Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 4 januari 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over de alimentatieverplichtingen van de man na de echtscheiding van partijen. De man was in hoger beroep gekomen tegen de beschikking van de rechtbank Noord-Nederland, die op 2 december 2020 de kinderalimentatie had vastgesteld op € 400,- per kind per maand en de partneralimentatie op € 500,- bruto per maand. De man verzocht om de kinderalimentatie te verlagen naar € 247,- per kind per maand en de partneralimentatie naar € 234,- bruto per maand, met als ingangsdatum respectievelijk 2 december 2020 en de datum van inschrijving van de echtscheidingsbeschikking. De vrouw verzocht om de bestreden beschikking te bekrachtigen en de man te veroordelen in de proceskosten.
Het hof oordeelde dat de man in strijd met de wet had gehandeld door pas in hoger beroep zijn financiële stukken in te dienen, wat leidde tot onnodige kosten voor de vrouw. Het hof bepaalde dat de kinderalimentatie met terugwerkende kracht ingaat per 14 mei 2019, en dat de partneralimentatie ingaat op de datum van inschrijving van de echtscheidingsbeschikking. De man werd veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep, die werden vastgesteld op € 338,- aan griffierecht en € 2.228,- voor het salaris van de advocaat. De beschikking werd vernietigd voor zover deze aan het oordeel van het hof onderworpen was, en de nieuwe alimentatiebedragen werden vastgesteld.