Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in het principaal hoger beroep,
1.Het verloop van het geding in hoger beroep
- een journaalbericht namens de moeder van 11 mei 2021 met bijlage(n).
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak, die een vervolg is op een tussenbeschikking van 18 augustus 2020, heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 15 juni 2021 uitspraak gedaan over de hoofdverblijfplaats van de kinderen van de verzoekster (de moeder) en de verweerder (de vader). De moeder woont in [A] en de vader in [B]. De moeder verzocht om vervangende toestemming om met de kinderen naar [A] te verhuizen, terwijl de vader zich verzette tegen deze verhuizing. Het hof heeft de bestreden beschikking bekrachtigd, waarbij de verzoeken van de moeder zijn afgewezen en de hoofdverblijfplaats van de kinderen bij de moeder is gehandhaafd.
Tijdens de mondelinge behandeling op 18 mei 2021 zijn beide ouders verschenen, bijgestaan door hun advocaten. De raad voor de kinderbescherming heeft een advies uitgebracht waarin wordt gesteld dat een wijziging van de hoofdverblijfplaats van de kinderen niet in hun belang is. De raad heeft geconstateerd dat de kinderen zich goed ontwikkelen en dat er een hechte band is met de moeder, terwijl het vertrouwen in de vader ontbreekt. Het hof heeft het advies van de raad gevolgd en geoordeeld dat de belangen van de kinderen zwaarder wegen dan die van de vader.
De vader heeft zijn zorgen geuit over de band met zijn kinderen en de gevolgen van de huidige situatie. Het hof heeft echter vastgesteld dat er geen aanleiding is om de hoofdverblijfplaats van de kinderen te wijzigen. De ouders zijn aangespoord om te werken aan hun onderlinge vertrouwen en communicatie, wat essentieel is voor de ontwikkeling van de kinderen. De beslissing van het hof houdt in dat de kinderen bij de moeder blijven wonen, en dat de vader zijn rol als mede-opvoeder moet heroverwegen.