ECLI:NL:GHARL:2021:6023

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
14 juni 2021
Publicatiedatum
21 juni 2021
Zaaknummer
21-004738-18
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor meerdere overtredingen van de Wet wapens en munitie met voorwaardelijke gevangenisstraf en onttrekking aan het verkeer

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 14 juni 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Midden-Nederland. De verdachte, geboren in 1974, was eerder veroordeeld voor meerdere overtredingen van de Wet wapens en munitie. Het hof heeft het hoger beroep van de verdachte behandeld na een zitting op 31 mei 2021. De advocaat-generaal had gevorderd tot bevestiging van het vonnis, maar met een lagere straf. De rechtbank had de verdachte eerder veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van vier maanden en een geldboete van € 8.000,-. Het hof heeft echter besloten het vonnis te vernietigen en een zwaardere straf op te leggen, namelijk een voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden met een proeftijd van drie jaren. Dit was te wijten aan de ernst van de feiten, waarbij de verdachte zich meerdere keren schuldig had gemaakt aan het voorhanden hebben van verboden wapens en munitie, waaronder airsoftwapens en pepperspray. Het hof heeft ook de inbeslaggenomen voorwerpen onttrokken aan het verkeer, omdat deze in strijd waren met de wet en het algemeen belang. De verdachte werd als strafbaar verklaard en de opgelegde straf was bedoeld als waarschuwing om herhaling van dergelijk gedrag te voorkomen.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-004738-18
Uitspraak d.d.: 14 juni 2021
TEGENSPRAAK
Verkort arrestvan de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Midden-Nederland van 10 augustus 2018 met parketnummer 16-659201-17 in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1974,
wonende te [woonplaats] , [woonadres] .

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 31 mei 2021 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal strekkende tot bevestiging van het vonnis van de eerste rechter, met uitzondering van de straf. De advocaat-generaal heeft gevorderd dat aan verdachte een voorwaardelijke gevangenisstraf van vier maanden, met een proeftijd van twee jaren, en een geldboete van € 5.000,-, subsidiair 50 dagen hechtenis, wordt opgelegd. Daarnaast heeft de advocaat-generaal gevorderd dat de inbeslaggenomen voorwerpen worden onttrokken aan het verkeer. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennisgenomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsvrouw, mr. M.N. de Bruijn, naar voren is gebracht.

Het vonnis waarvan beroep

De rechtbank Midden-Nederland heeft bij vonnis van 10 augustus 2018, waartegen het hoger beroep is gericht, verdachte ter zake van – kortgezegd – overtredingen van de Wet wapens en munitie veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van vier maanden, met een proeftijd van twee jaren, en een geldboete van € 8.000,00, subsidiair 75 dagen hechtenis. Daarnaast heeft de rechtbank beslist dat de inbeslaggenomen voorwerpen worden onttrokken aan het verkeer.
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het tot een andere strafoplegging komt en daarom opnieuw rechtdoen.

