ECLI:NL:GHARL:2021:7644
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- mr. Van Schuijlenburg
- Swart
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van administratieve sanctie wegens strijd met de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 9 augustus 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De betrokkene had hoger beroep ingesteld tegen een beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Noord-Holland, die op 22 oktober 2019 het beroep van de betrokkene ongegrond had verklaard. De betrokkene was eerder een administratieve sanctie van € 380,- opgelegd voor het parkeren op een gehandicaptenparkeerplaats zonder een geldige gehandicaptenparkeerkaart. Deze gedraging zou hebben plaatsgevonden op 4 mei 2018 op Schiphol.
De betrokkene ontkende de gedraging te hebben verricht en stelde dat hij alleen de werktas van zijn collega had overgenomen, die de overtreding had begaan. Het hof oordeelde dat de sanctie was opgelegd door een ambtenaar die de gedraging niet zelf had geconstateerd, wat in strijd is met artikel 3, lid 2, van de Wahv. Dit leidde tot de conclusie dat de inleidende beschikking niet in stand kon blijven en dat de sanctie vernietigd moest worden.
Het hof heeft de beslissing van de kantonrechter vernietigd, het beroep gegrond verklaard en bepaald dat de eerder opgelegde sanctie niet geldig was. Tevens werd bepaald dat het bedrag dat door de betrokkene was betaald ter zekerheid aan hem moest worden gerestitueerd. Deze uitspraak benadrukt het belang van de juiste procedurele stappen bij het opleggen van administratieve sancties.