In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 13 april 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over een vordering tot herroeping van een eerder arrest. De verzoekster, Thuiszorg Gooi en Vechtstreek Services B.V. (TGVS), had een verzoek ingediend om het arrest van 21 januari 2020 te herroepen, omdat er volgens haar sprake was van bedrog door de gemeenten. TGVS stelde dat de gemeenten niet bereid waren het eerdere arrest na te leven, waarin zij waren veroordeeld tot het uitvoeren van een kostenonderzoek naar de tarieven voor huishoudelijke hulp. Het hof oordeelde echter dat TGVS niet-ontvankelijk was in haar vorderingen, omdat het arrest van 21 januari 2020 nog niet onherroepelijk was, aangezien er een cassatieberoep tegen was ingesteld. Het hof benadrukte dat de wetgeving niet toestaat dat een vordering tot herroeping en een cassatieberoep gelijktijdig worden behandeld. TGVS had de mogelijkheid om in kort geding een dwangsom te verzoeken, maar dat was niet het onderwerp van deze procedure. De gemeenten werden in hun verweer gesteund, en TGVS werd veroordeeld tot betaling van de proceskosten.