Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
[eiser],
wonende te [A] ,
de bewindvoerder,
de door de bewindvoerder vertegenwoordigde hierna te noemen:
[eiser],
Het Gooi,
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.Waar dit geding over gaat
3.De feiten en de procedure bij de kantonrechter
Het Gooi is daardoor eigenaar geworden van de woning en tevens verhuurder van [eiser] . Het Gooi is de woning zelf gaan beheren.
3.15 In het eindvonnis van 27 november 2019, dat op een onderdeel nog is hersteld in een herstelvonnis van 24 december 2019, heeft de kantonrechter de huurovereenkomst ontbonden en de bewindvoerder veroordeeld tot ontruiming van de woning. Gelet op de door [eiser] in het verleden met regelmaat veroorzaakte overlast en het blijven veroorzaken van overlast, ook na de laatste waarschuwing van 21 augustus 2018, kan, mede gelet op de verstoorde verhoudingen tussen [eiser] en de omwonenden, van Het Gooi voortzetting van de huurovereenkomst niet langer worden gevergd, aldus (in de kern samengevat) het oordeel van de kantonrechter.
4.De vordering in hoger beroep
5.De motivering van de beslissing in hoger beroep
Daaronder valt ook de verplichting om omwonenden geen (geluids)overlast te bezorgen. Daarbij geldt dat buren gewone leefgeluiden van elkaar dienen te accepteren en dat ook niet ieder gedrag dat een omwonende onwenselijk vindt, objectief bezien, ook overlast geeft.
5.3 Het niet voldoen aan de verplichting om geen overlast voor omwonenden te veroorzaken vormt een tekortkoming van de huurder in de nakoming van zijn verplichtingen uit de huurovereenkomst en kan, indien die tekortkoming van voldoende gewicht is, resulteren in ontbinding van de overeenkomst.
Hij bevestigt dat hij in de periode dat hij verslaafd was wel enkele malen voor overlast heeft gezorgd. Het hof wijst in dat verband in het bijzonder ook op de brief van de (toenmalige) advocaat van [eiser] van 1 november 2018 (zie rov 3.10), waarbij wordt opgemerkt dat de stelling in die brief dat [eiser] inmiddels “clean” is (en daarom geen overlast meer veroorzaakt), niet is onderbouwd. De bewindvoerder rept bovendien ook zelf van verschillende terugvallen die [eiser] heeft gehad. Zo bevestigt de bewindvoerder een incident in juni 2019 en merkt daarover op dat het drugsgerelateerd was (punt 12 memorie van grieven).
Uit het door [eiser] overgelegde vonnis in kort geding van 4 februari 2020 blijkt verder dat hij tijdens de mondelinge behandeling daarvan op 31 januari 2020 heeft erkend dat hij ook wel op 29/30 september 2019 voor overlast gezorgd zal kunnen hebben. Ook in de door [eiser] overgelegde verklaring van zijn huisarts wordt melding gemaakt van een terugval in augustus 2018 met GHB-gebruik. Verder erkent [eiser] dat een ruzie met zijn partner in de woning in november 2019 voor overlast voor omwonenden heeft gezorgd..
Voor zover klachtmeldingen over eenzelfde overlast gevende gebeurtenis op onderdelen van elkaar afwijken, geeft dat ook geen enkele aanleiding om aan de geloofwaardigheid daarvan te twijfelen. Het gaat erom dat zij in de kern op elkaar aansluiten en dat is het geval.
In aanmerking nemend dat Het Gooi [eiser] ook bij herhaling heeft gewaarschuwd, maar [eiser] , naar dus moet worden aangenomen, zich die waarschuwingen niet ter harte heeft genomen, was in beginsel sprake van een situatie waarin van Het Gooi niet kon worden gevergd om de huurverhouding met [eiser] nog voort te zetten.
[eiser] heeft daarnaast aangevoerd dat hij vanaf augustus 2018 therapie (EMDR) is gaan volgen, dat hij bij die therapie veel baat heeft en dat het voor die therapie van belang is dat hij zich in een stabiele woonomgeving bevindt. Ook dat belang acht het hof echter niet voldoende zwaarwegend. Bovendien is ook niet onderbouwd dat voor het (succesvol) kunnen volgen van EMDR therapie het behoud van de huurwoning van groot belang is. Daar komt nog bij dat de woning voor [eiser] kennelijk ook niet een stabiele woonomgeving vormde; uit de stellingen van partijen komt genoegzaam naar voren dat de verhoudingen met de omwonenden ernstig verstoord waren, dat [eiser] daar psychisch ook onder leed. In die situatie lijkt de huidige woonomgeving van [eiser] , een kamer bij zijn ouders, toch meer perspectief te bieden.