In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 26 januari 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over een naheffingsaanslag belasting van personenauto’s en motorrijwielen (BPM) die was opgelegd aan [X] BV. De naheffingsaanslag betrof drie door belanghebbende uit Duitsland geïmporteerde voertuigen, waaronder een Rolls Royce Wraith. De Inspecteur had de naheffingsaanslag opgelegd en de belastingrente berekend, maar de rechtbank Gelderland had de uitspraken van de Inspecteur vernietigd en de naheffingsaanslag verminderd tot € 5.756. Belanghebbende ging in hoger beroep tegen deze uitspraak.
Tijdens de zitting op 13 januari 2021 werd het geschil besproken, waarbij de kernvraag was of er een correctie voor marktsituatie en dealersituatie moest worden toegepast op de handelsinkoopwaarde van de auto. Het Hof oordeelde dat de taxateur geen aftrek voor deze correcties had gemaakt, wat leidde tot de conclusie dat de handelsinkoopwaarde correct was vastgesteld. Belanghebbende trok zijn eerdere standpunt over schade in hoger beroep in, waardoor de verschuldigde BPM zoals door de rechtbank berekend, werd bevestigd. Het Hof verklaarde het hoger beroep ongegrond en bevestigde de uitspraak van de rechtbank, zonder aanleiding te zien voor vergoeding van griffierecht of proceskosten.