ECLI:NL:GHARL:2021:4399

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
4 mei 2021
Publicatiedatum
4 mei 2021
Zaaknummer
200.254,700/01
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming van een vereffenaar in een nalatenschap na langdurige impasse

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 4 mei 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de benoeming van een vereffenaar voor de nalatenschap van de heer [erflater], die op 16 januari 2015 is overleden. Na meer dan zes jaar zonder enige voortgang in de vereffening van de nalatenschap, hebben de verzoekers, die als schuldeisers van de nalatenschap optreden, het hof verzocht om een vereffenaar te benoemen. De rechtbank Noord-Nederland had eerder, op 13 november 2018, het verzoek van de verzoekers afgewezen, waarop zij in hoger beroep zijn gegaan.

De verzoekers hebben aangevoerd dat de verweerders, die als vereffenaars zijn aangesteld, in ernstige mate tekortschieten in hun verplichtingen. Er is geen boedelbeschrijving opgesteld en er is geen aanvang gemaakt met de vereffening, ondanks de langdurige bemiddeling. Het hof heeft vastgesteld dat de relatie tussen de partijen verstoord is en dat de verweerders niet in staat zijn om de nalatenschap op een correcte manier af te wikkelen. Dit heeft geleid tot de conclusie dat de verzoekers als belanghebbenden moeten worden aangemerkt en dat de benoeming van een onafhankelijke vereffenaar noodzakelijk is.

Het hof heeft mr. Arend Cornelis de Bakker, handelend voor Uw Vereffenaar B.V., benoemd als vereffenaar. De benoeming zal worden gepubliceerd op rechtspraak.nl/uitspraken, en de proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Deze beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Leeuwarden
afdeling civiel recht
zaaknummer gerechtshof 200.254.700/01
(zaaknummer rechtbank Noord-Nederland 186094)
beschikking van 4 mei 2021
inzake

1.[verzoekster1] ,

2. [verzoekster2] ,

3. [verzoeker3] ,

4. [verzoeker4] ,

woonplaats gekozen hebbende te Groningen op het kantoor van de advocaat,
verzoekers in hoger beroep,
bij de rechtbank: verzoekers,
advocaat: mr. V.S.A.W. Wegter te Groningen,
tegen

1.[verweerster] ,

2. [verweerder] .
beiden wonende te [A] ,
verweerders in hoger beroep,
bij de rechtbank: verweerders,
advocaat: mr. J. Bisschop te Zwolle.

1.Het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst voor het geding in eerste aanleg naar de beschikking van de rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen, van 13 november 2018, uitgesproken onder voormeld zaaknummer.

1.Het geding in hoger beroep

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het beroepschrift met producties, ingekomen op 12 februari 2019;
- het verweerschrift met producties;
- een journaalbericht van mr. Bisschop van 8 oktober 2019 met productie).
1.1.
Op 10 oktober 2019 heeft een mondelinge behandeling plaatsgevonden. Daarbij waren aanwezig partijen en hun advocaten. Mr. Wegter heeft het woord gevoerd mede aan de hand van pleitaantekeningen, die zijn overgelegd.
Na afloop van de mondelinge behandeling hebben partijen aangegeven te willen bezien of het lukt om via mediation hun geschilpunten op te lossen. Dit heeft enige tijd in beslag genomen. Bij journaalberichten van 8 februari 2021 heeft mr. Wegter namens partijen bericht dat zij niet tot een vergelijk zijn gekomen en graag een uitspraak van het hof willen. Bij brieven van 23 maart 2021 hebben de advocaten, daartoe verzocht door het hof, laten weten dat zich in de bestaande situatie geen wijzigingen hebben voorgedaan.

