Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep,
De Financiële Hulpverlener B.V.,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 13 december 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over de bewindvoering van verzoeker, die in hoger beroep was gekomen tegen een beschikking van de kantonrechter in de rechtbank Gelderland. Verzoeker, geboren in 1980, had eerder verzocht om het bewind op te heffen dat in 2015 was ingesteld vanwege zijn geestelijke en lichamelijke toestand. De kantonrechter had dit verzoek afgewezen, met de overweging dat verzoeker eerst moest aantonen dat hij in staat was om zijn vermogensrechtelijke belangen zelf te beheren. Verzoeker was het niet eens met deze beslissing en heeft grieven ingediend, waarbij hij stelde dat het bewind niet langer nodig was en dat hij in staat was om zijn eigen zaken te regelen.
Tijdens de mondelinge behandeling op 15 november 2022 heeft verzoeker zijn standpunt toegelicht, waarbij hij aangaf dat hij zijn schulden had afgelost en dat hij een positieve wending in zijn leven had ervaren. De bewindvoerder daarentegen betoogde dat het bewind nog steeds noodzakelijk was, gezien de problemen die verzoeker had gehad met het beheren van zijn financiën en de recente ontwikkelingen in zijn leven, zoals de aanstaande geboorte van een kind.
Het hof heeft de grieven van verzoeker verworpen en de beschikking van de kantonrechter bekrachtigd. Het hof oordeelde dat verzoeker niet voldoende had aangetoond dat de noodzaak voor het bewind niet langer bestond en dat de bewindvoerder zijn taken naar behoren uitvoerde. Het hof benadrukte dat verzoeker eerst moet laten zien dat hij in staat is om zijn financiën zelf te beheren voordat het bewind kan worden opgeheven.