In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 5 januari 2021 uitspraak gedaan in het hoger beroep van belanghebbende, [X] [Z], tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 22 oktober 2019. De rechtbank had het beroep van belanghebbende ongegrond verklaard, nadat de Inspecteur van de Belastingdienst het verzoek om ambtshalve vermindering van de aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 2011 had afgewezen. Belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen deze afwijzing, maar de rechtbank oordeelde dat het verzoek te laat was ingediend, buiten de vijfjaarstermijn zoals bepaald in de Wet inkomstenbelasting 2001.
Tijdens de zitting van het Hof op 26 november 2020 hebben partijen een compromis bereikt over de aftrekbare kosten met betrekking tot de eigen woning. Het Hof heeft besloten dat een bedrag van € 9.600 aan kosten in aanmerking zal worden genomen, wat leidt tot een belastbaar inkomen van € 33.894. Het Hof heeft het hoger beroep gegrond verklaard voor zover het de vermindering van de aanslag betreft, en de uitspraak van de rechtbank vernietigd. Tevens is de Inspecteur veroordeeld tot terugbetaling van het griffierecht aan belanghebbende.
De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken na de verzenddatum beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad der Nederlanden. De beslissing van het Hof is genomen door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is ondertekend door de voorzitter en de griffier.