Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
Overweging met betrekking tot het bewijs ten aanzien van feit 2
directin te leveren bij de politie en dat hij een misdrijf zou plegen als hij toch zou rijden. Verdachte heeft zijn rijbewijs echter nooit ingeleverd. Een situatie als bedoeld in artikel 164 lid 6 WVW 1994 doet zich hier dan ook niet voor. Die bepaling ziet immers op rijbewijzen die zijn ingevorderd en die onder bepaalde omstandigheden aan de houder moeten worden teruggegeven. Zoals hiervoor is weergegeven, kan een ingevorderd rijbewijs echter niet gelijk worden gesteld aan een rijbewijs waarvan de overgifte is gevorderd.
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
2 (twee) weken.
1 (één) week, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.