ECLI:NL:GHARL:2021:3750

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
16 april 2021
Publicatiedatum
19 april 2021
Zaaknummer
21-001451-19
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van mensensmokkel en poging tot illegale tewerkstelling met vrijspraak voor mensenhandel

In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 16 april 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Gelderland. De verdachte is veroordeeld voor het medeplegen van mensensmokkel en een poging tot illegale tewerkstelling van drie Moldavische vrouwen, die wederrechtelijk in Nederland verbleven. De verdachte heeft de vrouwen geholpen bij hun toegang tot Nederland en hen voorbereid op prostitutiewerkzaamheden. De rechtbank had de verdachte eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier maanden, maar het hof heeft deze veroordeling vernietigd en een gevangenisstraf van twaalf maanden opgelegd, waarvan zeven maanden voorwaardelijk. De verdachte is vrijgesproken van verschillende mensenhandel- en mensensmokkel feiten, omdat het hof onvoldoende bewijs achtte voor uitbuiting of dwang. De rol van de verdachte en de omstandigheden waaronder de vrouwen in Nederland werkten, zijn uitgebreid besproken. Het hof heeft vastgesteld dat de vrouwen niet in een situatie verkeerden die niet gelijk is aan die van een mondige prostituee, en dat er geen bewijs was van misbruik van een kwetsbare positie. De vordering van de benadeelde partij is niet-ontvankelijk verklaard, omdat de verdachte niet schuldig is bevonden aan de feiten die de schade zouden hebben veroorzaakt.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-001451-19
Uitspraak d.d.: 16 april 2021
TEGENSPRAAK
Arrestvan de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Gelderland van 5 maart 2019 in de in eerste aanleg gevoegde strafzaken, parketnummers 05-780003-18 en 05-780046-18, tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] (Roemenië) op [geboortedag 1] 1992,
wonende te [woonplaats] (Roemenië), [adres] .

Het hoger beroep

De officier van justitie heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 12 maart 2021 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd. Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen namens verdachte door zijn raadsvrouw, mr. A. Petrescu, naar voren is gebracht.

De ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in het ingestelde hoger beroep

Standpunt verdediging
De verdediging stelt zich op het standpunt dat het openbaar ministerie gedeeltelijk niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in het door de officier van justitie ingestelde hoger beroep, meer in het bijzonder voor wat betreft feit 4 in de zaak met parketnummer 05/780003 – 18. De raadsvrouw van verdachte heeft hiertoe – kort en zakelijk weergegeven – aangevoerd dat het openbaar ministerie in eerste aanleg vrijspraak heeft gevorderd voor dit feit, maar vervolgens bij appelschriftuur wel verzocht heeft om een integrale herbeoordeling door het hof, ook voor wat betreft dit feit. De verdediging stelt zich op het standpunt dat dit op grond van artikel 404 Sv en het beginsel van equality of arms niet mogelijk is of moet zijn. Het vertrouwensbeginsel brengt met zich dat de verdachte bij een gerekwireerde vrijspraak in eerste aanleg moet kunnen vertrouwen dat geen hoger beroep wordt ingesteld tegen een vrijspraak die zijzelf heeft verzocht. Dit levert misbruik van procesrecht op.
Standpunt advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft zich op het standpunt gesteld dat het openbaar ministerie wel ontvankelijk is in het hoger beroep. Er is bij akte onbeperkt hoger beroep ingesteld en reeds bij appelschriftuur is aangegeven dat het beroep zich ook richt tegen de vrijspraak voor feit 4. Aan verdachte komt geen beroep op het vertrouwensbeginsel toe nu de akte leidend is. De omstandigheid dat het openbaar ministerie terugkomt op een eerder ingenomen standpunt doet hieraan geen afbreuk. Het staat het openbaar ministerie op grond van de wet vrij om de zaak in hoger beroep opnieuw in volle omvang voor te leggen.
Oordeel hof
Het hof stelt voorop dat uit artikel 407 Sv volgt dat het hoger beroep slechts tegen het vonnis in zijn geheel kan worden ingesteld, tenzij in eerste aanleg feiten gevoegd aan het oordeel van de rechtbank van de rechtbank zijn onderworpen. In dat geval kan het hoger beroep tot het vonnis voor zover dit een of meer van de gevoegde zaken betreft worden beperkt. Artikel 404 Sv bepaalt dat een verdachte geen hoger beroep in kan stellen tegen een vrijspraak. Voor de beoordeling van de vraag of er beperkt of onbeperkt hoger beroep is ingesteld is de akte van instellen hoger beroep leidend.
Uit de akte instellen hoger beroep d.d. 18 maart 2019 blijkt dat de officier van justitie onbeperkt hoger beroep heeft ingesteld, waarmee bovengenoemde vraag is beantwoord. Ten overvloede merkt het hof op dat in de schriftuur d.d. 1 april 2019 de officier van justitie het hof heeft verzocht om een integrale herbeoordeling van de zaak en expliciet te kennen heeft gegeven zich niet te kunnen verenigen met de gegeven vrijspraak van feit 4 in de zaak met parketnummer 05/780003-18
Het hof stelt vast dat het voor verdachte en de raadsvrouw vanaf het moment dat zij heeft kennisgenomen van de akte instellen hoger beroep duidelijk moet zijn geweest dat het appel ziet op alle ten laste gelegde feiten. De omstandigheid dat de officier van justitie zich in eerste aanleg op het standpunt heeft gesteld dat verdachte vrijgesproken zou moeten worden van feit 4, maakt niet dat verdachte er gerechtvaardigd op heeft mogen en/of kunnen vertrouwen dat in hoger beroep hetzelfde standpunt zou worden ingenomen. Evenmin is er sprake van schending van het beginsel van equality of arms, nu er geen sprake is van gelijke gevallen van een verdachte en het openbaar ministerie bij een verzochte en gegeven vrijspraak.
Het hof verwerpt het beroep van de verdediging en verklaart het openbaar ministerie ontvankelijk in het hoger beroep.

Het vonnis waarvan beroep

Verdachte is bij vonnis van 5 maart 2019 door de meervoudige kamer in de rechtbank Gelderland veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 maanden, wegens – kort gezegd – mensensmokkel (feit 2 onder parketnummer 05/780003-18) en witwassen (feit 5 onder parketnummer 05/780003-18). Verdachte is vrijgesproken van de aan hem ten laste gelegde mensenhandel (feit 1 en 4 onder parketnummer 05/780003-18 en feit 1 onder parketnummer 05/780046-18), mensensmokkel en illegale tewerkstelling (feiten 2 respectievelijk 3 onder parketnummer 05/780046-18) en poging tot illegale tewerkstelling (feit 3 onder parketnummer 05/780003-18).
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het tot een andere bewezenverklaring en een andere strafoplegging komt en daarom opnieuw rechtdoen.

