ECLI:NL:GHARL:2021:1692

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
23 februari 2021
Publicatiedatum
23 februari 2021
Zaaknummer
200.255.961
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake pensioenreglement en indexering vorderingen van pensioengerechtigden tegen T-Systems Nederland B.V.

In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden werd behandeld, hebben een groep pensioengerechtigden, voormalige werknemers van T-Systems Nederland B.V., hoger beroep ingesteld tegen een eerdere uitspraak van de kantonrechter. De pensioengerechtigden vorderden nakoming van het pensioenreglement, specifiek met betrekking tot de indexering van hun pensioenuitkeringen. Ze stelden dat hun pensioenuitkeringen vanaf 2001 te laag waren en dat er vanaf 2007 geen indexering meer plaatsvond. T-Systems werd verweten artikel 17 van het pensioenreglement onjuist uit te leggen en aansprakelijk gesteld voor een fout bij de berekening van de indexering door de pensioenuitvoerder, Nationale-Nederlanden (NN).

Het hof oordeelde dat de vorderingen van de pensioengerechtigden gedeeltelijk toewijsbaar waren. Het hof concludeerde dat T-Systems tekort was geschoten in de nakoming van het pensioenreglement door de indexering niet correct toe te passen, met name door ook actieve deelnemers te indexeren, wat leidde tot een lagere indexering voor de gewezen deelnemers. De vorderingen die betrekking hadden op de periode na 2007 werden afgewezen, omdat de pensioengerechtigden geen recht meer hadden op indexering vanaf dat jaar.

Het hof heeft de eerdere vonnissen van de kantonrechter vernietigd en T-Systems veroordeeld tot schadevergoeding aan de pensioengerechtigden, die nader op te maken is bij staat. De kosten van de procedure werden gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten droeg. Dit arrest werd uitgesproken op 23 februari 2021.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Leeuwarden
afdeling civiel recht, handel
zaaknummer gerechtshof 200.255.961
(zaaknummer rechtbank Midden-Nederland 4240871)
arrest van 23 februari 2021
in de zaak van

1.[appellant1] , wonende te [A] ,

2.
[appellant2], wonende te [B] ,
3.
[appellant3], wonende te [C] ,
4.
[appellant4], wonende te [A] ,
5.
[appellant5], wonende te [D] ,
6.
[appellant6], wonende te [E] ,
7.
[appellant7], wonende te [F] ,
8.
[appellant8], wonende te [G] ,
9.
[appellant9], wonende te [B] ,
10.
[appellant10], wonende te [H] ,
11.
[appellant11], wonende te [I] ,
12.
[appellant12], wonende te [J] ,
13.
[appellant13], wonende te [D] ,
appellanten,
in eerste aanleg: eisers,
hierna: de pensioengerechtigden,
gemachtigde: mr. G.J. Knotter,
tegen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
T-Systems Nederland B.V.,
gevestigd te Vianen (ZH),
geïntimeerde,
in eerste aanleg: gedaagde
hierna: T-Systems,
gemachtigde: mr. G.R. Derksen.

1.De procedure in eerste aanleg

Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar de inhoud van de vonnissen van 25 mei 2016, 25 januari 2017, 30 augustus 2017 [1] en 5 december 2018 [2] ,
die kantonrechter in de rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht heeft gewezen.
2. De procedure in hoger beroep
2.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding in hoger beroep van 4 maart 2019,
- de memorie van grieven,
- de memorie van antwoord.
2.2
Vervolgens heeft het hof arrest bepaald.