1.De feiten

1.1.
Op 16 januari 2015 is de heer [erflater] overleden (hierna: erflater).
1.1.
Erflater is in wettelijke gemeenschap van goederen gehuwd geweest met mevrouw [de moeder] (hierna: moeder). Het huwelijk is ontbonden door het overlijden van moeder op 1 december 2000. Daarna is erflater niet hertrouwd of een geregistreerd partnerschap aangegaan.
1.1.
Uit het huwelijk van erflater en moeder zijn vijf kinderen geboren, te weten verzoekers en verweerster [verweerster] . [verweerder] is de echtgenoot van verweerster [verweerster] .
1.1.
Moeder heeft op 8 mei 1985 bij testament over haar nalatenschap beschikt. Zij heeft
erflater het vruchtgebruik over haar gehele nalatenschap gelegateerd en is voor het overige niet van het toen geldende erfrecht afgeweken.
1.1.
Erflater heeft voor het laatst op 4 juli 2005 bij testament over zijn nalatenschap beschikt. Hij heeft verweerders tezamen en voor gelijke delen tot zijn enige erfgenamen benoemd. Verweerders hebben deze nalatenschap beneficiair aanvaard.
1.1.
Uit hoofde van de nalatenschap van moeder zijn verzoekers allen schuldeiser van de
nalatenschap van erflater.
1.1.
Verzoekers hebben een beroep gedaan op hun legitieme porties in de nalatenschap van vader, en verweerders verzocht om een boedelbeschrijving te verstrekken, onderbouwd met stukken.
1.1.
Verzoekers 1 en 3 hebben kenbaar gemaakt tevens een opeisbare vordering op de nalatenschap van erflater te hebben.

1.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg

1.1.
Verzoekers hebben de rechtbank verzocht om bij beschikking, geheel uitvoerbaar bij
voorraad, een vereffenaar te benoemen in de nalatenschap van de heer [erflater] , geboren te [B] [in] 1920, overleden [in] 2015 te [B] , kosten rechtens.
1.1.
Verweerders hebben verweer gevoerd en geconcludeerd tot afwijzing van het verzoek, kosten rechtens.
1.1.
Bij de bestreden beschikking van de rechtbank van 13 november 2018 is het verzoek afgewezen.

1.De verzoeken in hoger beroep

1.1.
Verzoekers zijn met één grief in hoger beroep gekomen van de bestreden beschikking. Zij verzoeken deze beschikking te vernietigen en opnieuw rechtdoende, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, een vereffenaar te benoemen in de nalatenschap van de heer [erflater] , geboren te [B] [in] 1920, overleden [in] 2015 te [B] .
1.1.
Verweerders hebben verweer gevoerd, en concluderen tot verwerping van het beroep, kosten rechtens.

