In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 11 februari 2021 uitspraak gedaan in een hoger beroep betreffende de benoeming van een bijzondere curator over een minderjarige. De zaak betreft een verzoek van de vrouw, die in het principaal hoger beroep optreedt, en de man, die in het incidenteel hoger beroep optreedt. De rechtbank Overijssel had eerder mr. E.M. Thoenes-van der Veen benoemd tot bijzondere curator over de minderjarige. De vrouw en de man hebben beiden ingestemd met het ontslag van mr. Thoenes-van der Veen, maar de vrouw heeft verzocht om benoeming van een nieuwe bijzondere curator met specifieke deskundigheid op het gebied van psychologie of psychiatrie. Het hof heeft geoordeeld dat het noodzakelijk is om een opvolgend bijzondere curator te benoemen, maar dat specifieke psychologische of psychiatrische deskundigheid niet vereist is. Het hof heeft mr. M.L.J. Wekking benoemd tot nieuwe bijzondere curator en haar opgedragen om uiterlijk 30 april 2021 een schriftelijk verslag van haar bevindingen in te dienen. De beslissing van het hof is genomen in het belang van de minderjarige, waarbij het hof de richtlijnen voor benoeming van bijzondere curatoren in acht heeft genomen.