Uitspraak
1.Het verloop van de procedure
2.Waar gaat deze zaak over?
3.Het oordeel van het hof
grief Ivoert [appellant] aan dat de kantonrechter had moeten beslissen dat de huur in november 2019 is geëindigd, hetzij door de opzegging per WhatsAppbericht van zijn dochter en schoonzoon van 15 november 2019 (welke opzegging volgens hem door Ymere is geaccepteerd), hetzij door beëindiging in onderling overleg.
“Goedemorgen, opzeggingen kunnen niet via whats app worden voldaan. Dit moet gebeuren via de volgende link: (…).”Met die link komt men bij een digitaal opzeggingsformulier op de website van Ymere.
zeggen wij de huur op, zodra wij bevestiging hebben ontvangen wordt de betaal achterstand betaald, graag naar[e-mailadres - hof]
gr [appellant] ”.Dat bericht geeft bijvoorbeeld geen duidelijkheid over de datum waartegen wordt opgezegd, de identiteit van de afzender en diens contactadres, terwijl een ondertekening ontbreekt. Ymere mocht zich terecht op het standpunt stellen dat [appellant] met dit bericht niet rechtsgeldig de huur heeft opgezegd en zij heeft dit ook prompt aan de afzender van het bericht gemeld.
“Er is door ons en onze advokaat op brieven gereageert met de feiten en een uitleg van de situatie, deze is volledig door ymere genegeerd op alle mogelijke wijze.”
grief IIbetoogt [appellant] dat de kantonrechter ten onrechte heeft geoordeeld dat de huur niet in november 2019 door de echtscheidingsbeschikking is geëindigd. Door het onzinnige hoger beroep van [de echtgenote] kon de echtscheiding niet worden ingeschreven, terwijl [de echtgenote] bovendien geen hoger beroep had ingesteld tegen de beslissing omtrent toewijzing van het huurrecht aan haar.
grief III, waarin geen andere stellingen zijn betrokken dan die al met de grieven I en II zijn besproken en verworpen.
grief IVdat zij op de hoogte was van zijn definitieve vertrek uit het gehuurde en de situatie van [appellant] en [de echtgenote] en toch geen actie heeft ondernomen om te voorkomen dat de huurachterstand opliep. Ymere had mogelijk al in november 2019 moeten ingrijpen, vindt [appellant] . Ook wijst [appellant] op zijn financiële omstandigheden.
4.De beslissing
5 oktober 2021.