Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
Greenchoice B.V.,
1.De procedure in eerste aanleg
2.De procedure in hoger beroep
3.De motivering van de beslissing in hoger beroep
26 februari 2018 daadwerkelijk gas en elektriciteit heeft geleverd. [appellante] is dan ook in beginsel gehouden de daadwerkelijk over deze periode afgenomen energie te betalen. Vervolgens is de vraag hoeveel energie is afgenomen door [appellante] . Greenchoice voert aan dat zij de werkelijke meterstanden (inpandig) niet heeft kunnen vaststellen en daarom op grond van haar algemene voorwaarden de begin- en eindmeterstanden heeft geschat. De beginstanden zijn geschat op basis van het historisch energieverbruik op het adres zoals door de netbeheerder is doorgegeven en de eindstanden op een schatting door de nieuwe energieleverancier van [appellante] .
“- U ontvangt van ons bericht als wij de meterstanden nodig hebben, deze kunt u na de startdatum doorgeven via uw online dossier (…).”.[appellante] heeft niet gesteld of onderbouwd dat zij beginmeterstanden aan Greenchoice heeft doorgegeven. Zij heeft ook niet toegelicht wat volgens haar de (juiste) beginstanden waren waarvan Greenchoice had moeten uitgaan en zij heeft geen stukken overgelegd waaruit die beginstanden blijken, zoals bijvoorbeeld een eindnota van de vorige energieleverancier aan de vorige eigenaar, El Rio B.V. Daardoor is onduidelijk van welke beginstanden moet worden uitgegaan en in hoeverre de door Greenchoice geschatte meterstanden daarvan afwijken.
“Ik zie dat uw beginstanden van 06-08-2017 ook zijn geschat. Ik vermoed dat uw beginstanden hoger liggen dan de standen die wij toen geschat hebben. Ik wil de nota graag voor u corrigeren, maar dan wel met de juiste beginstanden. Ik hoop dat u hierdoor een lagere bijbetaling heeft.”Uit die e-mail blijkt ook dat de foto van de gasmeter niet duidelijk is, waardoor de eindstand daarvan niet kan worden afgelezen. [appellante] heeft noch in eerste aanleg, noch in hoger beroep toegelicht wat volgens haar de juiste eindmeterstand van het gas is geweest. [appellante] heeft daarnaast ook niet gesteld of onderbouwd dat zij heeft gereageerd op het verzoek van Greenchoice en haar incassogemachtigde om alsnog de juiste beginstanden door te geven en - bijvoorbeeld - een beter leesbare foto van de gasmeterstand toe te sturen, zodat de eindnota kon worden gecorrigeerd. Anders dan [appellante] aanvoert, was Greenchoice niet gehouden om bij het einde van het contract (of iets later) met haar contact op te nemen om ter plaatse in het restaurant te onderzoeken of het geschatte verbruik paste bij de wijze waarop zij het restaurant exploiteerde. Juist van [appellante] mocht worden verlangd dat zij op tijd de (inpandige) begin- en eindmeterstanden vastlegde en aan Greenchoice doorgaf.
20 september 2018 het vermoeden heeft uitgesproken dat de beginmeterstanden hoger waren dan door Greenchoice aanvankelijk was geschat, maakt het voorgaande niet anders. Nu niet is gebleken dat [appellante] beginmeterstanden heeft doorgeven en ook niet dat zij heeft gereageerd op het verzoek om een beter leesbare foto van de eindgasmeterstand door te geven, komt de onmogelijkheid van correctie van de eindnota door Greenchoice voor rekening en risico van [appellante] .
“(…) en zien uw betalingsvoorstel graag tegemoet”. Daaruit blijkt dat Greenchoice juist onverkort aanspraak maakte op betaling. Van een onevenredig tijdverloop tussen de eindnota van 21 maart 2018, de daaropvolgende sommaties, de vragen van [appellante] in september 2018 en/of de dagvaarding in eerste aanleg van 7 mei 2019 waardoor [appellante] zou zijn benadeeld, is ook geen sprake, te meer nu [appellante] niet heeft geconcretiseerd in welk opzicht zij door dat tijdsverloop onredelijk zou zijn benadeeld.
4.Slotsom
5.De beslissing
12 januari 2021.