In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 8 juli 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de hoofdverblijfplaats van de minderjarige [de minderjarige1], geboren in 2014. De vader, verzoeker in hoger beroep, heeft verzocht om de hoofdverblijfplaats van [de minderjarige1] bij hem te bepalen, terwijl de moeder, verweerster in hoger beroep, zich hiertegen verzet. Het hof heeft vastgesteld dat, ondanks een positieve ontwikkeling in de communicatie tussen de ouders na een hulpverleningstraject bij Yorneo, er nog steeds zorgen zijn over de thuissituatie bij de moeder. De raad voor de kinderbescherming heeft eerder geadviseerd om het hoofdverblijf bij de vader te bepalen, gezien de onrust en instabiliteit in de situatie van de moeder. Het hof heeft de eerdere beschikking van de rechtbank vernietigd en bepaald dat [de minderjarige1] met ingang van 1 augustus 2021 haar hoofdverblijfplaats bij de vader heeft. Tevens is een zorgregeling vastgesteld waarbij [de minderjarige1] per drie weken twee weekenden achtereen bij de moeder verblijft, evenals 60% van de vakanties. De beslissing is genomen in het belang van de minderjarige, waarbij stabiliteit en veiligheid voorop staan.