Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
hij op of omstreeks 4 maart 2019 te Arnhem, in ieder geval in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer] , opzettelijk van het leven te beroven, immers heeft verdachte meermaals, in ieder geval eenmaal die [slachtoffer] in de borststreek, en/of de buikstreek, en/of de (boven)arm, althans in het lichaam geschoten, althans in de richting van het lichaam van voornoemde [slachtoffer] geschoten, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op of omstreeks 4 maart 2019 te Arnhem, in ieder geval in Nederland, een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een pistool, van het merk Walther, type TPH, kaliber .22LR zijnde een vuurwapen in de vorm van een geweer, revolver en/of pistool voorhanden heeft gehad.
Overweging met betrekking tot het bewijs
zichtbaar letsel op de bovenarm rechts;
letsel midden op de overgang borstkast, bovenbuik in het midden onder het zwaardvormig aanhangsel van het borstbeen;
een samengesteld letsel links en rechts van de navel en op de rechter onderbuik.
het proces-verbaal van onderzoek wapen, p. 158-160;
de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 1 oktober 2019.”
“omstreeks 4 maart 2019”in plaats van
“op 4 maart 2019”.
Bewezenverklaring
hij opof omstreeks4 maart 2019 te Arnhem,in ieder geval in Nederland,een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een pistool, van het merk Walther, type TPH, kaliber .22LR zijnde een vuurwapen in de vorm van een geweer, revolver en/of pistool voorhanden heeft gehad.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
onder 1 primairbewezenverklaarde levert op:
onder 2bewezenverklaarde levert op:
Strafbaarheid van de verdachte
en daarbij richting de voordeur liep. Verdachte hoorde dat [slachtoffer] aan het schreeuwen was en daarbij doodsbedreigingen naar hem uitte. De rechtbank acht ook dat laatste geloofwaardig, mede gelet op de verklaring ter zitting van verdachte en zijn echtgenote als getuige, in samenhang met de agressie die van [slachtoffer] uitging onder andere door het schreeuwen bij de deur. Toen verdachte boven bij zijn vrouw was aangekomen hoorde hij dat de ruit in de voordeur kapot werd geslagen.
maar de vraag is of dat in termen van dreiging zoveel minder zou zijn geweest. Dit is naar het oordeel van de rechtbank niet zo.
veronderstelling dat [slachtoffer] een vuurwapen bij zich had, heeft verdachte op de aanval van [slachtoffer] op zijn woning en zijn gezin gereageerd door zijn vuurwapen te pakken en daarmee naar beneden te gaan waarna hij, vrij snel nadat hij beneden was, de schoten heeft afgevuurd, precies op het moment dat [slachtoffer] – zichtbaar voor verdachte door het inmiddels gebroken ruitje van de voordeur – weer in de richting van de voordeur kwam gelopen.
[slachtoffer] (al) in het halletje stond. Dat is zeer goed voorstelbaar, ook omdat uit het uit het proces-verbaal van bevindingen waarin de camerabeelden van de bewakingsbeelden van verdachte worden beschreven, blijkt dat [slachtoffer] vlakbij de voordeur aan het schreeuwen was en [slachtoffer] de ruit in de deur had vernield.
Ik schiet je dood’.
Oplegging van straf en/of maatregel
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
onder 1 primairbewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld, verklaart de verdachte
niet strafbaar en ontslaat de verdachte te dier zake van alle rechtsvervolging.
onder 2bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) maanden.
onttrekking aan het verkeervan het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten: een pistool van het merk Walther, model TPH, kaliber .22LR.