3.De beoordeling in hoger beroep

samenvatting en beslissing
3.1
De pensioengerechtigden zijn (ex-)werknemers van T-Systems. Aan hen is een pensioentoezegging gedaan overeenkomstig het pensioenreglement van Volmac Facility Centre B.V., een eerdere handelsnaam van T-Systems (hierna: het pensioenreglement). De pensioengerechtigden vinden dat hun pensioenuitkeringen ten onrechte vanaf 2001 te laag en vanaf 2007 in het geheel niet meer zijn geïndexeerd. T-Systems is volgens hen toerekenbaar tekortgekomen in de nakoming van de indexatieparagraaf van artikel 17 van het pensioenreglement. Daarom vorderen zij in deze procedure verklaringen voor recht en schadevergoeding, op te maken bij staat. Zij baseren hun vorderingen op twee grondslagen:
(i) T-Systems legt artikel 17 van het pensioenreglement onjuist uit, en
(ii) er is een fout gemaakt door NN bij de berekening van de indexering, waarvoor T-Systems aansprakelijk is.
3.2
Het hof wijst de vorderingen van de pensioengerechtigden gedeeltelijk toe. Dit oordeel wordt hierna uitgelegd. Daarbij zal het hof ingaan op de grondslagen van de vorderingen en de verschillende verweren die door T-Systems daartegen zijn aangevoerd.
vooraf
3.3
Ten tijde van het tot stand komen van de overeenkomst en gold de Pensioen- en spaarfondsenwet (PSW) en golden de Regelen Verzekeringsovereenkomsten PSW. De PSW is per 1 januari 2007 vervangen door de Pensioenwet (PW).
omvang van het geschil
3.4
T-Systems had de pensioenregeling van de pensioengerechtigden ondergebracht bij Nationale-Nederlanden (NN). Per 1 januari 2001 is de verzekeringsovereenkomst met NN beëindigd en heeft T-Systems de pensioenregeling ondergebracht bij een andere verzekeringsmaatschappij. Het gaat in deze zaak over de verzekeringsovereenkomst tussen NN en T-Systems. Daarin is geregeld dat de overrente door NN over elk kalenderjaar aan T-Systems wordt uitgekeerd volgens de in Bijlage III beschreven systematiek. Na het aflopen van de verzekeringsovereenkomst met NN zijn de pensioenuitkeringen van de pensioengerechtigden tot en met 2006 geïndexeerd. In 2007 was de overrente (voor het eerst) negatief. T-Systems heeft toen een beroep gedaan op artikel 14 lid 4 van de verzekeringsovereenkomst, waarin is geregeld (kort gezegd) dat Bijlage III buiten werking treedt en het recht van T-Systems op uitkering van verdere overrente komt te vervallen. Hierdoor had T-Systems vanaf 2007 geen recht meer op overrente. In hoger beroep is door de pensioengerechtigden niet langer betwist dat T-Systems de verzekeringsovereenkomst met NN mocht beëindigen. Zij voeren ook niet aan dat T-Systems geen beroep mocht doen op artikel 14 lid 4 van de verzekeringsovereenkomst.
3.5
De pensioengerechtigden en T-Systems zijn het niet eens over de uitleg van de indexeringsparagraaf in het pensioenreglement (zie hierna), maar zij zijn het er in hoger beroep wel over eens dat de regeling een voorwaardelijk karakter heeft: de pensioengerechtigden hebben alleen recht op indexering van hun pensioenuitkering als er overrente is, waaruit de indexering gefinancierd wordt. Nu het recht op overrente van T-Systems vanaf 2007 is vervallen, betekent dat dat in hoger beroep vaststaat dat de pensioengerechtigden vanaf 2007 geen recht meer hebben op indexering van hun pensioenuitkeringen. Voor zover de vorderingen zien op de periode na 2007 zijn deze dus niet toewijsbaar. De verdere beoordeling ziet dan ook op de vorderingen over de indexeringen over de periode 2001 tot en met 2006.
verjaring
3.6
Volgens T-Systems kan het hof aan een inhoudelijke behandeling van de zaak niet toekomen, omdat de vorderingen van de pensioengerechtigden zijn verjaard. Dit verweer gaat niet op.
3.7
De verjaringstermijn bedraagt vijf jaar. Daar zijn partijen het ook over eens. T-Systems vindt dat die verjaringstermijn is begonnen “ergens in 2007 of 2008”. Dat leidt zij af uit de brief van de advocaat van de pensioengerechtigden van 16 oktober 2009. Daarin staat namelijk dat men al “geruime tijd” bezig is met het achterhalen waarom er niet is geïndexeerd. De pensioengerechtigden wisten dus toen al dat zij (volgens hen) schade leden en dat zij T-Systems daarvoor wilden aanspreken. Het hof volgt T-systems hierin niet. De verjaringstermijn begint volgens de wet te lopen op de dag volgende op die waarop (in dit geval) de pensioengerechtigden met de schade bekend zijn geworden. Het gaat er dan om dat zij daadwerkelijk in staat waren een rechtsvordering tot vergoeding van hun schade in te stellen. Uit de mededeling in de brief van 16 oktober 2009 dat individuele pensioengerechtigden al geruime tijd proberen te achterhalen
