Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 27 juli 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de uithuisplaatsing van twee minderjarige kinderen, [de minderjarige1] en [de minderjarige2], die onder toezicht staan van de gecertificeerde instelling (GI) Stichting Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering. De moeder, die het ouderlijk gezag uitoefent, heeft in hoger beroep de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing aangevochten. De kinderen zijn sinds 31 december 2019 onder toezicht gesteld en zijn in 2020 uit huis geplaatst vanwege een onveilige opvoedingssituatie, gekenmerkt door huiselijk geweld en de psychische problematiek van de moeder. De kinderrechter had eerder een machtiging tot uithuisplaatsing verleend, die op 22 december 2020 werd verlengd tot 1 oktober 2021.
Tijdens de mondelinge behandeling op 28 juni 2021 heeft de moeder, bijgestaan door haar advocaat, haar bezwaren tegen de uithuisplaatsing toegelicht. De GI heeft de zorgen over de ontwikkeling van de kinderen bevestigd, waarbij werd opgemerkt dat [de minderjarige2] al twee keer was overgeplaatst vanwege zijn heftige gedrag. Het hof heeft de feiten en omstandigheden zorgvuldig gewogen en vastgesteld dat de zorgen over de kinderen, die getraumatiseerd zijn door hun thuissituatie, nog steeds aanwezig zijn. De moeder heeft weliswaar stappen gezet in haar persoonlijke situatie, maar het hof oordeelt dat dit niet voldoende is om de kinderen een veilige en stabiele opvoedingsomgeving te bieden.
Het hof heeft geconcludeerd dat de verlenging van de uithuisplaatsing noodzakelijk is in het belang van de kinderen en heeft de bestreden beschikking van de kinderrechter bekrachtigd. De beslissing om de uithuisplaatsing te verlengen tot 1 oktober 2021 is genomen met het oog op de ontwikkeling en veiligheid van [de minderjarige1] en [de minderjarige2].