In deze zaak gaat het om een hoger beroep inzake het ouderlijk gezag over drie minderjarige kinderen, waarbij de man en de vrouw de ouders zijn. De vrouw heeft op verzoek van de kinderrechter het alleenstaande ouderlijk gezag over de kinderen verkregen, wat de man niet accepteert. Hij heeft hoger beroep ingesteld en verzoekt het hof om deze beslissing te herzien. Het hof heeft de zaak behandeld en de man is vertegenwoordigd door zijn advocaat, terwijl de vrouw ook bijgestaan wordt door een advocaat. De raad voor de kinderbescherming heeft ook een adviserende rol in deze zaak. Tijdens de mondelinge behandeling zijn beide ouders aanwezig, evenals de raad. De kinderen zijn ook gehoord, waarbij de oudste twee hun mening hebben geuit over de rol van hun vader in hun leven. Het hof heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen, waaronder de veroordeling van de man voor stelselmatig seksueel misbruik van een minderjarige. Het hof concludeert dat er sprake is van een ernstig verstoorde verhouding tussen de ouders en dat de man al jarenlang geen contact meer heeft met de kinderen. Gezien deze omstandigheden en de wensen van de kinderen, heeft het hof het verzoek van de man afgewezen en de beschikking van de kinderrechter bekrachtigd.