De tenlastelegging

Aan verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg - tenlastegelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 10 september 2015 tot en met 4 augustus 2016 te [plaats] , althans in het arrondissement Midden-Nederland, in elk geval binnen het grondgebied van Nederland,
zonder consent,
- ( op of omstreeks 10 september 2015) een wapen van categorie I onder 7°, te weten een airsoftwapen (merk en model Mini-UZI) (welk wat vorm en afmeting welk wat vorm en afmeting betreft een sprekende gelijkenis vertoonde met een vuurwapen van het merk en type Ingram, model Mac-11), zijnde een voorwerp dat voor wat betreft zijn vorm en afmetingen een sprekende gelijkenis vertoonde met een vuurwapen, en/of;
- ( op of omstreeks 4 augustus 2016) munitie van categorie III, te weten een granaatkop (merk en model 7G, inert, shell T324E22T. PA-E-28076, 10-58) en/of drie munitiehulzen (merk en model No. 27B, "stinger", 37/38 mm (1,5 in.) caliber, multiple .32 cal. Rubber ball round),
heeft doen binnenkomen vanuit Hong Kong en/of de Verenigde Staten;
2.
hij op of omstreeks 5 augustus 2016 te [plaats] , althans in het arrondissement Midden-Nederland,
een wapen van categorie I onder 1°, te weten
- een stiletto;
en/of
een wapen van categorie I onder 3°, te weten
- een werpster;
en/of
(een of meer) wapen(s) van categorie I onder 7°, te weten
- een airsoftwapen,(merk Air Sport Gun, model G-11, kaliber 6mm BB) (welk wat vorm en afmeting betreft een sprekende gelijkenis vertoonde met een vuurwapen van het merk en type Ingram, model Mac-11), en/of;
- twee airsoftwapens, (merk Swiss Arms, kaliber .177 (4,5 mm) BB) (welk wat vorm en afmeting betreft een sprekende gelijkenis vertoonde met een vuurwapen van het merk en type IMI, model Mini Uzi), en/of;
- een airsoftwapen, (merk Umarex, merk IWI, model Mini Uzi, kaliber 6mm BB) (welk wat vorm en afmeting betreft een sprekende gelijkenis vertoonde met een vuurwapen van het merk en type IMI, model Mini Uzi), en/of;
- een airsoftwapen, (merk Umarex, merk IWI, model Jericho B, kaliber 6mm BB) (welk wat vorm en afmeting betreft een sprekende gelijkenis vertoonde met een vuurwapen van het merk en type IMI, model Jericho), en/of;
- een airsoftwapen, (merk Sig Sauer, model P226 X-Five, kaliber 6mm BB) (welk wat vorm en afmeting betreft een sprekende gelijkenis vertoonde met een vuurwapen van het merk en type Sig Sauer, model P226 X-Five), en/of;
- een airsoftwapen, (merk Sig Sauer, model 1911, kaliber 6mm BB) (welk wat vorm en afmeting betreft een sprekende gelijkenis vertoonde met een vuurwapen van het merk en type Sig Sauer, model 1911), en/of;
- een airsoftwapen, (merk Sig Sauer, model SP2022, kaliber 4,5mm BB) (welk wat vorm en afmeting betreft een sprekende gelijkenis vertoonde met een vuurwapen van het merk en type Sig Sauer, model SP2022), en/of;
