ECLI:NL:GHARL:2021:10854
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep kort geding
- M.H.H.A. Moes
- R. Prakke-Nieuwenhuizen
- J.U.M. van der Werff
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van lijfsdwang voor niet-betaalde kinderalimentatie in kort geding
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 23 november 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep van een kort geding. De appellante, wonende in Israël, had in eerste aanleg een vordering ingesteld tegen de geïntimeerde, die de kinderalimentatie voor hun kind niet had betaald. De voorzieningenrechter in de rechtbank Midden-Nederland had de vordering van appellante afgewezen, waarop zij in hoger beroep ging. Het hof oordeelde dat appellante een spoedeisend belang had bij de gevraagde voorziening, ondanks dat zij al veertien jaar een titel had voor de alimentatie. Het hof stelde vast dat de geïntimeerde, die de alimentatie sinds mei 2007 niet meer had betaald, zich onvindbaar maakte en zijn verplichtingen ontliep. Het hof oordeelde dat de omstandigheden voldoende waren om de vordering van appellante toe te wijzen en verleende haar verlof om de beschikking van 11 februari 2004 middels lijfsdwang ten uitvoer te leggen. De duur van de lijfsdwang werd vastgesteld op zes maanden. Het hof vernietigde het vonnis van de voorzieningenrechter en veroordeelde de geïntimeerde in de kosten van het hoger beroep.