De tenlastelegging

Aan verdachte is -na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg- tenlastegelegd dat:
Zaak met parketnummer 05-780003-18:
1.
Hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 14 december 2017 tot en met 19 januari 2018, telkens te Zevenaar en/of (elders) in Nederland en/of Duitsland, en/of Moldavië en/of Roemenië,
(lid 3 sub 1)
(telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, telkens een ander of anderen, te weten:
- [slachtoffer 1] geboren op [geboortedag 2] 1994 te Moldavië
- [slachtoffer 2] geboren op [geboortedag 3] 1995 te Moldavië
- [slachtoffer 3] geboren op [geboortedag 4] 1998 te Moldavië,
(sub 3)
(telkens) heeft aangeworven, medegenomen of ontvoerd met het oogmerk om die [slachtoffer 1] voornoemd en/of die [slachtoffer 2] voornoemd en/of die [slachtoffer 3] voornoemd in een ander land ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met en/of voor een derde tegen betaling,
immers heeft hij, verdachte en/of diens mededader(s)
- met die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 3] die zich toen in het buitenland bevonden, contact gelegd en/of laten leggen om in Nederland in de prostitutie te gaan werken, en/of
- die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 3] opgehaald (met de bus) in Chisinau (Moldavië) en/of vervolgens naar Roemenië gebracht en/of vervolgens vanuit Roemenië met zijn, verdachtes auto naar Nederland heeft gebracht met de bedoeling naar Haarlem af te reizen om hen aldaar in de prostitutie te laten werken, en/of
- voor die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 3] een ruimte in Haarlem/Utrecht, geregeld van waaruit zij hun prostitutiewerkzaamheden zouden gaan verrichten, en/of
- van die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 3] erotische foto's (bestemd voor seksadvertenties) laten maken en/of
- die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 3] voorzien van goederen ten behoeve van hun prostitutiewerk (luxe lingerie, vaginale schimmeltabletten, anticonceptiemiddelen, tampons), en/of
- die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 3] geïnstrueerd hoe te antwoorden op vragen bij een eventuele grenscontrole, en/of
- tijdens de grenscontrole (op antwoord van vragen van de Marechaussee) het werkelijke doel van de reis verhuld.
2.
Hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 14 december 2017 tot en met 19 januari 2018, telkens te Zevenaar en/of (elders) in Nederland en/of Duitsland, en/of Moldavië en/of Roemenië,
(lid 4)
(telkens) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, telkens een ander of anderen, te weten:
- [slachtoffer 1] geboren op [geboortedag 2] 1994 te Moldavië
- [slachtoffer 2] geboren op [geboortedag 3] 1995 te Moldavië
- [slachtoffer 3] geboren op [geboortedag 4] 1998 te Moldavië,
(lid 1)
behulpzaam is/zijn geweest bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis door Nederland en/of Duitsland, en/of Roemenië (zijnde lidstaten van de Europese Unie), of voornoemde personen daartoe telkens gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, en/of
(lid 2)
uit winstbejag behulpzaam is/zijn geweest bij het zich verschaffen van verblijf in Nederland en voornoemde personen daartoe telkens gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft,
terwijl hij, verdachte en of zijn mededaders, wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden dat die toegang of die doorreis wederrechtelijk was,
immers heeft hij, verdachte en/of diens mededader(s)
- met die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 3] die zich toen in het buitenland bevonden, contact gelegd en/of laten leggen om in Nederland in de prostitutie te gaan werken, en/of
- die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 3] opgehaald (met de bus) in Chisinau (Moldavië) en/of vervolgens naar Roemenië gebracht en/of vervolgens vanuit Roemenië met zijn, verdachtes auto naar Nederland heeft gebracht met de bedoeling naar Haarlem af te reizen om hen aldaar in de prostitutie te laten werken, en/of
- voor die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 3] een ruimte in Haarlem/Utrecht, geregeld van waaruit zij hun prostitutiewerkzaamheden zouden gaan verrichten, en/of
- van die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 3] erotische foto's (bestemd voor seksadvertenties) laten maken, en/of
- die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 3] voorzien van goederen ten behoeve van hun prostitutiewerk (luxe lingerie, vaginale schimmeltabletten, anticonceptiemiddelen, tampons), en/of
- die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 3] geïnstrueerd hoe te antwoorden op vragen bij een eventuele grenscontrole, en/of
- tijdens de grenscontrole (op antwoord van vragen van de Marechaussee) het werkelijke doel van de reis verhuld.
(lid 4)
terwijl verdachte daarvan een beroep of gewoonte heeft gemaakt.
3.
Hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 14 december 2017 tot en met 19 januari 2018, telkens te Zevenaar en/of (elders) in Nederland en/of Duitsland, en/of Moldavië en/of Roemenië, (telkens) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het voornemen en het misdrijf om een of meer ander(en), te weten:
- [slachtoffer 1] geboren op [geboortedag 2] 1994 te Moldavië
- [slachtoffer 2] geboren op [geboortedag 3] 1995 te Moldavië
- [slachtoffer 3] geboren op [geboortedag 4] 1998 te Moldavië,
die zich wederrechtelijk toegang tot of verblijf in Nederland hadden verschaft, krachtens overeenkomst of aanstelling, arbeid (prostitutie) te doen verrichten in Haarlem en/of elders in Nederland, terwijl hij, verdachte wist, althans ernstige reden had om te vermoeden, dat de toegang of dat verblijf in Nederland wederrechtelijk was,
immers heeft hij, verdachte en/of diens mededader(s)
- met die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 3] die zich toen in het buitenland bevonden, contact gelegd en/of laten leggen om in Nederland in de prostitutie te gaan werken, en/of
- die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 3] opgehaald (met de bus) in Chisinau (Moldavië) en/of vervolgens naar Roemenië gebracht en/of vervolgens vanuit Roemenië met zijn, verdachtes auto naar Nederland heeft gebracht met de bedoeling naar Haarlem af te reizen om hen aldaar in de prostitutie te laten werken, en/of
- voor die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 3] een ruimte geregeld van waaruit zij hun prostitutiewerkzaamheden zouden gaan verrichten, en/of
- van die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 3] erotische foto's (bestemd voor seksadvertenties) laten maken, en/of
- die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 3] voorzien van goederen ten behoeve van hun prostitutiewerk (luxe lingerie, vaginale schimmeltabletten, anticonceptiemiddelen, tampons), en/of
- die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 3] geïnstrueerd hoe te antwoorden op vragen bij een eventuele grenscontrole, en/of
- tijdens de grenscontrole (op antwoord van vragen van de Marechaussee) het werkelijke doel van de reis verhuld,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
4.
hij in of omstreeks de periode van juli 2017 t/m 19 januari 2018 te Haarlem en/of te Utrecht en/of te Zevenaar en/of elders in Nederland,
(lid 3 sub 1)
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een ander, te weten [slachtoffer 4] , geboren op [geboortedag 5] 1995 te Moldavië,
(sub 1) (telkens) door dwang, geweld of een andere feitelijkheid of door dreiging met geweld of een andere feitelijkheid en/of misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie, heeft geworven en/of vervoerd en/of overgebracht en/of gehuisvest en/of opgenomen, (telkens) met het oogmerk van uitbuiting van die [slachtoffer 4] voornoemd en/of
(sub 3)
(telkens) heeft aangeworven, medegenomen of ontvoerd met het oogmerk om die [slachtoffer 4] voornoemd in een ander land ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met en/of voor een derde tegen betaling en/of
(sub 4)
(telkens) met een of meerdere van de onder sub 1 genoemde middelen, te weten door dwang, geweld of een andere feitelijkheid of door dreiging met geweld of een andere feitelijkheid en/of misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie, die [slachtoffer 4] voornoemd heeft gedwongen of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (seksuele handelingen) en/of
(sub 6)
(telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting van die [slachtoffer 4] voornoemd en/of
(sub 9)
(telkens) met een of meerdere van de onder sub 1 genoemde middelen, te weten door dwang, geweld of een andere feitelijkheid of door dreiging met geweld of een andere feitelijkheid en/of misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie, die [slachtoffer 4] voornoemd heeft gedwongen dan wel bewogen hem te bevoordelen uit de opbrengst van haar seksuele handelingen met of voor een derde,
immers heeft verdachte en/of diens mededader(s)
-die [slachtoffer 4] voornoemd benaderd om in Nederland in de prostitutie te gaan werken en/of
-die [slachtoffer 4] voornoemd geld gestuurd om een vliegticket te kopen van Moldavië naar België en/of haar vervolgens in België met diens auto opgehaald en naar een prostitutieadres in Haarlem gebracht en/of die [slachtoffer 4] met diens auto heeft vervoerd van Roemenië naar Nederland waarbij verdachte en/of diens mededader(s)
-woon/werkruimte (woonboot in Haarlem en/of woning in Utrecht) waar die [slachtoffer 4] voornoemd klanten moest ontvangen heeft gearrangeerd en/of
-erotische foto's heeft gemaakt van die [slachtoffer 4] voornoemd voor de seksadvertentie(s) en/of -seksadvertenties heeft gemaakt van die [slachtoffer 4] voornoemd en die seksadvertenties op diverse sekssites heeft geplaatst en/of die seksadvertenties (telkens) omhoog heeft gebeld en/of
-de klantentelefoon beheerde en bepaalde hoeveel klanten die [slachtoffer 4] moest ontvangen en/of welke seksuele handelingen die [slachtoffer 4] moest verrichten en/of er sprake was van beschermde of onbeschermde seks en/of
-zorgde voor lingerie, vaginale schimmeltabletten, anticonceptiemiddelen en tampons
terwijl verdachte, die [slachtoffer 4] heeft misleid door zich voor te doen als vriend die het beste met haar voor had en/of die [slachtoffer 4] voornoemd een of meermalen heeft geslagen en/of heeft gedreigd te slaan en/of door intimiderend gedrag naar haar te vertonen waardoor verdachte en/of diens mededader(s) een feitelijk overwicht op haar hadden, terwijl die [slachtoffer 4] in een kwetsbare positie verkeerde omdat zij haar paspoort en/of haar geld heeft moeten afstaan aan verdachte en/of diens mededader(s) en zij de Nederlandse taal niet spreekt en het land niet kent en geen enkel persoon kent in Nederland, waardoor zij totaal geïsoleerd was.
5.
Hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 20 februari 2017 tot en met 19 januari 2018, te Zevenaar, in elk geval in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, van onderstaand(e) voorwerp(en) (telkens) de werkelijke aard en/of herkomst vindplaats en/of vervreemding en/of verplaatsing heeft verborgen en/of verhuld, dan wel verhuld en/of verborgen wie de rechthebbende(n) op dat/die voorwerp(en) is/zijn en/of dat /die voorwerp(en) voorhanden had(den) en/of - onderstaand(e) voorwerp(en) verworven en/of voorhanden gehad en/of overgedragen en/of omgezet of van genoemd(e) voorwerp(en) gebruikt gemaakt, te weten
- een personenauto, te weten een Audi A8 met het Britse kenteken [kenteken]
- een geldbedrag van 4.970,00 euro (moneytransfers via western Union van 20 februari 2017 tot 20 december 2017)
- een geldbedrag van 860,00 euro (moneytransfers via Moneygram van 28 februari 2017 tot 13 september 2017)
terwijl hij wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat bovenomschreven voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf.
Zaak met parketnummer 05-780046-18 (gevoegd):
1.
Hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 17 december 2017 tot en met 25 december 2017 telkens te Brussel en/of te Eindhoven en/of Haarlem en/of (elders) in Nederland en/of in België en/of in Italië
(lid 3 sub 1)
(telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, telkens een ander of anderen, te weten:
- [slachtoffer 5] , geboren op [geboortedag 6] 1995 te Oekraïne
- [slachtoffer 6] , geboren op [geboortedag 7] 1992 te Oekraïne
(sub 3)
(telkens) heeft aangeworven, medegenomen of ontvoerd met het oogmerk om die [slachtoffer 5] en die [slachtoffer 6] in een ander land ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met en/of voor een derde tegen betaling,
immers heeft hij, verdachte en/of diens mededader(s)
- met die [slachtoffer 5] en/of die [slachtoffer 6] , die zich toen in het buitenland (Italië) bevonden, contact gelegd en/of laten leggen om in Nederland in de prostitutie te gaan werken, en/of
- die [slachtoffer 5] in het bezit gesteld van een vliegticket naar Brussel en/of die [slachtoffer 6] in het bezit gesteld van een vliegticket naar Eindhoven en hen vervolgens bij aankomst aldaar, opgehaald of op laten halen van het vliegveld en/of hen vervolgens naar Haarlem ( [adres] ) en/of een andere locatie in Nederland heeft gebracht of laten brengen met de bedoeling om hen aldaar in de prostitutie te laten werken, en/of
- voor die [slachtoffer 5] en/of die [slachtoffer 6] , een ruimte in Haarlem ( [adres] ) en/of elders in Nederland geregeld van waaruit zij hun prostitutiewerkzaamheden hebben verricht, en/of
- van die [slachtoffer 5] en/of die [slachtoffer 6] , erotische foto's (bestemd voor seksadvertenties) laten maken, en/of
- voor die [slachtoffer 5] en/of die [slachtoffer 6] , seksadvertenties gemaakt.
2.
Hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 17 december 2017 tot en met 25 december 2017 telkens te Brussel en/of te Eindhoven en/of te Italië en/of (elders) in Nederland en/of België
(lid 4)
(telkens) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, telkens een ander of anderen, te weten:
- [slachtoffer 5] , geboren op [geboortedag 6] 1995 te Oekraïne
- [slachtoffer 6] , geboren op [geboortedag 7] 1992 te Oekraïne
(lid 1) behulpzaam is/zijn geweest bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis door Nederland en/of België en/of Italië (zijnde lidstaten van de Europese Unie), of voornoemde personen daartoe telkens gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, en/of
(lid 2) uit winstbejag behulpzaam is/zijn geweest bij het zich verschaffen van verblijf in Nederland en voornoemde personen daartoe telkens gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, terwijl hij, verdachte en/of zijn mededaders, wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden dat die toegang of die doorreis wederrechtelijk was,
immers heeft hij, verdachte en/of diens mededader(s)
- met die [slachtoffer 5] en/of die [slachtoffer 6] , die zich toen in het buitenland bevonden, contact gelegd en/of laten leggen om in Nederland in de prostitutie te gaan werken, en/of
- die [slachtoffer 5] in het bezit gesteld van een vliegticket naar Brussel en/of die [slachtoffer 6] in het bezit gesteld van een vliegticket naar Eindhoven en hen vervolgens bij aankomst aldaar, opgehaald of op laten halen van het vliegveld en/of hen vervolgens naar Haarlem ( [adres] ) en/of een andere locatie in Nederland heeft gebracht of laten brengen met de bedoeling om hen aldaar in de prostitutie te laten werken, en/of
- voor die [slachtoffer 5] en/of die [slachtoffer 6] , een ruimte in Haarlem ( [adres] ) en/of elders in Nederland geregeld van waaruit zij hun prostitutiewerkzaamheden hebben verricht, en/of
- van die [slachtoffer 5] en/of die [slachtoffer 6] , erotische foto's (bestemd voor seksadvertenties) laten maken, en/of
- voor die [slachtoffer 5] en/of die [slachtoffer 6] , seksadvertenties gemaakt,
(lid 4) terwijl verdachte daarvan een beroep of gewoonte heeft gemaakt.
3.
Hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 17 december 2017 tot en met 25 december 2017 telkens te Brussel en/of te Eindhoven en/of te Italië en/of (elders) in Nederland en/of in België
(lid 4)
(telkens) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, telkens een ander of anderen, te weten:
- [slachtoffer 5] , geboren op [geboortedag 6] 1995 te Oekraïne
- [slachtoffer 6] , geboren op [geboortedag 7] 1992 te Oekraïne
die zich wederrechtelijk toegang tot of verblijf in Nederland hadden verschaft, krachtens overeenkomst of aanstelling, arbeid (prostitutie) heeft laten verrichten in Haarlem en/of in Amsterdam en/of in Utrecht en/of in Den Haag en/of elders in Nederland, terwijl hij, verdachte wist, althans ernstige reden had om te vermoeden, dat de toegang of dat verblijf in Nederland wederrechtelijk was,
immers heeft hij, verdachte en/of diens mededader(s)
- met die [slachtoffer 5] en/of die [slachtoffer 6] , die zich toen in het buitenland bevonden, contact gelegd en/of laten leggen om in Nederland in de prostitutie te gaan werken, en/of
- die [slachtoffer 5] in het bezit gesteld van een vliegticket naar Brussel en/of die [slachtoffer 6] in het bezit gesteld van een vliegticket naar Eindhoven en hen vervolgens bij aankomst aldaar, opgehaald of op laten halen van het vliegveld en/of hen vervolgens naar Haarlem ( [adres] ) en/of een andere locatie in Nederland heeft gebracht of laten brengen met de bedoeling om hen aldaar in de prostitutie te laten werken, en/of
- voor die [slachtoffer 5] en/of die [slachtoffer 6] , een ruimte in Haarlem ( [adres] ) en/of elders in Nederland geregeld van waaruit zij hun prostitutiewerkzaamheden hebben verricht, en/of
- van die [slachtoffer 5] en/of die [slachtoffer 6] , erotische foto's (bestemd voor seksadvertenties) laten maken, en/of
- voor die [slachtoffer 5] en/of die [slachtoffer 6] , seksadvertenties gemaakt,
terwijl verdachte daarvan een beroep of gewoonte heeft gemaakt.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Leeswijzer
Alvorens het hof zijn oordeel geeft over het bewijs zullen de standpunten van de
advocaat-generaal en de verdediging kort en zakelijk weergegeven worden. Het hof zal de door de verdediging en de advocaat-generaal aangedragen argumenten voor deze standpunten, op de plaats waar dit relevant is, verderop in het arrest uitgebreider bespreken.
Onder het kopje ‘oordeel van het hof’ zal eerst de context waarbinnen de zaken zich – naar het oordeel van het hof – hebben afgespeeld geschetst worden. Hier zullen de feiten en omstandigheden waar het hof op basis van het dossier vanuit gaat uiteengezet worden. Vervolgens zal het hof een oordeel geven over de ten laste gelegde feiten. Voor een logische opbouw van deze beoordeling zal gestart worden met de beoordeling van feit 4 (parketnummer 05/780003-18) en hiermee samenhangend de vraag of de verklaringen van [slachtoffer 4] voor het bewijs kunnen worden gebruikt. Vervolgens zal een oordeel gegeven worden over de andere feiten zoals ten laste gelegd onder parketnummer 05/780003-18. Tot slot zullen de feiten zoals ten laste gelegd onder parketnummer 05/780046-18 besproken worden.

