Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
hij op of omstreeks 19 maart 2019, in de gemeente [gemeente] , op de openbare weg, te weten [adres1] , met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [naam1] heeft gedwongen tot de afgifte van een telefoon en/of een rugzak (met daarin onder meer een laptop en/of een portemonnee met inhoud), in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [naam1] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte
hij op of omstreeks 30 maart 2019, in de gemeente [gemeente] , op de openbare weg, te weten [adres2] , ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [naam2] te dwingen tot de afgifte van geld, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [naam2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,
hij in of omstreeks de periode van 19 maart 2019 tot en met 26 juni 2019, in de gemeente [gemeente] een wapen van categorie I, onder 7, van de Wet wapens en munitie, te weten een (balletjes)pistool, zijnde (een) voorwerp(en) dat voor wat betreft zijn vorm en afmetingen en kleur een sprekende gelijkenis vertoonde met een vuurwapen, voorhanden heeft gehad.
Bewezenverklaring
hij op 19 maart 2019, in de gemeente [gemeente] , op de openbare weg, te weten [adres1] , met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [naam1] heeft gedwongen tot de afgifte van een telefoon en een rugzak, met daarin onder meer een laptop en een portemonnee met inhoud, toebehorende aan die [naam1] , welke bedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte
hij op 30 maart 2019, in de gemeente [gemeente] , op de openbare weg, te weten [adres2] , ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en bedreiging met geweld [naam2] te dwingen tot de afgifte van geld, toebehorende aan die [naam2] ,
hij in de periode van 19 maart 2019 tot en met 26 juni 2019, in de gemeente [gemeente] een wapen van categorie I, onder 7, van de Wet wapens en munitie, te weten een balletjespistool, zijnde een voorwerp dat voor wat betreft zijn vorm en afmetingen en kleur een sprekende gelijkenis vertoonde met een vuurwapen, voorhanden heeft gehad.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
- Een meldplicht bij reclassering,
- Ambulante behandeling,
- Begeleid wonen of maatschappelijke opvang,
- Drugsverbod,
- Volgen van opleiding,
- Meewerken aan schuldhulpverlening,
- Geen andere huisvesting zonder toestemming,
- Meewerken aan middelencontrole.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
297 (tweehonderdzevenennegentig) dagen.
240 (tweehonderdveertig) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 3 (drie) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn/haar identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang als de reclasseringsinstelling dit noodzakelijk acht daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd.
taakstrafvoor de duur van
240 (tweehonderdveertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
120 (honderdtwintig) dagen hechtenis.