waaromhun uitkeringen niet worden geïndexeerd blijkt niet dat voor de pensioengerechtigden vóór de datum van de brief al duidelijk was dat zij schade leden en in staat waren een rechtsvordering in te stellen. Andere gronden ter onderbouwing van de stelling dat de verjaringstermijn ergens in 2007 of 2008 is begonnen worden door T-systems niet aangevoerd
3.8
Als al moet worden aangenomen dat de verjaringstermijn voor 16 oktober 2009 is begonnen, is deze termijn door die brief tussentijds gestopt (gestuit). T-Systems vindt dat die brief niet voldoet aan de eisen van de wet, maar het hof is het daar niet mee eens. De verjaring van een rechtsvordering wordt gestuit door een schriftelijke mededeling, waarin de schuldeiser zich ondubbelzinnig zijn recht op nakoming voorbehoudt [3] . De bedoeling van deze regeling is dat degene tegen wie de vordering zich richt voldoende duidelijk wordt gewaarschuwd dat hij er rekening mee moet houden dat hij ook na het verstrijken van de verjaringstermijn nog bewijsmateriaal nodig heeft om zich tegen de vordering te verweren. Het gaat in deze zaak om een vordering van een aantal oud-werknemers over de nakoming van de pensioentoezegging. Uit de brief blijkt dat individuele pensioengerechtigden probeerden te achterhalen waarom hun uitkeringen niet werden geïndexeerd en dat zich een comité van huidige en gepensioneerde medewerkers van T-Systems had gevormd om de problematiek te inventariseren en op te lossen. Daarnaast staat in die brief ondubbelzinnig dat er is gehandeld in strijd met de pensioentoezegging en dat T-systems als veroorzaker primair verantwoordelijk is voor het oplossen van de pensioenproblemen. In de bijlage bij de brief wordt uitgebreid uiteengezet op welke punten de pensioentoezegging niet is nagekomen. Uit deze brief met bijlage moet het voor T-Systems voldoende duidelijk zijn geweest dat zij volgens (in elk geval) de pensioengerechtigden die de brief schreven, had gehandeld in strijd met de pensioentoezegging en dat zij bewijsmateriaal moest bewaren om zich te verweren tegen vorderingen in dat verband. Dat in die brief ook een uitnodiging staat om te overleggen maakt dat niet anders. De brief is geschreven door enkele pensioengerechtigden en daaruit blijkt dat meerdere pensioengerechtigden om dezelfde redenen problemen hadden met de uitvoering van het pensioen door T-Systems. Nu het hier gaat om een groep pensioengerechtigden, maakte het voor T-Systems niet uit om welke pensioengerechtigden het precies ging en is voldaan aan de eis in de wet dat de mededeling door
de schuldeisermoet worden gedaan. Dat die brief maar door drie van de pensioengerechtigden in deze procedure is ondertekend is dus niet van belang. Als gezegd, voor T-Systems moest door de brief voldoende duidelijk zijn dat zij zich moest verweren tegen vorderingen tot nakoming van de pensioentoezegging.
3.9
Om diezelfde reden is de verjaringstermijn door de brief van de advocaat van de pensioengerechtigden van 15 januari 2014 nogmaals gestopt. Ook daarin wordt door de advocaat namens een groep pensioengerechtigden duidelijk gemaakt dat de pensioengerechtigden het niet eens waren de indexering van hun pensioenaanspraken en dat de advocaat opdracht had om, als T-Systems niet in overleg wilde treden, de vorderingen in rechte aanhangig te maken.
het pensioenreglement
3.1
Uit het overgelegde pensioenreglement blijkt dat dit reglement de pensioenafspraken tussen T-Systems en haar werknemers inhoudt: T-Systems verplicht zich in artikel 2 van het reglement ten opzichte van de deelnemers tot het afsluiten van pensioenverzekeringen. In lid 2 staat dat de (enige) verplichting van T-Systems ten opzichte van de deelnemers bestaat uit het sluiten en in stand houden van de pensioenverzekeringen “
volgens het in dit reglement bepaalde”. Het pensioenreglement behelst hier dus de pensioentoezegging in de zin van artikel 2 PSW en is geen pensioenreglement zoals bedoeld in de PW. Dit betekent dat de rechtsverhouding tussen T-systems en de pensioengerechtigden wordt beheerst door het pensioenreglement.
grondslag (i): uitleg artikel 17 pensioenreglement
3.11
De vorderingen van de pensioengerechtigden zijn gebaseerd de stelling dat T-Systems toerekenbaar tekort is gekomen in de nakoming van artikel 17 van het pensioenreglement. Dit artikel betreft de indexering van pensioenuitkeringen en luidt als volgt:

