In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, gaat het om een hoger beroep van een moeder tegen beschikkingen van de rechtbank Overijssel. De moeder, die op een geheim adres woont, verzoekt om de schriftelijke aanwijzingen van de gecertificeerde instelling (GI) te laten vervallen en een contactregeling vast te stellen met haar minderjarige dochter. De GI had eerder beperkingen opgelegd aan het contact tussen de moeder en de dochter, wat leidde tot de bestreden beschikkingen van de rechtbank. Het hof oordeelt dat de GI het zorgvuldigheids- en motiveringsbeginsel heeft geschonden, omdat de moeder niet de gelegenheid heeft gekregen om haar zienswijze te geven over de schriftelijke aanwijzingen. De schriftelijke aanwijzingen zijn onvoldoende gemotiveerd en voldoen niet aan de vereisten van de Algemene wet bestuursrecht. Het hof verklaart de schriftelijke aanwijzingen van 2 juli en 24 november 2020 vervallen en stelt een nieuwe contactregeling vast. De moeder mag haar dochter voortaan eens per twee weken anderhalf uur onder begeleiding op een neutrale plek bezoeken. De beslissing van het hof is uitvoerbaar bij voorraad, en het meer of anders verzochte is afgewezen.