- twee airsoftwapens, (merk Swiss Arms, model P92, kaliber .177 (4,5 mm) BB) (welk wat vorm en afmeting betreft een sprekende gelijkenis vertoonde met een vuurwapen van het merk en type Beretta, model 92), en/of;
- twee airsoftwapens, (merk Marui, model M9, kaliber 6mm BB) (welk wat vorm en afmeting betreft een sprekende gelijkenis vertoonde met een vuurwapen van het merk en type Beretta, model 92FS), en/of;
- een airsoftwapen, (merk ASG, model M92F, kaliber 6mm BB) (welk wat vorm en afmeting betreft een sprekende gelijkenis vertoonde met een vuurwapen van het merk en type Beretta, model 92FS) voorhanden heeft gehad;
(allen) zijnde (een) voorwerp(en) dat/die voor wat betreft zijn/hun vorm en afmetingen een sprekende gelijkenis vertoonde(n) met (een) vuurwapen(s);
3.
hij op of omstreeks 5 augustus 2016 te [plaats] , althans in het arrondissement Midden-Nederland,
een wapen van categorie II sub 5°, tevens zijnde een wapen van categorie I sub 3°, te weten
- stroomstootwapen (in de vorm van een boksbeugel);
en/of
(een of meer) wapen(s) van categorie II sub 5°, te weten
- zeven, althans een of meer, stroomstootwapens, (te weten, merk en model K95 en/of Streetwise SWLG2500RB en/of Streetwise SMK5000RB en/of Taser C2 en/of onbekend);
en/of
(een of meer) wapen(s) van categorie III sub 1°, te weten
- een als vuurwapen omgebouwd gas-/alarmpistool (model 302, kaliber 6mm knal);
voorhanden heeft gehad;
4.
hij op of omstreeks 21 december 2016 te [plaats] , althans in het arrondissement Midden-Nederland,
(een of meer) wapen(s) van categorie II sub 6°, te weten
- een busje pepperspray (merk en model Fox Five Point Three), en/of
- een pepperspraygun (merk Ruger);
en/of (een of meer) wapen(s) van categorie II sub 5°, te weten
- twee, althans een of meer, stroomstootwapens (merk en model onbekend en/of Taser) en/of drie cartridges;
voorhanden heeft gehad;
5.
hij op of omstreeks 4 december 2016 te [plaats] , althans in het arrondissement Midden-Nederland, in elk geval binnen het grondgebied van Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om, zonder consent een wapen van categorie III sub 1°, (te weten een Sig Sauer P 320 9mm), te doen binnenkomen vanuit Duitsland,
- contact heeft gezocht met een Duitse verkoper van vuurwapens, en/of
- ( vervolgens) voornoemd vuurwapen heeft besteld op internet (te weten de website www. [naam] .de), en/of
- ( vervolgens) (toen verdachte werd gevraagd om een invoerbewijs) meermalen, althans eenmaal, contact heeft gezocht met die verkoper om die verkoper te overtuigen het wapen aan hem te leveren, en/of
- ( vervolgens) zijn, verdachtes, adresgegevens heeft ingevoerd ten behoeve van het doen afleveren van het vuurwapen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Bewezenverklaring

Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel - ook in onderdelen - slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1, 2, 3, 4 en 5 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
1.
hij in de periode van 10 september 2015 tot en met 4 augustus 2016 te [plaats] , zonder consent,
- op 10 september 2015 een wapen van categorie I onder 7°, te weten een airsoftwapen (merk en model Mini-UZI), zijnde een voorwerp dat wat betreft vorm en afmetingen een sprekende gelijkenis vertoonde met een vuurwapen van het merk en type Ingram, model Mac-11, en;
- op 4 augustus 2016 munitie van categorie III, te weten een granaatkop (merk en model 7G, inert, shell T324E22T. PA-E-28076, 10-58) en drie munitiehulzen (merk en model No. 27B, "stinger", 37/38 mm (1,5 in.) caliber, multiple .32 cal. Rubber ball round),
heeft doen binnenkomen vanuit Hong Kong en/of de Verenigde Staten;
2.
hij op 5 augustus 2016 te [plaats] ,
een wapen van categorie I onder 1°, te weten
- een stiletto;
en
een wapen van categorie I onder 3°, te weten
- een werpster;
en
wapens van categorie I onder 7°, te weten
- een airsoftwapen,(merk Air Sport Gun, model G-11, kaliber 6mm BB) (welk wat vorm en afmeting betreft een sprekende gelijkenis vertoonde met een vuurwapen van het merk en type Ingram, model Mac-11), en;
- twee airsoftwapens, (merk Swiss Arms, kaliber .177 (4,5 mm) BB) (welk wat vorm en afmeting betreft een sprekende gelijkenis vertoonde met een vuurwapen van het merk en type IMI, model Mini Uzi), en;
- een airsoftwapen, (merk Umarex, merk IWI, model Mini Uzi, kaliber 6mm BB) (welk wat vorm en afmeting betreft een sprekende gelijkenis vertoonde met een vuurwapen van het merk en type IMI, model Mini Uzi), en;
- een airsoftwapen, (merk Umarex, merk IWI, model Jericho B, kaliber 6mm BB) (welk wat vorm en afmeting betreft een sprekende gelijkenis vertoonde met een vuurwapen van het merk en type IMI, model Jericho), en;
- een airsoftwapen, (merk Sig Sauer, model P226 X-Five, kaliber 6mm BB) (welk wat vorm en afmeting betreft een sprekende gelijkenis vertoonde met een vuurwapen van het merk en type Sig Sauer, model P226 X-Five), en;
- een airsoftwapen, (merk Sig Sauer, model 1911, kaliber 6mm BB) (welk wat vorm en afmeting betreft een sprekende gelijkenis vertoonde met een vuurwapen van het merk en type Sig Sauer, model 1911), en;
- een airsoftwapen, (merk Sig Sauer, model SP2022, kaliber 4,5mm BB) (welk wat vorm en afmeting betreft een sprekende gelijkenis vertoonde met een vuurwapen van het merk en type Sig Sauer, model SP2022), en;
- twee airsoftwapens, (merk Swiss Arms, model P92, kaliber .177 (4,5 mm) BB) (welk wat vorm en afmeting betreft een sprekende gelijkenis vertoonde met een vuurwapen van het merk en type Beretta, model 92), en;
- twee airsoftwapens, (merk Marui, model M9, kaliber 6mm BB) (welk wat vorm en afmeting betreft een sprekende gelijkenis vertoonde met een vuurwapen van het merk en type Beretta, model 92FS), en;
- een airsoftwapen, (merk ASG, model M92F, kaliber 6mm BB) (welk wat vorm en afmeting betreft een sprekende gelijkenis vertoonde met een vuurwapen van het merk en type Beretta, model 92FS),
voorhanden heeft gehad;
3.
hij op 5 augustus 2016 te [plaats] ,
een wapen van categorie II sub 5°, tevens zijnde een wapen van categorie I sub 3°, te weten
- stroomstootwapen (in de vorm van een boksbeugel);
en
wapens van categorie II sub 5°, te weten
- zeven stroomstootwapens, (te weten, merk en model K95 en Streetwise SWLG2500RB
en Streetwise SMK5000RB en Taser C2 en onbekend);
en
een wapen van categorie III sub 1°, te weten
- een als vuurwapen omgebouwd gas-/alarmpistool (model 302, kaliber 6mm knal);
voorhanden heeft gehad;
4.
hij op 21 december 2016 te [plaats] ,
wapens van categorie II sub 6°, te weten
- een busje pepperspray (merk en model Fox Five Point Three), en
- een pepperspraygun (merk Ruger);
en
wapens van categorie II sub 5°, te weten
- twee, althans een of meer, stroomstootwapens (merk en model onbekend en Taser) en drie cartridges;
voorhanden heeft gehad;
5.
hij op of omstreeks 4 december 2016 te [plaats] , althans in het arrondissement Midden-Nederland, in elk geval binnen het grondgebied van Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om, zonder consent een wapen van categorie III sub 1°, (te weten een Sig Sauer P 320 9mm), te doen binnenkomen vanuit Duitsland,
- contact heeft gezocht met een Duitse verkoper van vuurwapens, en
- ( vervolgens) voornoemd vuurwapen heeft besteld op internet (te weten de website www. [naam] .de), en
- ( vervolgens) (toen verdachte werd gevraagd om een invoerbewijs) meermalen contact heeft gezocht met die verkoper om die verkoper te overtuigen het wapen aan hem te leveren, en
- ( vervolgens) zijn, verdachtes, adresgegevens heeft ingevoerd ten behoeve van het doen afleveren van het vuurwapen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het onder 1 bewezenverklaarde levert op:
handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.
en
handelen in strijd met artikel 14, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.
Het onder 2 bewezenverklaarde levert op:
handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie,
meermalen gepleegd.
Het onder 3 bewezenverklaarde levert op:
handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.
en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II, meermalen gepleegd.
en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III.
Het onder 4 bewezenverklaarde levert op:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II, meermalen gepleegd.
Het onder 5 bewezenverklaarde levert op:
poging tot handelen in strijd met artikel 14, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III.

Strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.

Oplegging van straf en/of maatregel

De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich meerdere keren schuldig gemaakt aan overtreding van de Wet wapens munitie door het voorhanden hebben en het – zonder consent – invoeren c.q. pogen in te voeren van een groot aantal verboden wapens en munitie van uiteenlopende aard. Dit betrof onder meer (veertien) airsoftwapens, pepperspray en stroomstootwapens. Ook heeft verdachte geprobeerd om vanuit Duitsland een vuurwapen van categorie III ons land binnen te krijgen.
Het hof rekent het verdachte zwaar aan dat hij zich bijzonder hardleers heeft betoond door, kort na een eerdere aanhouding vanwege verboden wapenbezit en gesprekken met de politie, op deze wijze onverdroten invulling te blijven geven aan zijn passie voor ‘foute’ wapens. Verdachte heeft met zijn handelen ervan blijk gegeven niet het strafbare hiervan in te zien en zich weinig aan te trekken van een interventie door het bevoegd gezag, hetgeen het hof zorgen baart. Bovendien blijkt uit het dossier dat verdachte de wapens niet alleen gebruikte als verzamelobjecten, maar dat hij bepaalde wapens ook buitenshuis droeg vanwege – naar eigen zeggen – zijn eigen veiligheid.
Het behoeft geen betoog dat het bezit van dergelijke wapens levensgevaarlijk kan zijn en dat het ongecontroleerde bezit ervan bij anderen gevoelens van angst en onveiligheid veroorzaakt. Hierbij betrekt het hof ook dat de airsoftwapens voor het zicht niet zijn te onderscheiden van echte vuurwapens.
Uit het de verdachte betreffend uittreksel Justitiële Documentatie van 6 mei 2021 blijkt dat verdachte na het plegen van de onderhavige strafbare feiten (onder meer) een strafbeschikking is opgelegd wegens overtreding van artikel 13 van de Wet wapens en munitie, zodat artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht van toepassing is.
Uit hetgeen ter zitting in hoger beroep naar voren is gebracht omtrent de persoonlijke omstandigheden volgt dat verdachte bij zijn geboorte een hersenbeschadiging heeft opgelopen, dat hij nierpatiënt is en dat hij een WIA-uitkering ontvangt. Verdachte heeft verder aangegeven dat hij absoluut niet naar de gevangenis wil. Het verzamelen van wapens was zijn hobby. Verdachte heeft geen dagbesteding. Hij internet overdag op zijn iPad mini en bezoekt dan websites betreffende airsoftwapens. Een en ander heeft geleid tot een beeld van een man die een teruggetrokken leven leidt met weinig sociale (positieve) ondersteuning. Hoewel hobby’s en het hebben van een uitkering als beschermende factoren kunnen worden gezien, geeft zijn individualistische levenswijze wel enige reden tot zorg waar verdachte via internet weer gemakkelijk contacten met de wapenwereld zou kunnen leggen, hij niet bijgestuurd wordt door mensen om zich heen en aldus mogelijk benut kan worden door ‘foute’ lieden als wapenleverancier. Het hof hecht eraan de verdachte deze waarschuwing mee te geven.
Uit de oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) volgt als uitgangspunt voor het voorhanden hebben van de bewezenverklaarde wapens oplegging van diverse geldboetes. Voor het voorhanden hebben van een vuurwapen zoals onder 5 is bewezenverklaard, als poging, geldt oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf als uitgangspunt.
Gezien de grote hoeveelheid van wapens en de getoonde hardleersheid, terwijl verdachte ook ter zitting in hoger beroep nog altijd weinig inzicht lijkt te hebben in het strafwaardige van zijn handelen, acht het hof het opleggen van een geldboete volstrekt niet aan de orde.
Alles afwegend, ook gelet op de persoon van verdachte, acht het hof oplegging van een voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden, met een proeftijd van drie jaren, passend en geboden. Deze voorwaardelijke straf dient ook als forse stok achter de deur, om te voorkomen dat verdachte – die nog altijd geïnteresseerd is in wapens, geen dagbesteding heeft en vrij geïsoleerd leeft – opnieuw strafbare feiten pleegt. Oplegging van een taakstraf acht het hof niet passend gelet op de persoonlijke omstandigheden van verdachte.
Voor wat betreft de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden overweegt het hof dat weliswaar sprake is van schending van de redelijke termijn in eerste aanleg én in hoger beroep, maar dat de aard van de op te leggen geheel voorwaardelijke gevangenisstraf zich niet voor matiging leent.

Beslag

Het hof zal de inbeslaggenomen voorwerpen zoals vermeld op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen van 24 juli 2018 onder 1 tot en met 43 onttrekken aan het verkeer. Deze voorwerpen acht het hof vatbaar voor onttrekking aan het verkeer omdat de onder 1 tot met 4 bewezenverklaarde feiten met betrekking tot deze voorwerpen zijn begaan en de voorwerpen van zodanige aard zijn, dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 36b, 36c, 45, 57 en 63 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 13, 14, 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 3, 4 en 5 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1, 2, 3, 4 en 5 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) maanden.
Bepaalt dat de gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
3 (drie)) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Beveelt de
onttrekking aan het verkeervan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten: de op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen van 24 juli 2018 onder 1 tot en met 43 genoemde voorwerpen.
Aldus gewezen door
mr. W. Foppen, voorzitter,
mr. J. Hielkema en mr. F. van der Maden, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. J. Brink, griffier,
en op 14 juni 2021 ter openbare terechtzitting uitgesproken.