Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 14 januari 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake een verzoek van de moeder tot wijziging van het gezamenlijk gezag over haar kinderen in eenhoofdig gezag. De moeder, vertegenwoordigd door advocaat mr. S. Striekwold, had eerder bij de rechtbank Gelderland een verzoek ingediend dat was afgewezen. De vader, vertegenwoordigd door advocaat mr. K.J. Kanning, verzet zich tegen dit verzoek. Het hof verwijst naar eerdere beschikkingen van de rechtbank en constateert dat er gewijzigde omstandigheden zijn die een herbeoordeling van het gezag mogelijk maken. Echter, het hof oordeelt dat het gezamenlijk gezag in het belang van de kinderen moet blijven bestaan. De moeder had drie grieven ingediend, maar het hof is van mening dat er onvoldoende bewijs is dat het gezamenlijk gezag schadelijk is voor de kinderen. De kinderen zijn inmiddels zestien jaar oud en kunnen zelf beslissingen nemen over medische behandelingen. Het hof volgt het advies van de raad voor de kinderbescherming om het gezamenlijk gezag te handhaven, en bekrachtigt de eerdere beschikking van de rechtbank.