Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
Holding Het Koningsbed B.V. (thans genaamd: Voordier B.V),
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.Samenvatting en beslissing rechtbank en hof
4.De achtergrond van het geschil
voorbereidendeprocedures om tot een besluit te komen en niet op het nemen van vaststellingsbesluiten door de gemeenteraad. Als het artikel daarop wel zou zien, dan levert dit exoneratiebeding dan wel het beroep erop door de Gemeente misbruik van overheidsbevoegdheid op, zodat deze bepaling in strijd is met de openbare orde en goede zeden en daarmee op grond van artikel 3:40 lid 1 BW nietig dan wel vernietigbaar is overeenkomstig artikel 3:40 lid 2 BW. In ieder geval heeft de Gemeente, anders dan de rechtbank heeft geoordeeld, wel aantoonbaar nalatig gehandeld bij het vaststellen van bestemmingsplan I.
12 Bestuursrechtelijke procedures
welkeschade die Het Koningsbed ten gevolge hiervan heeft geleden voor vergoeding in aanmerking komt. Zou het herstelbesluit niet zijn vernietigd en het bestemmingsplan II op 3 februari 2016 onherroepelijk zijn geworden, dan nog zou Het Koningsbed volgens het hof niet kort erna zijn gestart met de realisatie van haar bouwplan. Op dat moment beschikte zij immers niet over een onherroepelijke omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen, omdat de buren een beroepsprocedure tegen de omgevingsvergunning hadden aangespannen. Ook volgens haar eigen verklaring zou zij zonder een dergelijke vergunning bovendien geen financiering voor haar bouwplan hebben gekregen (vonnis, rov. 4.23). Dit betekent dat, ook al zou de Gemeente geen fout hebben gemaakt bij het herstelbesluit, de bouwplannen toen nog niet hadden kunnen worden gerealiseerd omdat de omgevingsvergunning pas door de uitspraak van de Afdeling van 10 oktober 2018 onherroepelijk is geworden. Ook daarna is Het Koningsbed niet gestart met bouwen. Integendeel, zij heeft besloten de percelen op de Prinsenlaan 80 in Groenekan (inclusief hotelgebouw, woonhuis, veestal, parkeergelegenheid enz) te verkopen. Het feit dat Het Koningsbed geruime tijd bouwmogelijkheden onbenut heeft gelaten en vervolgens in januari 2020 de percelen heeft verkocht, zijn indicaties dat zij de geplande investeringen eerder niet dan wel zou hebben gepleegd.