ECLI:NL:GHARL:2021:3883
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verlenging machtiging tot uithuisplaatsing van minderjarige in het kader van ondertoezichtstelling
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 20 april 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige [de minderjarige2]. De moeder, verzoekster in hoger beroep, heeft de bestreden beschikking van de kinderrechter in de rechtbank Midden-Nederland aangevochten, die op 27 oktober 2020 de ondertoezichtstelling van haar kinderen had verlengd en de machtiging tot uithuisplaatsing van [de minderjarige2] had goedgekeurd. De moeder stelt dat zij en de vader in staat zijn om de zorg voor [de minderjarige2] zelfstandig op zich te nemen en dat de uithuisplaatsing niet langer noodzakelijk is.
Het hof heeft de procedure in hoger beroep behandeld op 23 maart 2021, waarbij de moeder, de vader en vertegenwoordigers van de gecertificeerde instelling (GI) aanwezig waren. De raad voor de kinderbescherming en de pleegouders waren niet verschenen. Het hof heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen, waaronder de problematiek van de minderjarigen, die onder toezicht zijn gesteld en kampen met verschillende ontwikkelingsproblemen.
Het hof heeft geoordeeld dat de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing noodzakelijk is voor de verzorging en opvoeding van [de minderjarige2]. De moeder heeft onvoldoende mogelijkheden om in de specifieke pedagogische behoeften van [de minderjarige2] te voorzien, en een terugplaatsing zou de huidige stabiele opvoedingssituatie verstoren. Het hof heeft de bestreden beschikking bekrachtigd, waarmee de machtiging tot uithuisplaatsing van [de minderjarige2] is verlengd tot 28 november 2021.