Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1. Stichting Regiecentrum Bescherming en Veiligheid,
1.De beslissing van de rechtbank
2.De procedure in hoger beroep
3.De feiten
4.Waar het om gaat
5.De motivering van de beslissing
N.P./Moldaviëbenadrukt dat beëindiging van het gezag alleen in zeer uitzonderlijke omstandigheden is toegestaan, na een zorgvuldige en frequente evaluatie van de mogelijkheden tot thuisplaatsing (vgl. EHRM 6 oktober 2015; no. 58455/13, EHRC 2015/239; N.P./Moldavië, par. 64-70).
Op basis van vaste rechtspraak van het EHRM geldt dat voldoende moet zijn geïnvesteerd in de band tussen kind en ouders teneinde een terugkeer naar huis te bewerkstelligen voordat een verderstrekkende maatregel mag worden overwogen (vgl. EHRM 12 juli 2001, 25702/94 (K. en T./Finland) en EHRM 10 maart 2020, ECLI:CE:ECHR:2020:031JUD03971015 (Hernehult/Noorwegen en Pedersen/Noorwegen)).