Artikel 17.
Aanpassing ingegane pensioenen.
1. Jaarlijks op 1 januari zullen de op grond van het bepaalde in dit reglement
verworven pensioenaanspraken of-rechten van gewezen deelnemers en/of
na te laten betrekkingen van gewezen deelnemers worden verhoogd.
2. Maatstaf voor deze verhoging is de ontwikkeling van de indexcijfers van de
Regelingslonen per week en per maand van volwassen werknemers (totaal)
en inclusief compensatie pensioenpremie, vakantietoeslag, spaarloon en
andere uitkeringen, zoals deze laatstelijk voor de respectieve data zijn
gepubliceerd in het Statistisch Bulletin van het Centraal Bureau voor de
Statistiek.
3. De onder 1 bedoelde verhoging zal worden gefinancierd uit de beschikbare
overrente die krachtens de overeenkomst met Nationale-Nederlanden daarvoor beschikbaar komt. Indien de beschikbare overrente niet toereikend is om de verhoging te effectueren, zal de beschikbare overrente worden aangewend ter verhoging van genoemde pensioenen met een voor alle betrokkenen gelijk percentage".”
3.12
De pensioengerechtigden en T-Systems zijn het er niet over eens hoe dit artikel moet worden uitgelegd. Volgens de pensioengerechtigden volgt uit het artikel dat T-Systems de pensioenuitkering jaarlijks diende te indexeren, voor zover er overrente is. Of daarvan sprake is moet niet per jaar bekeken worden. Dat betekent dat ook indexeringen moesten worden toegekend als er gerealiseerde overrente uit voorgaande jaren beschikbaar was. Volgens T-Systems klopt dat niet en brengt het artikel mee dat per jaar bekeken moet worden of er overrente beschikbaar komt ter financiering van de indexering. Het verschil van inzicht tussen hen gaat er dus over of de in een kalenderjaar gerealiseerde overrente, die overblijft als er meer overrente is gerealiseerd dan voor een kalenderjaar nodig voor indexering (het surplus aan overrente), beschikbaar blijft voor indexering in volgende jaren (visie pensioengerechtigden) of dat dit surplus toekomt aan T-Systems en voor andere pensioendoeleinden mag worden aangewend (visie T-Systems).
3.13
Het hof hanteert bij de uitleg van het pensioenreglement de volgende uitgangspunten. Het pensioenreglement regelt de aanspraken van de (ex-)werknemers van T-Systems. Voor de uitleg van de bepalingen uit dat reglement geldt dat de omstandigheden van het concrete geval van belang zijn, gewaardeerd naar wat de maatstaven van redelijkheid en billijkheid meebrengen. Het betreft hier een regeling die naar haar aard bestemd is om de rechtspositie van derden te beïnvloeden, zonder dat die derden invloed hebben op de inhoud en formulering van de regeling en voor wie de bedoeling van de oorspronkelijk contracterende partijen niet kenbaar is - behalve voor zover van die bedoeling blijkt uit de tekst of een schriftelijke toelichting - zodat in het algemeen bij de uitleg van de bepalingen van het pensioenreglement in beginsel objectieve maatstaven centraal staan. Daarbij wordt ook rekening gehouden met de aard en strekking van de bepalingen, de elders in het reglement gebruikte formuleringen en de aannemelijkheid van de rechtsgevolgen waartoe de mogelijke tekstinterpretaties zouden leiden.
3.14
Zoals hiervoor is aangegeven spitst het debat tussen partijen zich toe op de financiering van de indexering. Partijen zijn het erover eens dat artikel 17 een voorwaardelijke indexeringsregeling inhoudt en dat er alleen geïndexeerd wordt als de overrente toereikend is. De financiering van de indexering is geregeld in lid 3. Daarin wordt verwezen naar de verzekeringsovereenkomst tussen T-Systems en NN. Die verzekeringsovereenkomst wordt op die wijze geïncorporeerd in het pensioenreglement. In de verzekeringsovereenkomst is geregeld dat de overrente door Nationale-Nederlanden over elk kalenderjaar wordt uitgekeerd (Bijlage III) en dat de tussen Nationale-Nederlanden en T-Systems over en weer verschuldigde bedragen op een rekening-courant worden geboekt. In de verzekeringsovereenkomst is dus niet voorzien in een depotregeling ten behoeve van de overrente. Vaststaat dat Nationale-Nederlanden (een surplus aan) overrente steeds op de rekening-courant heeft geboekt en dat dit niet apart is geoormerkt. Vooropstaat dat uit de tekst van artikel 17 lid 3 niet volgt dat een surplus aan overrente wordt gereserveerd voor toekomstige indexeringen. Er staat niet meer dan dat de overrente die beschikbaar “
komt” wordt aangewend voor de indexering. Volgens lid 1 wordt de indexering jaarlijks toegekend. Nu lid 3 gaat over de financiering van de indexering per jaar, volgt uit de context van de regeling dat ook per jaar bekeken wordt of de overrente van dat jaar toereikend is voor de financiering daarvan. Daarbij is van belang dat in lid 3 wordt verwezen naar de verzekeringsovereenkomst, dat daarin is voorzien in een jaarlijkse uitkering van overrente op de rekening-courant, dat de verzekeringsovereenkomst geen regeling kent waarin het surplus wordt gereserveerd voor toekomstige indexeringen en dat deze ook niet zo is uitgevoerd. De pensioengerechtigden stellen dat uit de tekst van artikel 17 niet blijkt dat de overrente niet beschikbaar blijft voor indexering van toekomstige indexeringen, maar aan dat argument komt weinig waarde toe, omdat daaruit ook niet blijkt dat dat wel het geval is en uit de context veeleer het tegendeel blijkt.
