Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, gaat het om de omgangsregeling tussen een minderjarige en zijn biologische vader. De moeder, die in hoger beroep is gegaan, woont op een geheim adres en heeft mr. B.M.A. Jegers als advocaat. De biologische vader, wonende te [A], wordt vertegenwoordigd door mr. J.A.H. Schoofs. De juridische vader en de gecertificeerde instelling Stichting Bureau Jeugdzorg Limburg zijn ook betrokken als belanghebbenden.
De procedure in hoger beroep volgt op een eerdere beschikking van de rechtbank Gelderland van 19 november 2018. Het hof verwijst naar zijn tussenbeschikking van 17 november 2020, waarin het hof de GI heeft verzocht om informatie over de situatie van de minderjarige. De GI heeft op 16 december 2020 gerapporteerd dat de minderjarige op 18 augustus 2020 uit huis is geplaatst in een crisisgroep en momenteel behandeling ondergaat. De moeder en stiefvader weigeren samen te werken met de GI, wat het moeilijk maakt om de mogelijkheid van thuisplaatsing te onderzoeken.
Het hof heeft vastgesteld dat de minderjarige zich goed ontwikkelt in de behandelgroep, maar dat er zorgen zijn over de invloed van de moeder en stiefvader op zijn perceptie van de biologische vader. Het hof oordeelt dat de door de GI voorgestelde omgangsregeling in het belang van de minderjarige is en vernietigt de eerdere beschikking van de rechtbank. De omgang zal zorgvuldig worden voorbereid en begeleid, met als doel de relatie tussen de minderjarige en de biologische vader te bevorderen. De beschikking is uitgesproken op 11 februari 2021.