Standpunt advocaat-generaal

De advocaat-generaal heeft gevorderd verdachte voor alle aan hem ten laste gelegde feiten te veroordelen, met uitzondering van het medeplegen.

Standpunt verdediging

De raadsvrouw van verdachte heeft ten aanzien van alle ten laste gelegde feiten vrijspraak bepleit wegens onvoldoende wettig en overtuigend bewijs. De verklaringen van [slachtoffer 4] zijn onbetrouwbaar en kunnen niet voor het bewijs worden gebruikt.

Oordeel hof

Feiten en omstandigheden [1]
Op grond van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting stelt het hof vast dat verdachte op 19 januari 2018 op de A12 bij Zevenaar is aangehouden. Hij bestuurde op dat moment een Audi A8 met het Britse kenteken [kenteken] . Bij hem in de auto zaten [slachtoffer 4] , [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedag 2] 1994 in Moldavië, [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedag 3] 1995 in Moldavië en [slachtoffer 3] , geboren op [geboortedag 4] 1998 in Moldavië. Alle vrouwen hebben een Moldavische nationaliteit. [2] Zij zijn gereisd via Roemenië, Hongarije, Oostenrijk en Duitsland. [3] In de kofferbak van de Audi A8 is een hoeveelheid lingerie aangetroffen en diverse artikelen die bestemd (kunnen) zijn voor seksuele gedragingen. [4] [slachtoffer 4] heeft een usb-stick verborgen gehouden, die zij in eerste instantie heeft geweigerd af te geven. [5] Op deze usb-stick zijn foto’s aangetroffen waarop [slachtoffer 4] , [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] in lingerie staan. [6] Ook verdachte staat op enkele foto’s, alleen of samen met [slachtoffer 4] . [7] De foto’s op de usb-stick zijn gemaakt op 17 januari 2018 in een hotelkamer van het [naam] Hotel in Tulcea Roemenië. [8]
De data op een MicroSD-kaart die zat in het navigatiesysteem dat zich in de Audi A8 bevond is veiliggesteld en onderzocht. Uit het onderzoek is gebleken dat de laatst ingevoerde bestemming de [adres] te Haarlem was. [9] Uit een bevraging in de politionele informatiesystemen op verdachte [medeverdachte] is een registratie naar voren gekomen waaruit blijkt dat er op 19 december 2017 een prostitutiecontrole is gedaan op het adres [adres] in Haarlem. Deze controle werd gehouden naar aanleiding van een seksadvertentie op [website] . In de woning werd ook [slachtoffer 4] aangetroffen. Zij gaf aan dat zij werkzaam was in de prostitutie. Het adres [adres] ligt in de nabijheid van het adres [adres] . [10]
[slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] zijn op 25 januari 2018 stelselmatig geobserveerd door verbalisanten. Die dag zijn zij in Arnhem bij een man in de auto gestapt en naar het adres [adres] in Haarlem gereden. De vrouwen zijn daarna gezien in de tuin van dit adres. Naast deze tuin ligt een woonboot. [11] De telefoons van [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] hebben in elk geval op 25 januari 2018 ’s avonds een zendmast in Haarlem aangestraald. [12]
In het dossier bevindt zich een overzicht uit BlueView. Hieruit blijkt dat verdachte vanaf 2013 meerdere keren met de politie in aanraking is geweest ter zake van prostitutiegerelateerde zaken, bijvoorbeeld overlast door prostitutie of controle op prostitutie. [slachtoffer 4] is al vaker samen met verdachte gesignaleerd. [13] Uit de mutaties blijkt dat veelal vrouwen afkomstig uit Roemenië betrokken waren bij de in de mutaties genoemde situaties.
Het telefoonnummer [telefoonnummer] is in gebruik bij [slachtoffer 4] . [14] Uit Whatsappgesprekken die [slachtoffer 4] heeft gevoerd met [slachtoffer 3] leidt het hof af dat zij haar stimuleert en motiveert om in de prostitutie te werken en dat [slachtoffer 3] dus ook wist met welk doel zij naar Nederland afreisde.
Op 17-1-2018, tussen 4:16:40 uur en 19-1-2018 19:24:02 uur is een chatsessie van over en weer gestuurde berichten gevoerd tussen:
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [slachtoffer 4]
(Opmerking hof: [slachtoffer 4] )(owner) &
37362048603@s.whatsapp.net [slachtoffer 3] ,
op de telefoon opgeslagen. [15]
Verzender
Ontvanger
Datum& Tijd
Bericht
Vertaling
[slachtoffer 4]
[slachtoffer 3]
18-1-2018
El întelege munca
Hij begrijpt het werk
[slachtoffer 3]
13:05:37
[slachtoffer 4]
[slachtoffer 3]
18-1-2018
13:06:13
Mie de la început tot îmi era greu ca sta barbatimo !?i cumnatul !?i ma
asteaptä da ma fut
Ik vond het steeds vanaf het begin zwaar omdat mijn man en mijn schoonbroer op mij wachtten zodat ik kon
neuken
[slachtoffer 4]
[slachtoffer 3]
18-1-2018
Dar asta e
Maar het is zo
[slachtoffer 3]
13:06:21
[slachtoffer 4]
[slachtoffer 3]
18-1-2018
Nimeni nu face din
Niemand doet het voor het
[slachtoffer 3]
13:06:26
oläcere
plezier
[slachtoffer 4]
[slachtoffer 3]
18-1-2018
Pentru bänuti
Voor centen
[slachtoffer 3]
13:06:31
[slachtoffer 3]
[slachtoffer 4]
18-1-2018
13:08:12
Sper sa înteleagä ca munca e munca !?i lucru e lucru , mie tot îmi place de el, dar
una ca sa în\eleagä munca
Ik hoop te begrijpen dat werk gewoon werk is, arbeid, arbeid is en ik vind hem nog steeds leuk, maar hij moet het werk begrijpen
[slachtoffer 4]
[slachtoffer 3]
18-1-2018
13:12:11
Întelege !!! Mie tot mi era Au!?ine sa i spun esi cumnate ca am fraier client dar dupä el întelege asta la ei nu-i ceva. De ascuns
Hij begrijpt het!!! Ik schaamde me om te vertellen het is ook schoonbroer dat ik een sukkel klant heb, maar hij begrijpt het daarna, bij hen is dit niets om te verhullen
[slachtoffer 4]
[slachtoffer 3]
18-1-2018
13:12:53
Ei !?i !?tiu fac faci bänuti multi cu munca asta !?i ca vreai sa îti faci asa
Ze weten het ook maken je maakt veel centen met dit werk en dat je zo wilde
[slachtoffer 4]
[slachtoffer 3]
18-1-2018
Prim munca asta
Met dit werk wordt je rijk
[slachtoffer 3]
13:13:05
devi om boaata
[slachtoffer 4]
[slachtoffer 3]
18-1-2018
$i pofte împlinite
En je vervult je begeerte
[slachtoffer 3]
13:13:15
[slachtoffer 3]
[slachtoffer 4]
18-1-2018
Cu räbdarea treci !?i
Met geduld kom je ver
[slachtoffer 3]
13:13:26
marea
[slachtoffer 4]
[slachtoffer 3]
18-1-2018
Putere !?i capul sus
Sterkte en hoofd omhoog
[slachtoffer 3]
13:13:52
[slachtoffer 3]
[slachtoffer 4]
18-1-2018
Ma voi starui
Ik zal mijn best doen
[slachtoffer 3]
13:14:02
Ook met [slachtoffer 7] ) voert [slachtoffer 4] een gesprek waaruit af te leiden is dat zij het hebben over werk voor [slachtoffer 3] . [16]
Op 19-1-2018, tussen 15:48:50 uur en 19:21:57 uur is een chatsessie van over en weer gestuurde berichten gevoerd tussen:
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [slachtoffer 4] ( [slachtoffer 4] ) (owner) &
37360461076@s.whatsapp.net [slachtoffer 7] , op de telefoon opgeslagen.
Verzender
Ontvanger
Datum& Tijd
Bericht
Vertaling
[slachtoffer 7]
[slachtoffer 4]
19-1-2018
15:50:43
Nu-i nimic tot normal Numai ca nustiu eu cum o sa traesc cu proasta asta
Het is niet erg het is gewoon. Alleen ik weet niet hoe ik met deze "dommerd"[vr. persoon]
moet leven
[slachtoffer 4]
[slachtoffer 7]
19-1-2018
15:51:13
Te înteleg dar mäcar
putin ca sa S-o învät putin pe [slachtoffer 3]
Ik begrijp je, maar tenminste een beetje [of even], om
een beetje te leren.
[slachtoffer 4]
[slachtoffer 7]
19-1-2018
15:51:18
Apoioiau
daarna neem ik haar
[slachtoffer 4]
[slachtoffer 7]
19-1-2018
15:52:24
Citeva zile dacä ma respecti pe mine ai sa poti ! Da S-o ajutam !?i pe [slachtoffer 3] e noua ma uitat in ochii !?i mam simpti cum ma Simteam eu
prima data la Cipru
Een paar dagen, als je mij respecteert, dan kun je het! Ja. Om [slachtoffer 3] te helpen; zij is ook nieuw. Ik heb in haar ogen gekeken en voelde zoals ik mij toen voelde de eerste keer in
Cyprus.
[slachtoffer 7]
[slachtoffer 4]
19-1-2018
15:52:47
Eu nustiu cit am S-o pot räbda dar o sa încerc sa am räbdare pina ea o sa învete sa lucreze
Ik weet niet hoe lang ik haar nog kan verdragen, maar probeer nog geduld op te brengen totdat zij leert om te werken.
Tussenconclusie
[slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] en ook [slachtoffer 4] hebben verklaard dat zij onderweg waren naar België om daar een aantal dagen als toerist te verblijven. [17] Dit wordt naar het oordeel van het hof echter weersproken door de hiervoor weergegeven bewijsmiddelen, waaruit het hof concludeert dat de vrouwen als eindbestemming niet België maar Nederland hadden en dat zij bovendien niet voor een vakantie op reis waren, maar om te werken als prostituee.
Verder gaat het hof op basis van het hiervoor behandelde ervan uit dat verdachte gedurende al een langere periode betrokken is geweest bij prostitutie door Oost-Europese vrouwen in Nederland. De drie Moldavische vrouwen die bij verdachte achterin de auto zijn aangetroffen werden door verdachte en [slachtoffer 4] naar Nederland gebracht om daar in ieder geval in Haarlem prostitutiewerkzaamheden te verrichten. De op de USB-stick aangetroffen foto’s van de vrouwen zijn naar het oordeel van het hof gemaakt om te gebruiken voor het werven van klanten.
Het hof zal hieronder nader ingaan op de rol die [slachtoffer 4] naar het oordeel van het hof binnen het geheel heeft gehad.

