Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
Overwegingen met betrekking tot het bewijs
nietgezond dier betrof, aangezien sprake bleek te zijn van een chronische ontsteking aan de linkervoorknie. Deze ontsteking was meer dan 4 weken oud.
“Een dergelijke wond noopt naar het oordeel van het college niet direct of per definitie tot een nader (ante mortem) onderzoek. Voor het college is verder niet komen vast te staan dat het voor beklaagde mogelijk is geweest om met betrekking tot deze open wond de nadien door de toezichthoudend dierenarts op het slachthuis geconstateerde pus en necrose waar te nemen. Ook ten aanzien van de verdikking van de knie is er voor het college onduidelijkheid over de mate waarin deze verdikking voor de beklaagde waarneembaar is geweest. (…) Nu de verklaring van de veehouder paste bij de verwonding van de koe, het algemeen onderzoek geen aanleiding gaf te veronderstellen dat er sprake was van een ziek dier, niet is komen vast te staan dat pus en necrose voor beklaagde waarneembaar waren en niet kan worden aangenomen dat de mate van verdikking van de knie twijfel had moeten oproepen over het relaas van de veehouder, kan door het college niet worden geconcludeerd dat beklaagde niet binnen de grenzen van de redelijk bekwame beroepsuitoefening heeft gehandeld.”De tegen verdachte ingediende klacht is vervolgens ongegrond verklaard.