3.15
De pensioengerechtigden vinden ook dat de uitleg per jaar een niet aanvaardbaar rechtsgevolg heeft, omdat daarmee geen recht wordt gedaan aan de indexerings-ambitie. Maar het hof ziet niet in dat er een indexerings-ambitie zou zijn die verder strekt dan de regeling van artikel 17 en de pensioengerechtigden stellen dat ook niet. Tot slot brengt ook het argument van de pensioengerechtigden over de afwezigheid van beleidsvrijheid van T-Systems het hof niet tot een ander oordeel. Volgens de pensioengerechtigden volgt uit de tweede zin van artikel 17 lid 3 dat de omvang van de indexering altijd afhankelijk is van de beschikbare overrente en dat T-Systems daarom geen (andere) beleidsvrijheid heeft bij de toekenning van de indexering. Deze conclusie volgt echter niet uit die zin en bovendien leidt die conclusie er nog niet toe dat T-Systems gehouden zou zijn om een surplus aan overrente in enig jaar te reserveren voor toekomstige indexeringen, zoals de pensioengerechtigden bepleiten.
conclusie grondslag (i)
3.16
De grondslag over de uitleg van artikel 17 van het pensioenreglement kan de vorderingen van de pensioengerechtigden niet dragen.
grondslag (ii): fouten in de berekening van de indexering
3.17
In deze procedure hebben de pensioengerechtigden nog een nieuw argument aangevoerd waarom T-Systems is tekort gekomen in de nakoming van artikel 17 van het pensioenreglement. T-Systems heeft een brief van NN van 8 september 2016 overgelegd, waaruit blijkt dat de indexering van de pensioenuitkeringen over de jaren 2003 tot 2007 niet juist is toegepast: die indexeringen zijn toegekend aan gewezen deelnemers/gepensioneerden èn actieve deelnemers, terwijl de actieve deelnemers daar geen recht op hadden. Omdat de beschikbare overrente dus mede is aangewend voor indexering van de uitkeringen van de actieve deelnemers, is volgens NN aannemelijk dat de groep gewezen deelnemers/gepensioneerden over de jaren 2003, 2004 en 2005 een lagere indexatie hebben gekregen.
3.18
De pensioengerechtigden voeren aan dat zij door deze fout van NN schade hebben geleden en dat T-Systems daarvoor aansprakelijk is. T-Systems betwist dat de pensioengerechtigden schade hebben geleden en stelt dat zij daar hoe dan ook niet aansprakelijk voor is, omdat het een uitvoeringskwestie is waarvoor de pensioengerechtigden bij NN en niet bij haar moeten aankloppen.
3.19
Hiervoor (3.10) heeft het hof vooropgesteld dat het pensioenreglement de rechtsverhouding tussen T-Systems en de pensioengerechtigden beheerst. Dat betekent dat T-Systems ten opzichte van de pensioengerechtigden gehouden is om het pensioenreglement na te komen overeenkomstig de daarin neergelegde bepalingen. Als de pensioengerechtigden dus minder indexering hebben ontvangen dan waarop zij op grond van artikel 17 van het pensioenreglement recht hebben en zij daardoor schade lijden, is sprake van een aan T-Systems toerekenbare tekortkoming. Dat die schade is veroorzaakt door een fout van NN doet daaraan niet af.
3.2
Uit de brief van NN van 8 september 2016 blijkt dat de pensioengerechtigden te weinig indexering hebben ontvangen, omdat de beschikbare overrente ten onrechte is verdeeld over een te grote groep deelnemers (namelijk inclusief de actieve deelnemers). Daaruit blijkt al dat aannemelijk is dat de pensioengerechtigden schade lijden, zoals zij ook stellen. T-Systems beroept zich in dit verband nog op een hogere indexeringsuitkering in 2016, die is gefinancierd uit het zogeheten PPD-depot. Dit betreft een depot waarin een aan T-Systems toekomend bedrag stond dat afkomstig was uit een pensioenoverdracht uit 1990/1991. Volgens T-Systems is sprake van een onverschuldigde betaling, die zij wenst te verrekenen met een tekort aan indexering over de periode tot 2016. Het hof volgt T-Systems hierin niet. Bij de keuze om in 2016 een extra indexeringsuitkering te doen is T-Systems uitgegaan van een juiste toepassing van het pensioenreglement over de voorgaande jaren. Zij heeft welbewust voor deze uitkering gekozen en daarmee was de uitkering toen niet onverschuldigd. Dat achteraf blijkt dat er een fout is gemaakt bij de uitvoering van de indexering over de achterliggende jaren maakt niet dat de uitkering met terugwerkende kracht het karakter van een onverschuldigde betaling krijgt. Dit betekent dat die uitkering niet verrekend kan worden. Het beroep van T-Systems op verrekening slaagt dus niet.
conclusie grondslag (ii)
3.21
De pensioengerechtigden hebben recht op vergoeding van de schade die zij hebben geleden door de fout van NN.