Feit 4 05-780003-18 (mensenhandel [slachtoffer 4] )

Standpunt advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft zich op het standpunt gesteld dat feit 4 bewezen verklaard kan worden. De verklaringen van [slachtoffer 4] als getuige worden in belangrijke mate bevestigd in objectief bewijsmateriaal. Dit is bepalender dan de mogelijke inconsistenties of kleine verzuimen in de verslaglegging daarvan. Deze verklaringen van [slachtoffer 4] kunnen dan ook gebruikt worden voor het bewijs. Juist de verklaringen die zij heeft afgelegd als verdachte zijn aantoonbaar onjuist. Nu zij het geld dat zij heeft verdiend in de prostitutie geheel of gedeeltelijk af moest staan aan verdachte is er sprake van uitbuiting.
Standpunt verdediging
De raadsvrouw van verdachte heeft vrijspraak bepleit. Zij heeft hiertoe aangevoerd dat de Iphone 8 Plus die op een gegeven moment aan verdachte toegeschreven is, niet van hem is maar van [slachtoffer 4] . Er is geen bewijs dat verdachte het geld van [slachtoffer 4] afpakte en ook niet dat zij de helft van het geld moest afstaan. Ook is de verklaring van [slachtoffer 4] dat verdachte haar sloeg of hiermee dreigde niet aannemelijk. De rol van [slachtoffer 4] is veel groter dan zij heeft willen doen lijken. Zij is geen slachtoffer van verdachte. Haar verklaring is ongeloofwaardig en dient niet gebruikt te worden voor het bewijs.
Oordeel hof
Betrouwbaarheid van de verklaringen van [slachtoffer 4] en haar rol binnen het geheel
Het hof zal eerst een oordeel geven over de betrouwbaarheid van de verklaringen van [slachtoffer 4] . Het hof constateert dat [slachtoffer 4] tijdens haar verhoren als verdachte en tijdens de intakegesprekken niet belastend heeft verklaard over verdachte. Pas tijdens haar verhoren als getuige op 5, 8 en 20 februari 2021, is [slachtoffer 4] wel belastend over verdachte gaan verklaren. Tijdens deze verhoren verklaarde zij over dwang en (bedreiging met) mishandeling door verdachte. Daarnaast heeft zij verklaard dat zij de helft en later haar gehele met prostitutie verdiende inkomen aan verdachte moest afstaan.
Het hof stelt voorop dat in zijn algemeenheid, maar zeker in mensenhandelzaken, zorgvuldig moet worden omgegaan met verklaringen van getuigen in strafzaken. De betrouwbaarheid van belastende verklaringen van vermeende slachtoffers in mensenhandelzaken kan immers onder druk staan vanwege bijvoorbeeld wraakgevoelens. Daarentegen kan de betrouwbaarheid van ontlastende verklaringen van vermeende slachtoffers negatief beïnvloed zijn door angst, gevoelens van loyaliteit of vanwege het hanteren van andere normen en waarden dan die welke ten grondslag liggen aan de strafwetgeving over mensenhandel. In de onderhavige strafzaak speelt bovendien ook een rol de omstandigheid dat [slachtoffer 4] in eerste instantie als verdachte is aangemerkt, in voorlopige hechtenis verbleef en dat verbalisanten haar tijdens verhoren meermaals actief hebben gewezen op haar mogelijkheid om in plaats daarvan als slachtoffer aangemerkt te worden en hen (verbalisanten) te helpen om verdachte langer vast te houden. Tijdens haar derde intakegesprek op 1 februari 2018 kreeg zij van verbalisanten de keuze tussen een verhoor als verdachte of een gesprek als slachtoffer. Zij legden [slachtoffer 4] uit dat haar verklaring tot dusver te weinig signalen van mensenhandel bevatte, dat zij op dat moment weinig voor [slachtoffer 4] konden betekenen en dat [slachtoffer 4] wellicht beter als verdachte gehoord kon worden. Toen [slachtoffer 4] vroeg wat het verschil was tussen het horen als verdachte en het gesprek met verbalisanten, vertelden verbalisanten dat - als er signalen van mensenhandel zijn, [slachtoffer 4] onder bepaalde omstandigheden keuzes heeft gemaakt, dan wel er misbruik van haar is gemaakt - de officier van justitie bij de rechter het verzoek kan doen haar niet te bestraffen of niet te vervolgen. [slachtoffer 4] gaf vervolgens aan het verschil te snappen en er voor koos om het gesprek met verbalisanten voort te zetten. Op 5 februari 2018 heeft [slachtoffer 4] als getuige een verklaring afgelegd. In die verklaring gaf ze aan dat ze wilde verklaren omdat ze naar huis wilde, maar daarna ook nog de mogelijkheid wilde hebben om naar Nederland terug te komen en bovendien wilde ze dat verdachte zou worden gestraft. Ze wilde nog geen aangifte doen.
Uit het bovenstaande blijkt dus dat [slachtoffer 4] grote voordelen had om zich als slachtoffer van verdachte te presenteren. Vanwege die voordelen zou het kunnen zijn dat de verklaring van [slachtoffer 4] daar waar zij zich voordoet als slachtoffer van mensenhandel, niet in overeenstemming is met de werkelijkheid. Het hof is daarom van oordeel dat de belastende onderdelen met betrekking tot de mensenhandel in de verklaring van [slachtoffer 4] pas voor het bewijs gebezigd kunnen worden indien deze ondersteund worden door ander bewijsmateriaal.
De verklaringen die [slachtoffer 4] als getuige heeft afgelegd bij de politie en de rechter-commissaris vinden – anders dan door de advocaat-generaal naar voren gebracht – op de voor verdachte belastende onderdelen onvoldoende steun in andere bewijsmiddelen. Naar het oordeel van het hof blijkt – behoudens de verklaring van [slachtoffer 4] – niet dat er sprake is geweest van een in de tenlastelegging genoemd middel, zoals (bedreiging met) geweld of misbruik van een kwetsbare positie. Ook is er onvoldoende bewijs dat [slachtoffer 4] door de inzet van een in de tenlastelegging genoemd middel, (na eerst de helft van haar inkomsten aan verdachte te hebben gegeven) al haar inkomsten af moest staan aan verdachte. De verklaring van [getuige 1] biedt hiervoor naar het oordeel van het hof – anders dan de advocaat-generaal stelt – ook geen steun, nu zij heeft verklaard dat het geld van hen samen (verdachte en [slachtoffer 4] ) was omdat zij samenwoonden en geliefden waren. Het hof ziet hiervoor ook bevestiging in het gesprek tussen [getuige 2] en [slachtoffer 4] waarin [slachtoffer 4] zegt “Wij hebben de auto genomen!”. [18] Uit deze woorden blijkt geenszins dat verdachte – tegen de zin van [slachtoffer 4] in – de auto met haar geld heeft gekocht. Daarnaast heeft [slachtoffer 4] tegenstrijdige verklaringen afgelegd over haar verdiensten en het aandeel van haar verdiensten dat zij heeft meegenomen, dan wel overgeboekt naar het buitenland.
Anders dan de rechtbank ziet het hof geen aanleiding om de gehele verklaringen van [slachtoffer 4] van het bewijs uit te sluiten. Voor zover het hof onderdelen van die verklaringen wel betrouwbaar acht (bijvoorbeeld omdat deze ondersteund worden door andere bewijsmiddelen) zijn deze bruikbaar voor het bewijs.
Het hof gaat op basis van de bewijsmiddelen en het verhandelde ter terechtzitting uit van een gelijkwaardige verhouding tussen verdachte en [slachtoffer 4] . Vaststaat dat [slachtoffer 4] in Nederland in de prostitutie heeft gewerkt en hiermee geld heeft verdiend. [slachtoffer 4] heeft daarnaast een rol gespeeld bij het werven van andere Oost-Europese vrouwen voor het werken in de prostitutie in Nederland. Dit heeft zij onder andere ook gedaan bij de Moldavische vrouwen [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] . Dit blijkt uit de eerder besproken app-gesprekken. [slachtoffer 4] is samen met verdachte aanwezig geweest bij het maken van foto’s van deze vrouwen in lingerie. Al op 13 januari 2018 voert [slachtoffer 4] een gesprek met [slachtoffer 2] over het maken van deze foto’s. [19] De USB-stick met daarop de foto’s is door [slachtoffer 4] in haar vagina verborgen. Verdachte en [slachtoffer 4] hebben de vrouwen samen vervoerd naar Nederland. Bij [slachtoffer 4] in de auto is veel geld en zijn bankpassen op naam van [slachtoffer 4] aangetroffen.
Uit verschillende gesprekken die [slachtoffer 4] heeft gevoerd en notities die zij maakte blijkt bovendien dat zij samen met verdachte bijhield hoeveel geld andere prostituees verdienden, dat deze prostituees dit aan haar doorgaven en dat [slachtoffer 4] het deel van het geld dat deze prostituees afstonden samen met verdachte in beheer hield. [20] Daarnaast bespraken verdachte en [slachtoffer 4] wanneer advertenties opgetild moesten worden. [21]

