In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 12 februari 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een veroordeling van de politierechter in de rechtbank Midden-Nederland. De verdachte, geboren in 1978 en woonachtig in [woonplaats], was eerder veroordeeld voor winkeldiefstal en had hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van 4 april 2019. Het hof heeft het hoger beroep behandeld op de zitting van 29 januari 2021, waarbij de advocaat-generaal een gevangenisstraf van 1 dag en een taakstraf van 60 uren heeft gevorderd, met een vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf.
Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte samen met een medeverdachte op 26 januari 2019 in [plaats] in vereniging een aantal goederen, waaronder vlees en vis, heeft weggenomen uit een supermarkt. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan diefstal door twee of meer verenigde personen. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan, waarbij het de verdachte heeft veroordeeld tot een gevangenisstraf van 1 dag, met aftrek van voorarrest, en een taakstraf van 60 uren, subsidiair 30 dagen vervangende hechtenis. De vordering tot tenuitvoerlegging van de eerder opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf is omgezet naar een taakstraf van 60 uren.
De beslissing van het hof is mede gebaseerd op de omstandigheden van de verdachte, waaronder haar behandeling bij een psycholoog en de zorg voor haar drie minderjarige kinderen. Het hof heeft rekening gehouden met de spijt van de verdachte en haar inspanningen om haar leven te verbeteren, en heeft besloten om haar een laatste kans te geven door een lichtere straf op te leggen.