1.De beoordeling in het hoger beroep

1.1.
Na een aanvaarding onder voorrecht van boedelbeschrijving, kan de rechtbank een vereffenaar benoemen op verzoek van een belanghebbende of van het openbaar ministerie, wanneer hij die met het beheer der nalatenschap belast is in ernstige mate in de vervulling van zijn verplichtingen tekortschiet, daartoe ongeschikt is of niet voldoet aan een last tot zekerheidsstelling, wanneer de schulden der nalatenschap de baten blijken te overtreffen, of wanneer tot een verdeling van de nalatenschap wordt overgegaan voordat deze vereffend is
(art. 4:203 lid 1 onder b BW).
1.1.
Met de rechtbank is het hof van oordeel dat verzoekers als belanghebbenden moeten worden aangemerkt, aangezien zij - als legitimaris, maar ook op grond van het moederlijk erfdeel - schuldeisers zijn van de nalatenschap van erflater. Of verzoekers 1 en 3 daarnaast ook nog schuldeisers zijn van de nalatenschap vanwege door hen gestelde vorderingen kan in het midden blijven.
1.1.
Verzoekers stellen dat verweerders in ernstige mate te kort zijn geschoten in de vervulling van hun verplichtingen. Verweerders voldoen naar hun mening niet aan hun wettelijke verplichtingen, waaronder met name het opstellen en neerleggen van een boedelbeschrijving (met onderliggende stukken), maar ook het oproepen van de bekende schuldeisers en het uitkering doen aan deze schuldeisers. Verder is de relatie tussen partijen verstoord, en was de relatie van verweerders en erflater dat ook. Verweerders zijn volgens verzoekers niet in staat tot een afwikkeling van de nalatenschap te komen waarbij zij de belangen van de schuldeisers, waaronder verzoekers, in acht nemen. Tot slot menen verzoekers dat de schulden de baten overtreffen.
1.1.
Wat er ook zij van het verweer van verweerders, vaststaat - zo blijkt ook uit de recent ontvangen berichten van partijen - dat door verweerders, als vereffenaars, nog steeds geen boedelbeschrijving is opgesteld, zelfs geen voorlopige. Er is dus niet eens een aanvang gemaakt met de vereffening. Het is nu meer dan zes jaar geleden dat erflater is overleden, en ook langdurige bemiddeling bij een notaris-mediator heeft geen enkele vooruitgang in de vereffening opgeleverd. Het feit dat partijen uitsluitend naar elkaar wijzen als veroorzaker van de impasse onderstreept dat er inderdaad sprake is van een bijzonder verstoorde
(familie-)verhouding, die er mede aan in de weg staat dat de nalatenschap wordt afgewikkeld. Verzoekers hebben er, als schuldeisers van de nalatenschap, belang bij dat hun vorderingen op de nalatenschap worden vastgesteld en afgewikkeld, dat zij met het oog daarop ook zicht krijgen op de omvang en de samenstelling van de nalatenschap en dat zij de beschikking krijgen over de gegevens die nodig zijn om hun legitieme portie te berekenen.
1.1.
Gelet op alle hiervoor genoemde omstandigheden is het hof van oordeel dat verweerders in ernstige mate tekort zijn geschoten in hun taakvervulling als vereffenaar en ongeschikt zijn om de taak van vereffenaar naar behoren uit te voeren. Het verzoek een vereffenaar te benoemen zal dan ook worden toegewezen. Deze vereffenaar treedt in de plaats van verweerders. De griffier zal zorgdragen voor inschrijving van de benoeming van de vereffenaar in het boedelregister.
1.1.
Vanwege de verhoudingen tussen partijen ziet het hof aanleiding een onafhankelijke, niet door één van partijen voorgedragen, vereffenaar te benoemen. Mr. Arend Cornelis de Bakker, in deze handelend voor de besloten vennootschap Uw Vereffenaar B.V., gevestigd en kantoorhoudende te (2957 CL) Nieuw-Lekkerland aan de Lekdijk 297, is door het hof aangezocht als vereffenaar, heeft verklaard vrij te staan ten opzichte van partijen en heeft zich bereid verklaard om in deze zaak te worden benoemd. Het hof zal mr. De Bakker als vereffenaar benoemen.
1.1.
De wet bepaalt dat de benoeming van de vereffenaar dient te worden gepubliceerd. Naar het oordeel van het hof bestaat in deze zaak, gelet op de aan het hof gebleken omvang van de nalatenschap, geen dwingende noodzaak voor de - kostbare - wettelijk voorgeschreven wijze van bekendmaking (publicatie in de Staatscourant en advertentie in een of meer nieuwsbladen), zodat dit niet zal worden bepaald. De bekendmaking van de beschikking zal plaatsvinden op rechtspraak.nl/uitspraken. Op die manier kunnen belanghebbenden op een even afdoende wijze worden geïnformeerd.

1.De beslissing

Het hof, beschikkende in hoger beroep:
vernietigt de beschikking waarvan beroep, en opnieuw rechtdoende:
benoemt mr. Arend Cornelis de Bakker, in deze handelend voor de besloten vennootschap Uw Vereffenaar B.V., gevestigd en kantoorhoudende te (2957 CL) Nieuw-Lekkerland aan de Lekdijk 297, tot vereffenaar van de nalatenschap van erflater;
verzoekt de griffier de benoeming van deze vereffenaar onverwijld in te schrijven in het boedelregister op de voet van het bepaalde in art. 4:206 lid 6 BW;
bepaalt dat de benoeming van de vereffenaar zal worden bekendgemaakt door plaatsing van deze beschikking op rechtspraak.nl/uitspraken;
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
compenseert de proceskosten, aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Deze beschikking is gegeven door mrs. C. Koopman, M.E.L. Fikkers en M. Weissink, en is op 4 mei 2021 uitgesproken in het openbaar in tegenwoordigheid van de griffier.