Vrijspraak feit 4

Aan verdachte is tenlastegelegd dat hij ten aanzien van [slachtoffer 4] artikel 273f lid 1 sub 1, 3, 4, 6 en 9 van het Wetboek van Strafrecht heeft overtreden. Voor sub 1 dient onder meer te worden bewezen dat verdachte het oogmerk van uitbuiting heeft gehad en ten aanzien van sub 3, 4, 6 en 9 moeten omstandigheden worden bewezen waarbij uitbuiting kan worden verondersteld of vastgesteld. Ten aanzien van sub 1, 4 en 9 geldt daarbij bovendien dat sprake moet zijn geweest van een in de tenlastelegging genoemd middel. Hoewel [slachtoffer 4] heeft verklaard dat verdachte dergelijke middelen heeft ingezet, heeft het hof hierboven aangegeven dat het hof dat niet bewezen acht, omdat er redenen zijn extra kritisch te kijken naar de verklaringen die [slachtoffer 4] als getuige heeft afgelegd en de onderdelen van de verklaringen die betrekking hebben op de inzet van middelen door verdachte, niet worden ondersteund door andere bewijsmiddelen.
Gelet daarop kan het hof niet tot een bewezenverklaring komen van sub 1, 4 en 9.
Voor sub 6 en sub 3 geldt dat bewezen moet worden dat zich omstandigheden hebben voorgedaan waarbij uitbuiting kan worden verondersteld of vastgesteld.
Volgens vaste jurisprudentie kan van een uitbuitingssituatie worden gesproken wanneer de betrokkene in een situatie verkeert die niet gelijk is aan de omstandigheden waarin een mondige prostituee pleegt te verkeren in Nederland. Mondig betekent dat hij of zij zelfstandig kan bepalen of en wanneer en voor wie er wordt gewerkt en ook dat hij of zij zelf de beschikking heeft over de inkomsten uit dat werk. Uitbuiting veronderstelt verder een zekere mate van onvrijwilligheid of onderwerping van degene die wordt uitgebuit. Instemming van het slachtoffer met de beoogde of bestaande uitbuiting is niet relevant.
Naar het oordeel van het hof kan op basis van het dossier – met name omdat niet kan worden bewezen dat verdachte een in de tenlastelegging genoemd middel heeft ingezet - niet worden gezegd dat [slachtoffer 4] in een situatie verkeerde waarbij uitbuiting kan worden verondersteld of vastgesteld. Ook als verdachte geprofiteerd heeft van de inkomsten die door [slachtoffer 4] zijn verdiend met prostitutie kan niet zonder meer gesteld worden dat er sprake is van uitbuiting. Het hof begrijp dat verdachte eerst een deel van de inkomsten ontving in verband met de wederdiensten die hij verrichtte en dat hij vervolgens de beschikking had over die inkomsten omdat [slachtoffer 4] en verdachte een stel werden. Ten aanzien van de wederdiensten blijkt onvoldoende dat deze zo bescheiden waren dat deze het deel dat de verdachte kreeg, niet konden rechtvaardigen. Ten aanzien van de periode dat verdachte en [slachtoffer 4] een stel waren, blijkt niet dat [slachtoffer 4] geen of onvoldoende zeggenschap meer had over haar verdiensten. Op het moment van aanhouding had [slachtoffer 4] luxe goederen, een groot geldbedrag en verschillende bankpassen op haar naam bij zich en de aankoop/aanbetaling van de auto (waarin verdachte en [slachtoffer 4] werden aangetroffen) lijkt een gezamenlijke beslissing.
Het hof heeft aldus uit het onderzoek ter terechtzitting en door de inhoud van wettige bewijsmiddelen niet de overtuiging bekomen dat verdachte het in de zaak met parketnummer 05-780003-18 onder 4 tenlastegelegde heeft begaan, zodat verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.

Feit 1 05-780003-18 (mensenhandel [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] )

Standpunt advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd verdachte te veroordelen voor de aan hem ten laste gelegde mensenhandel van [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] . Hij heeft hiertoe – kort en zakelijk weergegeven – aangevoerd dat op basis van de verklaringen van [slachtoffer 4] en [getuige 1] over de omstandigheden waaronder zij voor verdachte werkten aangenomen kan worden dat ten aanzien van de drie Moldavische vrouwen sprake was ven een situatie waarin uitbuiting kan worden verondersteld. Zij waren in sociaal en economisch opzicht afhankelijk van verdachte. Verdachte bepaalde wat er gebeurde, zij wachtten op zijn instructies toen hij vastzat en verdachte zou profiteren van de opbrengsten uit de prostitutie.
Standpunt verdediging
De raadsvrouw van verdachte heeft vrijspraak bepleit. Zij heeft hiertoe – kort en zakelijk weergegeven – aangevoerd dat de rol van verdachte op basis van het dossier niet vastgesteld kan worden. De verklaring van [slachtoffer 4] is het enige aanknopingspunt en deze verklaring dient uitgesloten te worden van het bewijs.
Oordeel hof
Zoals eerder vastgesteld kan naar het oordeel van het hof aangenomen worden dat [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] naar Nederland gereisd zijn om hier te werken in de prostitutie. Dat verdachte hierin ook enige rol heeft gespeeld en wist dat dit het doel van de reis was staat naar het oordeel van het hof op basis van hetgeen eerder is overwogen ook vast. Verdachte heeft de vrouwen vervoerd naar Nederland en hen willen laten verblijven in Haarlem.
Ten aanzien van artikel 273f lid 1 sub 3 Wetboek van Strafrecht geldt dat er omstandigheden moeten worden vastgesteld waarbij uitbuiting kan worden verondersteld.
Naar het oordeel van het hof kan op basis van het dossier niet worden gezegd dat [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] in een situatie verkeerden die niet gelijk is aan omstandigheden waarin een mondige prostituee pleegt te verkeren in Nederland. De enkele omstandigheid dat zij de Nederlandse taal niet machtig waren en niet in Nederland bekend waren is hiervoor naar het oordeel van het hof onvoldoende. Ook indien wel aangenomen zou kunnen worden dat de vrouwen een kwetsbare positie hadden, kan naar het oordeel van het hof op basis van het dossier niet aangenomen worden dat verdachte ook misbruik heeft gemaakt of heeft willen maken van deze kwetsbare positie. Ook uitgaande van de situatie dat [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] een deel van hun inkomsten aan verdachte zouden moeten afstaan, maakt dit niet zonder meer dat er sprake is van een uitbuitingssituatie. Het zou immers kunnen dat de werkzaamheden die verdachte zou gaan verrichten teneinde de prostitutiewerkzaamheden mogelijk te maken of te faciliteren, in redelijke verhouding zouden staan tot het deel dat de verdachte zou ontvangen. Daarbij komt dat hoewel verdachte vaker in Nederland was aangetroffen in de buurt of gezelschap van een prostituee, niet is gebleken dat hij zich in verleden schuldig heeft gemaakt aan uitbuiting, ook niet van [slachtoffer 4] . Ook voor het overige zijn het hof geen omstandigheden gebleken op grond waarvan uitbuiting kan worden verondersteld of vastgesteld.
Het hof heeft uit het onderzoek ter terechtzitting en door de inhoud van wettige bewijsmiddelen niet de overtuiging bekomen dat verdachte het in de zaak met parketnummer 05-780003-18 onder 1 tenlastegelegde heeft begaan, zodat verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Feiten 2 en 3 05-780003-18 (mensensmokkel en poging tot illegale tewerkstelling [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] )
Standpunt advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd verdachte te veroordelen voor de ten laste gelegde feiten. Hij heeft hiertoe – kort en zakelijk weergegeven – aangevoerd dat er voldoende bewijs is om te constateren dat verdachte van plan was de vrouwen te huisvesten op de boot in Haarlem; hij wilde hen daar uit winstbejag laten verblijven. Ook ten aanzien van behulpzaamheid bij toegang of doorreis is sprake van voldoende bewijs. Verdachte heeft hiervan een beroep of gewoonte gemaakt.
Daarnaast heeft verdachte gepoogd om de vrouwen te werk te stellen terwijl hij wist dat zij wederrechtelijk in Nederland waren.
Standpunt verdediging
De raadsvrouw van verdachte heeft bepleit dat verdachte vrijgesproken dient te worden van het aan hem ten laste gelegde onder feit 2. Zij heeft hiertoe – kort en zakelijk weergegeven – aangevoerd dat de vrouwen onderweg waren naar België voor een vakantie en dat zij op grond van hun biometrisch paspoort 90 dagen toegang hadden tot Nederland/België en dat ook de doorreis door Europa niet illegaal was. Zij kwamen niet naar Nederland om in de prostitutie te werken. Er is aan de zijde van verdachte ook geen sprake geweest van winstbejag, de vijf inzittenden zouden de kosten delen. Dat verdachte een gewoonte zou hebben gemaakt van mensensmokkel blijkt nergens uit.
Ten aanzien van feit 3 heeft de raadsvrouw ook vrijspraak bepleit nu niet bewezen kan worden dat de vrouwen in Nederland zouden gaan werken of dat verdachte een overeenkomst men hen wilde aangaan.
Oordeel hof
De raadsvrouw van verdachte heeft aangevoerd dat de doorreis en de toegang tot Nederland op basis van de biometrische paspoorten van de vrouwen niet wederrechtelijk was. Zij heeft hierbij ook zelf aangegeven dat dit enkel geldt indien wordt uitgegaan van een situatie waarin de vrouwen niet kwamen om te werken in Nederland. Zoals het hof al eerder heeft overwogen is de verklaring van de vrouwen dat zij in Nederland op doorreis waren naar België voor een korte vakantie niet aannemelijk en acht het hof op grond van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting bewezen dat de vrouwen naar Nederland kwamen om in de prostitutie te werken. Het verweer van de raadsvrouw betreffende de biometrische paspoorten kan dan ook verder onbesproken blijven.
Het hof overweegt ten overvloede nog dat aan geen van de vrouwen een tewerkstellingsvergunning en/of een machtiging tot voorlopige verblijf is afgegeven of dat zij op enige andere grond legaal in Nederland mochten werken. [22]

