Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in het principaal hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 9 december 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de omgangsregeling tussen een vader en zijn vijf kinderen. De vader en de moeder, die een affectieve relatie hebben gehad, zijn de ouders van de kinderen, die bij de moeder wonen. De vader heeft de kinderen erkend, maar de moeder oefent alleen het ouderlijk gezag uit. De rechtbank Midden-Nederland had eerder een omgangsregeling vastgesteld, maar de vader heeft deze niet nageleefd, wat heeft geleid tot een jaar zonder omgang. De moeder heeft in hoger beroep verzocht om wijziging van de omgangsregeling en om een dwangsom op te leggen aan de vader ter verzekering van de nakoming van de regeling.
Het hof heeft vastgesteld dat de ouders niet tot overeenstemming konden komen over de omgangsregeling. Na een mondelinge behandeling heeft het hof besloten dat de kinderen elk tweede weekend van de maand van zaterdag 9.30 uur tot zondag 19.30 uur bij de vader verblijven. Daarnaast is bepaald dat de kinderen in de zomervakantie de laatste twee weken van juli bij de vader verblijven en in de kerstvakantie om de beurt een week bij de vader. Het hof heeft ook een dwangsom van € 150,- per keer opgelegd voor het geval de vader de omgangsregeling niet naleeft, met een maximum van € 5.000,-.
De beslissing van het hof is genomen in het belang van de kinderen, waarbij de rechter heeft benadrukt dat het van groot belang is dat de omgangsregeling door de vader wordt nagekomen. De kosten van de procedure zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten draagt. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.