarom een taxatie van de woning indertijd heeft plaatsgevonden. Het kan daarom enkel zo zijn dat de waardebepaling destijds een startpunt is geweest voor het kunnen vaststellen van de waardevermeerdering tijdens het huwelijk. Dat de notaris de bedoeling van partijen verkeerd zou hebben begrepen zoals de man stelt, wordt door de vrouw betwist en door de man ook niet onderbouwd. De man heeft ook niet een daartoe strekkend bewijsaanbod gedaan. Door de specifieke regeling in de staat van aanbrengsten ten aanzien van waarde van de woning aan het begin van het huwelijk valt de waardevermeerdering van die woning tijdens het huwelijk onder de verrekening. De bepalingen in de huwelijkse voorwaarden in samenhang met de bepaling in de staat van aanbrengsten kunnen naar het oordeel van het hof niet anders worden gelezen en begrepen dan hiervoor overwogen. Grief 1 faalt.
131.201,81