Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 19 oktober 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake het verzoek van de moeder en [verzoeker] om gezamenlijk ouderlijk gezag over hun dochter, [de minderjarige]. De moeder heeft alleen het gezag over [de minderjarige], die sinds 10 februari 2020 onder toezicht staat van de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering (GI) en uit huis is geplaatst. Het hof heeft vastgesteld dat er gegronde vrees bestaat dat het gezamenlijk gezag in strijd zou zijn met de belangen van [de minderjarige], die behoefte heeft aan duidelijkheid en rust. De rechtbank Noord-Nederland had eerder op 13 januari 2021 het verzoek van de moeder en [verzoeker] afgewezen, en het hof heeft deze beslissing bekrachtigd. Het hof oordeelde dat de zorgen over de ontwikkeling van [de minderjarige] en de noodzaak van stabiliteit en structuur in haar leven zwaarder wegen dan de wens van de ouders om gezamenlijk gezag uit te oefenen. De beslissing van het hof benadrukt het belang van de belangen van het kind in zaken van ouderlijk gezag, vooral in situaties van ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing.