Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
- veroordeling van verdachte ter zake van het ten laste gelegde (doodslag) tot een gevangenisstraf van tien jaren, met aftrek van het voorarrest;
- oplegging van de maatregel tot terbeschikkingstelling met het bevel tot verpleging van overheidswege;
- volledige toewijzing van de vorderingen tot schadevergoeding van de benadeelde partijen, telkens vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Het vonnis waarvan beroep
Aanvullende bewijsoverweging
Strafbaarheid van verdachte
Oplegging van straf en/of maatregel
Oplegging van straf
Vorderingen van de benadeelde partijen
‘In de slaapkamer van haar moeder lag een dekbed in de hoek. [benadeelde 1] keek hier naar en zag dat er bloed op het dekbed zat. Ik, verbalisant, zag direct dat [benadeelde 1] dit zag en zag haar geschrokken gezicht. Hierna kwamen vele vragen over hoe haar moeder was overleden, of zij gestoken was of dat er geschoten was of dat zij gestikt was en nog meer vragen. Ik, verbalisant, ging met [benadeelde 1] in gesprek en hoopte haar rustig te krijgen wat zeer lastig was omdat ik daar ter plaatse nog geen duidelijke antwoorden kon geven omdat ik nog niet wist wat er exact gebeurd was. (…) Ik, verbalisant, beloofde [benadeelde 1] om hier zo snel mogelijk antwoord op te krijgen. [benadeelde 1] pakte het dekbed en bekeek dit. De bloedvlek was duidelijk te zien. Ik zag duidelijk dat [benadeelde 1] dit aangreep. Zij huilde en bibberde met haar handen.’
€ 17.500,00 affectieschade. De benadeelde partijen zijn in eerste aanleg niet-ontvankelijk verklaard in deze vordering.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1]
€ 40.000,00 (veertigduizend euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.