Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
4.De omvang van het geschil
5.De motivering van de beslissing
“Cliënte zelf overziet vanuit haar toestandsbeeld niet de noodzaak. Andere genoemden zijn niet van toepassing. Opa van cliënte overziet de situatie niet en wil zich niet mengen in de situatie”Adresgegevens van de grootvader van [verzoekster] worden niet vermeld. In het verzoekschrift wordt verwezen (rubriek 5a Reden voor het verzoek) naar een bijgevoegde deskundigenverklaring. Uit de overgelegde stukken blijkt dat die verklaring is opgesteld door degene die het verzoekschrift namens Pro Persona heeft ondertekend. Voorts vermeld de e-mail van [de bewindvoerder] waarbij het verzoekschrift op 31 juli 2020 werd ingediend dat [verzoekster] heeft geweigerd om de aan haar voorgelegde plannen van aanpak van het bewind en het mentorschap te ondertekenen, dat dit passend is voor haar ziektebeeld en dat zowel de hulpverlening, en dat zowel Pro Persona als [de bewindvoerder] van mening zijn dat bewind en mentorschap voor [verzoekster] passend is. Het hof stelt vast dat een nadere (medische) aanduiding van de toestand van [verzoekster] ontbreekt.
.