In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 22 november 2022 uitspraak gedaan in het hoger beroep van belanghebbende B.V. tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland. De zaak betreft de waardevaststelling van een autowasplaats, gelegen op een industrieterrein, die in 2007 is gebouwd. De heffingsambtenaar van de gemeente Hilversum had de waarde van de onroerende zaak vastgesteld op € 767.000 per waardepeildatum 1 januari 2019. Belanghebbende was het niet eens met deze waardebepaling en stelde een waarde van € 435.000 voor. De rechtbank had het beroep van belanghebbende ongegrond verklaard, waarna belanghebbende in hoger beroep ging.
Tijdens de zitting op 2 november 2022 zijn de gemachtigde van belanghebbende en de vertegenwoordiger van de heffingsambtenaar gehoord. Het Hof heeft de argumenten van belanghebbende, waaronder de vermeende onjuistheden in de waardebepaling, beoordeeld. Het Hof oordeelde dat de rechtbank op goede gronden tot haar oordeel was gekomen en dat de door belanghebbende aangevoerde stellingen niet voldoende waren om de waardebepaling te weerleggen. Het Hof bevestigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond. Er werd geen griffierecht of proceskostenvergoeding toegewezen.
De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken na de verzenddatum beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.