Oordeel hof ten aanzien van feit 2

Voor mensensmokkel is vereist dat de verdachte, al dan niet uit winstbejag, behulpzaam is geweest een persoon toegang tot of doorreis door of verblijf te verschaffen in Nederland of een andere lidstaat van de EU, of betrokkene daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft, terwijl hij weet of ernstige redenen heeft om te vermoeden, dat de toegang of doorreis wederrechtelijk is. Voor hulp bij illegaal verblijf (art. 197a lid 2) is het winstbejag een vereiste.
Een beroep of gewoonte maken als bedoeld in artikel 197a van het Wetboek van Strafrecht duidt erop dat verdachte zich vaker en met enige regelmaat schuldig heeft gemaakt aan mensensmokkel.
Getuige [getuige 1] is uit Moldavië afkomstig. Zij heeft ten overstaan van de rechter­ commissaris verklaard dat zij vanaf augustus 2017 twee periodes in de prostitutie in Nederland heeft gewerkt, waarvan het langst op een boot in Haarlem. Toen zij naar Nederland kwam heeft zij verdachte leren kennen. Hij kwam elke dag op de boot. Hij betaalde ook de huur van de boot. Zij had een advertentie op een website en verdachte maakte die advertenties aan. De telefoon werd eerst beantwoord door [betrokkene 1] (die toen de vriendin van verdachte was) en later door [betrokkene 2] (de ex-vrouw van verdachte). Als zij of [slachtoffer 4] voor een escort op pad moesten, werden ze wel eens gebracht door de verdachte. Zij en [slachtoffer 4] hadden geen rijbewijs. De helft van wat zij verdiende gaf zij, volgens gemaakte afspraken, vrijwillig aan verdachte. In ruil daarvoor regelde verdachte de advertenties en huisvesting. Haar advertenties op [website] werden zowel door verdachte als [slachtoffer 4] ‘omhoog getild’. Zonder verdachte was het haar niet gelukt om in Nederland te werken; zij sprak de taal ook niet. [23]
Ook getuige [slachtoffer 4] heeft verklaard dat zij op de boot in Haarlem als prostituee werkte, dat verdachte daar vaak kwam en dat zij aanvankelijk een deel van haar inkomsten aan verdachte gaf. [24] [slachtoffer 4] heeft verder verklaard dat zij zowel in Haarlem en Utrecht heeft gewerkt. [25] Verdachte betaalde de huur van de huizen in Utrecht en Haarlem. [26]
De bedoeling van de reis, waarbij ze werden aangehouden op 19 januari 2018, was niet om op vakantie te gaan in België, maar om in Nederland in de prostitutie te werken. Toen ze werden gevolgd door de politieauto is de afspraak gemaakt dat ze zouden zeggen dat ze onderweg waren naar België. [27] Het was de bedoeling dat de vrouwen die in de auto zaten een deel van hun inkomsten aan verdachte zouden afstaan. [28] [slachtoffer 4] , verdachte en de drie vrouwen verbleven kort voor hun aanhouding in een hotel in Roemenië. Ze hebben toen lingerie gekocht, waarna de foto’s zijn gemaakt. [29] De foto’s waren bedoeld voor de advertenties. [30]
Op 13 en 17 januari 2018 vinden er via Facebook Messenger gesprekken plaats tussen [slachtoffer 2] en [slachtoffer 4] . [slachtoffer 2] vraagt [slachtoffer 4] wanneer de fotograaf komt en wanneer zij lingerie moet kopen. [31]
Verdachte heeft verklaard dat [slachtoffer 4] van Moldavische afkomst was, zij zijn vriendin was en in de prostitutie werkte. Zij doet dat werk al vier jaar. [32] Hij heeft [getuige 1] voor het laatst in januari 2018 gezien. Zij is toen samen met [slachtoffer 4] vertrokken naar Moldavië. De politie was bij hun gekomen en had gezegd dat ze moesten vertrekken. De politiemannen hadden zich voorgedaan als klant en bezochten [getuige 1] op de [adres] in Haarlem. Dat was toen ook de verblijfplaats van verdachte. [33] [getuige 1] woonde samen met hem en [slachtoffer 4] op de woonboot. De huur van de woonboot was € 1.200 per maand. [34] Verdachte ontving geld van [slachtoffer 4] als hij haar wegbracht voor een escort. [35] Ook [getuige 1] bracht hij weg in verband met haar escortwerkzaamheden en ook van haar kreeg hij geld. [36]
Uit het voorgaande blijkt dat verdachte eerder betrokken is geweest bij prostitutiewerkzaamheden in - in elk geval - Haarlem. Het hof betrekt daarbij dat in het navigatiesysteem van de Audi die verdachte bestuurde als bestemming was ingevoerd ' [adres] , Haarlem', hetgeen zich – zoals eerder overwogen – dicht bij het adres [adres] te Haarlem bevindt. Op grond van het vorenstaande heeft het hof de overtuiging dat verdachte geweten heeft van het reisdoel van [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] , te weten het in Haarlem of elders in Nederland werken in de prostitutie.
Het hof is op grond van het voorgaande en de al eerder besproken bewijsmiddelen van oordeel dat verdachte wist of in ieder geval ernstige redenen had om te vermoeden dat de vrouwen hier niet (in de prostitutie) mochten werken. Niet voor niets is reeds in de auto (vlak voor de aanhouding van verdachte en [slachtoffer 4] ) de afspraak gemaakt dat ze zouden zeggen dat ze op weg waren naar België. Door de vrouwen als chauffeur via Roemenië, Hongarije, Oostenrijk en Duitsland naar Nederland te vervoeren is verdachte de vrouwen behulpzaam geweest bij een doorreis door lidstaten van de Europese Unie en het zich verschaffen van toegang tot Nederland. Het hof acht daarnaast bewezen dat verdachte de vrouwen ook uit winstbejag behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van verblijf in Nederland, te weten een verblijf op – in ieder geval – het adres [adres] in Haarlem. Van winstbejag kan worden gesproken indien het handelen van verdachte is ingegeven door een gerichtheid op verrijking, waarbij het niet noodzakelijk behoeft te gaan om een op geld waardeerbaar voordeel, en evenmin bepalend is of het beoogde voordeel ook daadwerkelijk werd behaald. Op grond van bovengenoemde verklaringen en de eerder genoemde gesprekken tussen [slachtoffer 4] en verdachte kan worden aangenomen dat verdachte, zoals hij al eerder deed, zou delen in de opbrengsten uit de prostitutiewerkzaamheden.
Het hof acht voorts bewezen dat er sprake is van medeplegen. Zoals reeds eerder overwogen heeft het hof op grond van de bewijsmiddelen de overtuiging bekomen dat er tussen [slachtoffer 4] en verdachte een nauwe en bewuste samenwerking heeft bestaan die in de kern bestaan heeft uit een gezamenlijke uitvoering. [slachtoffer 4] heeft contact onderhouden met de vrouwen in verband met het maken van de foto’s en om ze te motiveren voor het prostitutiewerk. [slachtoffer 4] en verdachte hebben gezamenlijk met de vrouwen de reis van Roemenië naar Nederland gemaakt, waarbij verdachte de auto bestuurde. Het doel van de reis voor verdachte was om geld te verdienen aan het faciliteren van de prostitutiewerkzaamheden in Nederland. De foto’s voor de advertenties waren al gemaakt en het verblijf (in Haarlem) was geregeld.
Het hof acht niet bewezen dat verdachte een beroep of gewoonte heeft gemaakt van mensensmokkel en spreekt hem hiervan vrij. Het hof overweegt hiertoe dat uit de verschillende verklaringen blijkt dat verdachte eerder betrokken is geweest bij prostitutiewerkzaamheden van verschillende personen in Nederland, maar dat hieruit niet blijkt dat verdachte betrokken is geweest bij de mensensmokkel van die of andere personen.

