ECLI:NL:GHARL:2021:4775
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- J. van Schuijlenburg
- M. Smeitink
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv) tegen beslissing kantonrechter
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Oost-Brabant, waarbij de officier van justitie het beroep niet-ontvankelijk had verklaard. De gemachtigde van de betrokkene, mr. C.M.J.E.P. Meerts, heeft in hoger beroep aangevoerd dat de bebording niet duidelijk aanwezig was en dat de sanctie van € 36,- voor overschrijding van de maximumsnelheid op autosnelwegen onterecht was opgelegd. De gedraging zou hebben plaatsgevonden op 7 augustus 2016 op de A2 in Maarheze, maar de gemachtigde betwist dat de gedraging is verricht, omdat de bebording niet duidelijk was. Het hof heeft vastgesteld dat de gemachtigde in het administratief beroepschrift een grond heeft aangevoerd en dat de officier van justitie het beroep niet-ontvankelijk heeft verklaard zonder dat het verzuim was hersteld. Het hof heeft de beslissing van de kantonrechter vernietigd en het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie gegrond verklaard. De inleidende beschikking is ongegrond verklaard, en het verzoek om proceskostenvergoeding is afgewezen. Het hof heeft geoordeeld dat de omstandigheid dat de gemachtigde de stukken pas in hoger beroep heeft ontvangen, onzorgvuldig is, maar geen gevolgen heeft voor de inleidende beschikking.