4.Slotsom

4.1
Het hof zal de vordering van de pensioengerechtigden onder 2 aangepast toewijzen en T-Systems veroordelen om de schade van de pensioengerechtigden te vergoeden die het gevolg is van de onjuiste indexering door de beschikbare overrente ook uit te keren aan de actieve deelnemers. In de brief van NN van 8 september 2016 staat dat het gaat om de jaren 2003, 2004 en 2005, maar uit haar herberekening van 18 januari 2018 blijkt dat NN ook (minieme) verschillen heeft vastgesteld over de jaren 2001 en 2002. Daarom betrekt het hof die jaren ook bij de toewijzing van de vordering.
4.2
Het hof ziet geen aanleiding om een deskundige te benoemen om de schade te berekenen. De correctie die ingevolge de veroordeling moet plaatsvinden is (omdat het hof de uitleg van artikel 17 van de pensioengerechtigden niet volgt) betrekkelijk eenvoudig te doen. Het hof heeft hiervoor een oordeel heeft gegeven over het beroep op verrekening, zodat de uitgangspunten voor de correctie duidelijk zijn. Daarom zal het hof de vordering van de gepensioneerden tot vergoeding van de schade op te maken bij staat toewijzen.
vonnis van de kantonrechter en proceskosten
4.3
De pensioengerechtigden krijgen in hoger beroep gedeeltelijk gelijk. Het hof zal de vonnissen van de kantonrechter daarom vernietigen. Dat geldt ook voor de kostenveroordeling.
4.4
Partijen zijn over en weer gedeeltelijk in het gelijk gesteld. Het hof ziet daarin aanleiding om de kosten van de procedure bij de kantonrechter en in hoger beroep te compenseren.

5.De beslissing

Het hof, recht doende in hoger beroep:
vernietigt de vonnissen van de kantonrechter in de rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, van 30 augustus 2017 en 5 december 2018 en doet opnieuw recht:
verklaart voor recht dat T-Systems is tekortgeschoten in de correcte nakoming van het bepaalde in artikel 17 van het pensioenreglement doordat zij in de periode 2001 tot 2006 de pensioenaanspraken van de pensioengerechtigden niet op de juiste wijze heeft geïndexeerd omdat de indexering ten onrechte ook is toegekend aan de actieve deelnemers;
veroordeelt T-Systems tot vergoeding van de schade die de pensioengerechtigden door deze tekortkoming lijden, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
compenseert de kosten van de procedure in eerste aanleg en in hoger beroep aldus dat iedere partij met de eigen kosten belast blijft;
verklaart dit arrest, voor zover het de veroordelingen betreft, uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af wat anders of meer is gevorderd.
Dit arrest is gewezen door mrs. A.E.F. Hillen, M.H.H.A. Moes en T. Zuiderman en in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 23 februari 2021.

Voetnoten

3.Artikel 3:317 lid 1 BW