Oordeel hof ten aanzien van feit 3

Artikel 197b Sr stelt het strafbaar om iemand die illegaal in Nederland verblijft krachtens overeenkomst of aanstelling arbeid te laten verrichten. Op grond van artikel 12 eerste lid onder c van de Vreemdelingenwet 2000 en artikel 2 van de Wet arbeid vreemdelingen vervalt het verblijfsrecht of recht op oponthoud in Nederland als er voor een werkgever wordt gewerkt.
Naar het oordeel van het hof blijkt uit de eerder besproken bewijsmiddelen dat de toegang tot en het verblijf van de drie vrouwen in Nederland wederrechtelijk was. Immers, zij waren hier niet als toerist maar kwamen om te werken in de prostitutie, en hadden hiervoor niet de juiste papieren. Ook heeft het hof reeds overwogen dat verdachte wist dat zij in Nederland in de prostitutie kwamen werken. De vraag die beantwoord dient te worden is of verdachte gepoogd heeft om de vrouwen krachtens overeenkomst of aanstelling prostitutie te doen verrichten in Nederland, waarbij het hof opmerkt dat deze begrippen op basis van de jurisprudentie van de Hoge Raad ruim uitgelegd dienen te worden.
Het hof is op grond van het voorgaande en de eerder besproken bewijsmiddelen van oordeel dat verdachte samen met [slachtoffer 4] een belangrijke rol heeft gespeeld bij het organiseren van de prostitutiewerkzaamheden die de vrouwen in Nederland zouden gaan verrichten. Dit ziet op de voorfase van het maken van erotische foto’s, het vervoer van de vrouwen en het regelen van verblijf. Als tegenprestatie zouden de vrouwen een deel van een inkomsten af moeten staan aan verdachte. Het hof acht op basis hiervan aannemelijk dat er sprake is geweest van een overeenkomst tussen verdachte en de vrouwen op basis waarvan zij arbeid zouden verrichten. Nu zij nog niet in Nederland hebben gewerkt is er sprake van een poging hiertoe.
Ook ten aanzien van dit feit acht het hof – op grond van hetgeen is overwogen ten aanzien van feit 2 – bewezen dat er sprake is van medeplegen met [slachtoffer 4] .

Feit 5 05-780003-18 (Witwassen)

Standpunt advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd verdachte te veroordelen voor het aan hem ten laste gelegde witwasfeit. Hij heeft hiertoe – kort en zakelijk weergegeven – aangevoerd dat er zowel ten aanzien van de moneytransfers als ten aanzien van de Audi een link is met de door verdachte met misdrijf verdiende inkomsten. Verdachte heeft geprobeerd om de criminele herkomst te verhullen. Ten aanzien van de auto is er sprake van een schijnconstructie.
Standpunt verdediging
De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit. Zij heeft hiertoe – kort en zakelijk weergegeven – het volgende aangevoerd. Verdachte heeft verklaard dat hij de Audi heeft gehuurd, waarvan ook bewijsmiddelen aanwezig zijn. Deze verklaring is niet op voorhand onaannemelijk. Er is onvoldoende bewijs dat deze verklaring van verdachte weerlegd. Ten aanzien van de Moneytransfers is er onvoldoende bewijs waar dit geld vandaan komt en bovendien zijn de financiële transacties zichtbaar, waardoor er geen sprake kan zijn van verhullen of verbergen.
Oordeel hof
Zoals reeds overwogen en vooruitlopend op de beslissing van het hof ten aanzien van het ten laste gelegde onder parketnummer 05-7800046-18 spreekt het hof verdachte vrij van de aan hem ten laste gelegde mensenhandel. Naar het oordeel van het hof kan de herkomst van de geldbedragen die zijn overgemaakt door middel van de Moneytransfers niet vastgesteld worden. Voor wat betreft de Audi acht het hof aannemelijk dat deze auto (mede) gefinancierd is met geld van [slachtoffer 4] . Verdachte wordt vrijgesproken van de mensenhandel van [slachtoffer 4] ,. Op basis van het dossier kan weliswaar vastgesteld worden dat verdachte geld heeft verdiend met het faciliteren van prostitutiewerkzaamheden, maar niet blijkt dat daarbij sprake was van mensenhandel en voor zover sprake was van illegale arbeid geldt dat dit geen misdrijf is, maar een overtreding. Ook overigens kan uit het dossier niet worden vastgesteld dat het geld en de auto al dan niet onmiddellijk afkomstig zijn uit enig misdrijf.
Het hof heeft uit het onderzoek ter terechtzitting niet door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen dat verdachte het in de zaak met parketnummer 05-780003-18 onder 5 heeft begaan, zodat verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.

Feiten 1, 2 en 3 05-780046-18

Standpunt advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd verdachte te veroordelen voor de aan hem ten laste gelegde feiten. Hij heeft hiertoe – kort en zakelijk weergegeven – aangevoerd dat vaststaat dat [slachtoffer 5] is de prostitutie heeft gewerkt en bij een prostitutiecontrole op 19 december 2017 in Haarlem is aangetroffen. Beide vrouwen, [slachtoffer 5] en [slachtoffer 6] , hadden advertenties op [website] . Vanaf IP-adressen die in verband gebracht kunnen worden met personen die in contact staan met verdachte is ingelogd op de advertenties. Op de telefoon van verdachte zijn twee boardingpassen betreffende deze vrouwen aangetroffen. Het opgegeven telefoonnummer bij de boekingen is van ene [betrokkene 3] . Met deze [betrokkene 3] heeft verdachte contact gehad over vluchten voor [slachtoffer 4] en [getuige 1] . Op de telefoon van verdachte zijn foto’s van de vrouwen aangetroffen.
Standpunt verdediging
De raadsvrouw van verdachte heeft ten aanzien van alle feiten vrijspraak bepleit. Zij heeft hiertoe – kort en zakelijk weergegeven – aangevoerd dat niet vastgesteld kan worden of de vrouwen daadwerkelijk in de prostitutie hebben gewerkt, hun foto’s kunnen ook gebruikt zijn voor het maken van advertenties van andere prostituees. Daarnaast kan niet vastgesteld worden dat er sprake is geweest van uitbuiting.
Oordeel hof
Met de verdediging is het hof van oordeel dat niet wettig en overtuigend bewezen
kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de onder 1 tot en met 3 ten laste gelegde feiten. Het hof heeft uit de inhoud van de bewijsmiddelen niet de overtuiging bekomen dat verdachte betrokken is geweest bij het binnen Nederland brengen van [slachtoffer 5] en [slachtoffer 6] . Op grond van de prostitutiecontrole op 19 december 2017 in combinatie met de verklaring van [getuige 1] acht het hof bewezen dat [slachtoffer 5] als prostituee in Nederland heeft gewerkt. Ten aanzien van [slachtoffer 6] is hiervoor niet voldoende bewijs. Van de op de Samsung telefoon van verdachte aangetroffen foto van beide vrouwen is onduidelijk hoe die foto's op die telefoon zijn terecht gekomen. Bij gebreke van een verklaring van beide Oekraïense vrouwen is naar het oordeel van het hof niet duidelijk geworden in welke verhouding zij tot verdachte stonden, als die er al was. Het hof zal verdachte dan ook vrijspreken van het onder parketnummer 05/780046- l8 tenlastegelegde.

Bewezenverklaring

Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel -ook in onderdelen- slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het in de zaak met parketnummer 05-780003-18 onder 2 en 3 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
Zaak met parketnummer 05-780003-18:
2.
Hij
op één of meer tijdstippenin
of omstreeksde periode van 14 december 2017 tot en met 19 januari 2018,
telkenste Zevenaar en/of (elders) in Nederland en/of Duitsland, en/of Moldavië en/of Roemenië,
(lid 4)
(telkens
)tezamen en in vereniging met een
of meerander
en, althans alleen,telkens
een ander ofanderen, te weten:
- [slachtoffer 1] geboren op [geboortedag 2] 1994 te Moldavië
- [slachtoffer 2] geboren op [geboortedag 3] 1995 te Moldavië
- [slachtoffer 3] geboren op [geboortedag 4] 1998 te Moldavië,
(lid 1)
behulpzaam is
/zijngeweest bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis door Nederland en/of Duitsland, en/of Roemenië (zijnde lidstaten van de Europese Unie
), of voornoemde personen daartoe telkens gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft,en
/of
(lid 2)
uit winstbejag behulpzaam is
/zijngeweest bij het zich verschaffen van verblijf in Nederland en voornoemde personen daartoe telkens gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft,
terwijl hij, verdachte en
ofzijn mededader
s, wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden dat die toegang of die doorreis wederrechtelijk was,
immers heeft hij, verdachte en/of diens mededader
(s)
- met die [slachtoffer 1] en
/ofdie [slachtoffer 2] en
/ofdie [slachtoffer 3] die zich toen in het buitenland bevonden, contact gelegd en/of laten leggen om in Nederland in de prostitutie te gaan werken, en
/of
- die [slachtoffer 1] en
/ofdie [slachtoffer 2] en
/ofdie [slachtoffer 3]
opgehaald (met de bus) in Chisinau (Moldavië) en/of vervolgens naar Roemenië gebracht en/of vervolgensvanuit Roemenië met zijn, verdachtes auto naar Nederland heeft gebracht met de bedoeling naar Haarlem af te reizen om hen aldaar in de prostitutie te laten werken, en
/of
- voor die [slachtoffer 1] en
/ofdie [slachtoffer 2] en
/ofdie [slachtoffer 3] een ruimte in Haarlem
/Utrecht, geregeld van waaruit zij hun prostitutiewerkzaamheden zouden gaan verrichten, en
/of
- van die [slachtoffer 1] en
/ofdie [slachtoffer 2] en
/ofdie [slachtoffer 3] erotische foto's (bestemd voor seksadvertenties) laten maken, en
/of
- die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 3] voorzien van goederen ten behoeve van hun prostitutiewerk (luxe lingerie, vaginale schimmeltabletten, anticonceptiemiddelen, tampons),en
/of
- die [slachtoffer 1] en
/ofdie [slachtoffer 2] en
/ofdie [slachtoffer 3] geïnstrueerd hoe te antwoorden op vragen bij een eventuele grenscontrole, en
/of
- tijdens de grenscontrole (op antwoord van vragen van de Marechaussee) het werkelijke doel van de reis verhuld.
(lid 4)
terwijl verdachte daarvan een beroep of gewoonte heeft gemaakt.3.
Hij
op één of meer tijdstippenin
of omstreeksde periode van 14 december 2017 tot en met 19 januari 2018,
telkenste Zevenaar en/of (elders) in Nederland en/of Duitsland, en/of Moldavië en/of Roemenië, (telkens) tezamen en in vereniging met een
of meerander
en,
althans alleen,ter uitvoering van het voornemen en het misdrijf om
een of meerander
(en
), te weten:
- [slachtoffer 1] geboren op [geboortedag 2] 1994 te Moldavië
- [slachtoffer 2] geboren op [geboortedag 3] 1995 te Moldavië
- [slachtoffer 3] geboren op [geboortedag 4] 1998 te Moldavië,
die zich wederrechtelijk toegang tot
ofen verblijf in Nederland hadden verschaft, krachtens overeenkomst of aanstelling, arbeid (prostitutie) te doen verrichten in Haarlem en/of elders in Nederland, terwijl hij, verdachte en zijn mededader wisten, althans ernstige reden hadden om te vermoeden, dat de toegang of dat verblijf in Nederland wederrechtelijk was,
immers heeft hij, verdachte en/of diens mededader
(s)
- met die [slachtoffer 1] en
/ofdie [slachtoffer 2] en
/ofdie [slachtoffer 3] die zich toen in het buitenland bevonden, contact gelegd en/of laten leggen om in Nederland in de prostitutie te gaan werken, en
/of
- die [slachtoffer 1] en
/ofdie [slachtoffer 2] en
/ofdie [slachtoffer 3]
opgehaald (met de bus) in Chisinau (Moldavië) en/of vervolgens naar Roemenië gebracht en/of vervolgensvanuit Roemenië met zijn, verdachtes auto naar Nederland heeft gebracht met de bedoeling naar Haarlem af te reizen om hen aldaar in de prostitutie te laten werken, en
/of
- voor die [slachtoffer 1] en
/ofdie [slachtoffer 2] en
/ofdie [slachtoffer 3] een ruimte in Haarlem
/Utrecht, geregeld van waaruit zij hun prostitutiewerkzaamheden zouden gaan verrichten, en
/of
- van die [slachtoffer 1] en
/ofdie [slachtoffer 2] en
/ofdie [slachtoffer 3] erotische foto's (bestemd voor seksadvertenties) laten maken, en
/of
- die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 3] voorzien van goederen ten behoeve van hun prostitutiewerk (luxe lingerie, vaginale schimmeltabletten, anticonceptiemiddelen, tampons),en
/of
- die [slachtoffer 1] en
/ofdie [slachtoffer 2] en
/ofdie [slachtoffer 3] geïnstrueerd hoe te antwoorden op vragen bij een eventuele grenscontrole, en
/of
- tijdens de grenscontrole (op antwoord van vragen van de Marechaussee) het werkelijke doel van de reis verhuld,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het in de zaak met parketnummer 05-780003-18 onder 2 bewezenverklaarde levert op:

medeplegen van mensensmokkel, meermalen gepleegd,

en

medeplegen van een ander uit winstbejag behulpzaam zijn bij het zich verschaffen van verblijf in Nederland, terwijl hij weet of ernstige redenen heeft te vermoeden dat dat verblijf wederrechtelijk is, meermalen gepleegd.
Het in de zaak met parketnummer 05-780003-18 onder 3 bewezenverklaarde levert op:
medeplegen van een poging tot een ander, die zich wederrechtelijk toegang tot of verblijf in Nederland heeft verschaft, krachtens overeenkomst of aanstelling arbeid doen verrichten, terwijl hij weet of ernstige reden heeft te vermoeden dat de toegang of dat verblijf wederrechtelijk is, meermalen gepleegd.

Strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.

Oplegging van straf en/of maatregel

De rechtbank Gelderland heeft de verdachte voor het in eerste aanleg bewezenverklaarde, te weten mensensmokkel en witwassen, veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vier maanden, met aftrek van het voorarrest.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vijf jaren.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen en ziet daarin redenen om verdachte te veroordelen tot een deels onvoorwaardelijke gevangenisstraf.
Verdachte heeft zich ten aanzien van drie Moldavische vrouwen schuldig gemaakt aan mensensmokkel in vereniging en een poging tot het tewerkstellen van deze vrouwen, die wederrechtelijk in Nederland verbleven, in de prostitutie, in vereniging. De mensensmokkel heeft eruit bestaan dat verdachte de vrouwen behulpzaam is geweest bij de wederrechtelijke inreis in Nederland en doorreis door EU-landen. Het is genoegzaam bekend dat de overheid een restrictief toelatingsbeleid hanteert. De overheid probeert te zorgen voor een evenwichtig en eerlijk toelatingsbeleid voor mensen van andere nationaliteiten. Door de gestelde regels te omzeilen en mensen het land binnen te smokkelen, wordt het overheidsbeleid doorkruist en wordt illegaal verblijf en illegale arbeid in Nederland bevorderd. Door zijn handelen heeft verdachte het restrictieve toelatingsbeleid van de Nederlandse overheid ondermijnd.
Bij de bepaling van de strafmaat houdt het hof rekening met de straffen die in soortgelijke gevallen zijn opgelegd. Het hof betrekt hierbij ook het uittreksel justitiële documentatie waaruit blijkt dat verdachte weliswaar eerder wegens het plegen van een strafbaar feit is veroordeeld, maar niet eerder wegens het plegen van soortgelijke feiten als nu bewezen. Op basis hiervan is een forse gevangenisstraf passend.
Het hof zijn geen persoonlijke omstandigheden betreffende verdachte gebleken die tot strafvermindering zouden moeten leiden.
Alles afwegende is het hof van oordeel dat een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden, waarvan 7 maanden voorwaardelijk met aftrek van het voorarrest, passend en geboden is. Deze straf is veel lager dan geëist door de advocaat-generaal omdat het hof verdachte voor het grootste deel van de ten laste gelegde feiten heeft vrijgesproken.

Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 4]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 36.300,00. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep niet-ontvankelijk verklaard. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van haar oorspronkelijke vordering.
De verdachte wordt niet schuldig verklaard ter zake van het in de zaak met parketnummer 05-780003-18 onder 4 tenlastegelegde handelen waardoor de gestelde schade zou zijn veroorzaakt. De benadeelde partij kan daarom in haar vordering niet worden ontvangen.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 45, 47, 57, 197a en 197b van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 05-780003-18 onder 1, 4 en 5 en in de zaak met parketnummer 05-780046-18 onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 05-780003-18 onder 2 en 3 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het in de zaak met parketnummer 05-780003-18 onder 2 en 3 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van
12 (twaalf) maanden.
Bepaalt dat een gedeelte van de gevangenisstraf,
groot 7 (zeven) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Heft op het geschorste bevel voorlopige hechtenis.

Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 4]

Verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 4] niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding.
Veroordeelt de benadeelde partij in de door de verdachte gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Aldus gewezen door
mr. J.D. den Hartog, voorzitter,
en mr. R.J. Bokhorst en mr. M.L. Plas, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. S.H. Diepeveen, griffier,
en op 16 april 2021 ter openbare terechtzitting uitgesproken.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal met proces-verbaalnummer 27CARGERIE/ 27FCA180001, gesloten en getekend op 1 juni 2018 door [verbalisant] , opperwachtmeester, Medewerker Opsporing werkzaam bij de Koninklijke Marechaussee en het aanvullend proces-verbaal (betrekking hebbende op parketnummer 05-780046-18) van 21 juni 2018 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van aanhouding, p. 034 – 036 en proces-verbaal van bevindingen, p. 193 van map 6.
3.Proces-verbaal van bevindingen IPhone KVI-nummer 10, p. 372 van map 6.
4.Proces-verbaal, p. 113 van map 6.
5.Bijlage bij het proces-verbaal van bevindingen USB-stick, p. 243 van map 6.
6.Proces-verbaal bevindingen afbeeldingen Platinet USB-stick, p. 244-249 van map 6.
7.Verklaring van verdachte ter terechtzitting in eerste aanleg d.d. 18 februari 2019.
8.Proces-verbaal bevindingen locatie hotel, p. 253 van map 6.
9.Proces-verbaal van bevindingen bij onderzoek aan een voertuig, p. 79 van map 1.
10.Proces-verbaal van bevindingen, p. 151 van map 1.
11.Proces-verbaal van stelselmatige observatie, p. 210-211 van map 6.
12.Proces-verbaal van bevindingen zendmasten Imei’s van de slachtoffers, p. 230 en 231 van map 6.
13.BlueView Registratie Export, Bijlage 43, p. 773-788, 798-800, 812-821, 826-839, 862-865 van map 7.
14.Proces-verbaal van verhoor [slachtoffer 1] , p. 088 van map 6.
15.Proces-verbaal bevindingen gegevens IPhone P2.1.1, p. 343 van map 6, proces-verbaal van verhoor [slachtoffer 3] , p. 099 van map 6.
16.Proces-verbaal bevindingen gegevens IPhone telefoon P2.1.1, p. 342 van map 6.
17.Proces-verbaal van verhoor [slachtoffer 4] , p. 061-065 van map 6, proces-verbaal verhoor [slachtoffer 1] , p. 086 van map 6, proces-verbaal van verhoor [slachtoffer 3] , p. 098 van map 6, proces-verbaal van verhoor [slachtoffer 2] , p. 104 van map 6.
18.Proces-verbaal van bevindingen gegevens IPhone P2.1.1, p. 610 van map 2.
19.Proces-verbaal van bevindingen IPhone [slachtoffer 4] , p. 367 van map 6.
20.Proces-verbaal van bevindingen gegevens IPhone p2.1.1, p. 333, 341-343 van map 6. Proces-verbaal van bevindingen Iphone [slachtoffer 4] , p. 366 van map 6.
21.Proces-verbaal van bevindingen IPhone KVI-nummer 10, p. 373 van map 6.
22.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 februari 2019, p. 1 en 2.
23.Proces-verbaal getuigenverhoor via videoconferentie met Italië/rechtbank te Milaan d.d. 15 februari 2019, p. 1 – 4.
24.Proces-verbaal van verhoor [slachtoffer 4] , p. 256 van map 6
25.Proces-verbaal van verhoor [slachtoffer 4] , p. 271 van map 6.
26.Proces-verbaal van verhoor [slachtoffer 4] , p. 280 van map 6.
27.Proces-verbaal van verhoor [slachtoffer 4] , p. 259 van map 6.
28.Proces-verbaal van verhoor [slachtoffer 4] , p. 277 van map 6.
29.Proces-verbaal van verhoor [slachtoffer 4] , p. 258 van map 6.
30.Proces-verbaal van verhoor [slachtoffer 4] , p. 277 van map 6.
31.Proces-verbaal van bevindingen, p. 26 van map 6.
32.Proces-verbaal van verhoor van verdachte, p. 735 van map 7.
33.Proces-verbaal van verhoor van verdachte, p. 736 van map 7.
34.Proces-verbaal van verhoor van verdachte, p. 737 van map 7.
35.Proces-verbaal van verhoor van verdachte, p. 738 van map 7.
36.Proces-verbaal van verhoor van verdachte, p. 741 van map 7.