ECLI:NL:GHARL:2021:1915
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in zaak van opzet- en schuldheling van motorfiets
In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 3 maart 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Midden-Nederland. De verdachte, geboren in 1995, had hoger beroep ingesteld tegen een eerdere veroordeling tot een gevangenisstraf van één week en een gedeeltelijke toewijzing van een vordering tot tenuitvoerlegging van een voorwaardelijke gevangenisstraf. De verdachte werd beschuldigd van het verwerven en voorhanden hebben van een motorfiets, terwijl hij zou hebben geweten of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat deze door misdrijf was verkregen.
Tijdens de zitting op 17 februari 2021 heeft de advocaat-generaal vrijspraak gevorderd, en het hof heeft de verklaringen van de verdachte en zijn raadsman, mr. R.W.A. Offermanns, in overweging genomen. De verdachte verklaarde dat hij de motor in een garagebox had gestald voor een vriend en dat hij niet had vermoed dat de motor gestolen was. Het hof heeft vastgesteld dat er onvoldoende bewijs was om te concluderen dat de verdachte wist of had moeten vermoeden dat de motor door een misdrijf was verkregen.
Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten. Tevens heeft het hof de vordering tot tenuitvoerlegging van de eerder opgelegde gevangenisstraf afgewezen, gezien de vrijspraak in deze zaak. De beslissing werd genomen door de meervoudige kamer voor strafzaken, met mr. W. Foppen als voorzitter, en is op 3 maart 2021 openbaar uitgesproken.